Menu Sluiten

Ode aan IJsland vanaf 18 juli 2013 verkrijgbaar als iBook

Toen ik door mijn uitgever werd benaderd om Ode aan IJsland als iBook uit te geven stond ik daar enigszins sceptisch tegenover. Ik kon me geen goede voorstelling maken van hoe het eindresultaat zou worden. 

We zijn nu een paar maanden verder, en ik kan zeggen dat ik trots ben op het resultaat. Aan het iBook zijn enkele nog niet eerder gepubliceerde foto’s toegevoegd en het ‘swipen’ geeft een nieuwe dimensie aan het lezen en doorbladeren van het boek. 

We werken nu nog druk aan een Engelse vertaling zodat binnenkort het boek wereldwijd gepubliceerd kan worden. Het Engelstalige boek zal in eerste instantie alleen verschijnen als iBook en dus alleen op de iPad te lezen zijn, maar wordt in een later stadium ook voor andere readers beschikbaar gemaakt. 

Een preview van het boek is zonder verdere aankoop verplichting nu al gratis te downloaden in Apple’s iBook store.

Bekijken in iTunes

Seljalandsfoss

3 seizoenen in 1 dag

Na een goed en stevig ontbijt in het Fosshotel bij Skaftafell beginnen we aan de reis terug naar Keflavik vanwaar we morgenvroeg terug naar huis vliegen. Naast de bagage en fotoapparatuur gaan we terug met de mooie herinneringen aan een geslaagde fotografie reis, de volle geheugen kaartjes en natuurlijk een stukje extra kennis omtrent fotografie.

Onderweg terug naar het westen hebben we nog enkele fotostops waarvoor we af en toe de zware elementen moeten trotseren. Zo worden we blootgesteld aan regen, hagel, sneeuw, harde koude wind, hier en daar wat zonnestralen maar vooral aan het zich steeds veranderende landschap van IJsland. Telkens als het licht veranderd zoeken we naar een goede plek om te stoppen en foto’s te maken voordat we door een van bovengenoemde weersomstandigheden terug de bus in worden gejaagd.

Een dun laagje sneeuw, het bruine gras en de grote rotsen zorgen voor een bijna buitenaards landschap bij onze eerste fotostop.

Sneeuw en hagel houden ons vervolgens binnen in de warme bus tot aankomst bij Hjörleifshöfði. Voor een kort moment breekt de zon door en zet IJsland in vuur en vlam. Helaas niet lang genoeg voor het maken van foto´s. Nog voordat ik de bus stil kan zetten is de zon alweer achter de wolken verdwenen.

Een stukje verderop weet de zon de wolken weer voor een korte tijd te verjagen. We hebben ondanks de zware wolken een klein stukje zicht op de Mýrdalsjökull. Door de zon lijken de wolken bijna zwart.

Bij Skogafoss proberen we nog een keer de regenboog in de waterval vast te leggen. Heel af en toe weet de zon door het wolkendek te priemen. Het is maar net genoeg voor een hele flauwe regenboog die met de camera vrijwel niet vast te leggen is. Een plas water zorgt gelukkig voor een iets andere blik op de waterval.

Wat later in de middag komen we aan bij Gunuhver, een hete bron vlak bij de Reykjanes energie centrale. De wind waait gelukkig in de goede richting. Hoe vaak heb ik hier al niet gestaan dat de uit de grond ontsnappende naar rotte eieren ruikende stoom recht in mijn gezicht blies. Nu waait de stoom naar opzij weg zodat je de camera kunt opstellen zonder jezelf in een Turks stoombad te wanen.

De vuurtoren “Reykjanesviti” staat eenzaam boven de door stoom omgeven rotsen wat op zich ook weer een mooi plaatje oplevert.

De laatste foto stop onderweg naar ons hotel is bij Reykjanesta waar de golven met ongelooflijke kracht tegen de kust beuken. De koude harde wind doet enorm zijn best ons terug de bus in te jagen. Maar wij houden dapper stand en genieten van deze beleving waar wind, water, wolken en zon ons een continue wisselend landschap voorschotelen.

Aan alles komt een eind, en zo ook aan onze fotografie reis langs de zuidkust van IJsland. Het was vaak afzien, maar vooral enorm genieten van de IJslandse elementen en ingrediënten die dit eiland zo bijzonder maken.

Ander licht, ander IJsland

Hoewel een aantal van de grotere gaten in het pad naar de Skaftafelljökull zijn gedicht, is er nog duidelijke schade van de recente regenval. Waar drie weken geleden het water nog naar beneden gutste hangen nu gigantische ijspegels als stille getuigen van wat hier gebeurde. Mijn oog valt op een takje waaraan een klein veertje is blijven hangen.In combinatie met de grijze lucht en de laagstaande zon vind ik het wel een onderwerp om mijn camera op te richten.

De vele stroompjes die het anders onmogelijk maken de Skaftafelljökull dicht te naderen liggen er droog bij. De aanhoudende vorst heeft de toevoer van water stilgelegd wat ons de kans geeft dichter bij de gletjser te komen, hem zelfs aan te kunnen raken. Mooie vormen en ijsformaties laten de camera’s klikken. Een zelfde ijsblok met een ander objectief of een ander brandpunt levert een totaal ander plaatje op. De waterige zon zorgt voor een interresant tegenlicht op de ijsvlakte.

Onderweg naar de Svartifoss komen we nog een oud landbouwwerktuig tegen. Hoe lang het hier staat, of het nog gebruikt wordt, of het hier staat uit nostalgische overwegingen? Ik zal het nooit weten. Wel lig ik even later op mijn buik om het tafereeltje vast te leggen. Steven, die mee is op deze reis houd mij hierbij gezelschap. Die twee mannen plat op hun buik bij een stuk oud roest geeft weer inspiratie voor een aantal andere fotografen. Dubbele pret dus.

De Svartifoss zelf wordt geflankeerd door vele meterslange ijspegels. De pegels steken mooi af tegen het zwarte basalt dat normaal gesproken het decor is van deze waterval. Terwijl we dit schouwspel fotograferen vallen zo nu en dan hele groepen ijspegels met donderend geweld naar beneden. Een mooi gezicht, maar je moet er niet aan denken dan je daar net onder zou staan.

Terug richting auto valt mijn oog op een paar verdorde stammen engelwortel. Terwijl ik de dorre planten fotografeer krijg ik het idee een paar van onze fotografen de opdracht te geven de engelwortel zo mooi mogelijk op de plaat te zetten. Later zullen we dan de verschillende invalshoeken met elkaar vergelijken. Even later zitten een aantal fotografen op hun knieën voor deze planten, en hoor ik de camera’s klikken.

 

Op de weg terug naar het hotel pikken we nog even de uitloper Svinafelljökull mee. Een van de mooiere gletsjertongen van deze gletsjer, al moet ik toch eens wat andere inspiratie krijgen voor het fotograferen van dit natuurwonder. Heel veel mogelijkheden heeft hij volgens mij niet. Natuurlijk zou je het kunnen proberen door op de gletsjer te gaan staan, maar zoals het er nu uitziet zal ik het moeten hebben van bijzondere licht omstandigheden zoals tijdens mijn vorige Ijsland reis in februari, of het feit dat de gletsjer toch steeds uit zich zelf verandert. (krimpt)

Het was vandaag niet zo’n druk programma, en het weer is goed. Een mooie gelegenheid om de wandeling die achter het hotel begint eens te gaan lopen. Vanaf het eindpunt van deze wandeling moet je een mooi uitzicht hebben op de Svinafelljökull. Het eerste stuk van de wandeling is eenvoudig, maar het venijn zit hem in de staart. Het laatste stuk is nogal stijl en bestaat uit veel los gesteente. Meer schuivend dan wandelend komen we aan bij het meer onder aan de gletsjer. Grote stukken ijs met zowel interessante kleuren als vormen liggen hier zowel op het land als tegen de kant van het meer. Sommige ijsbergen liggen meters van de kant van het meer af. Of het water stond voorheen hoger, of de brokken ijs zijn met behulp van de wind tot grote hoogte gekomen.

 

 

 

 

Als we net in onze kamers zitten loop ik even naar buiten om te controleren of het noorderlicht zich nog niet manifesteert. Even later sta ik dus op de deuren van onze gasten te kloppen. Afspraak is dat we zodra het noorderlicht te zien is we binnen 15 minuten in de auto moeten zitten. Nog geen 15 minuten later zitten we in de wagen op weg naar ons Aurora Borealis “Observatorium”. De omgeving wordt verlicht door de heldere maan die vandaag is voorzien van een halo. We staan allemaal redelijk ver uit elkaar, maar de rode en groene ledjes van de camera’s die gaan branden bij het wegschrijven van weer een foto verraden de locaties van onze medefotografen. Af en toe licht een display op en hoor ik enthousiaste geluiden van weer een goed vastgelegde botsing tussen protonen of elektronen tegen zuurstof en/of stikstofatomen hoog in de atmosfeer. Af en toe geef ik wat ondersteuning bij diegene waarbij het nog niet zo wil vlotten.

 

 

 

 

Naar het ijsbergenmeer

De dag naar het ijsbergenmeer is altijd weer een feest. Bovendien weet je nooit hoe je het aantreft. De vorige keer lag het strand vol met enorme ijsrotsen en was het meer vrijwel leeg. Nu is het meer tot de rand gevuld met ijs en is de hoeveelheid ijs op het strand een beetje karig. Gelukkig hebben we gezelschap van zeehonden, eidereenden en raven. Vooral de raven zijn in grote getalen aanwezig. Maar het mooiste blijft toch het goed gevulde meer met op de achtergrond een mooie witten gletsjer die mooi afsteekt tegen de blauwe lucht welke op haar beurt is opgesierd met stroken sluierwolken.

Na een lange rit zitten de meeste fotografen met hun ogen dicht in de bus. Als we langs Sandfell komen vind ik de gelegenheid te mooi om te laten schieten en moet ze toch terug halen uit dromenland. Waarschijnlijk was het schouwspel voor ons toch hetgeen ze van droomde of ooit van gedroomd hadden. Fotografische uitdagingen genoeg.

Als afsluiting van de dag beklim ik de kleine heuvel bij het hotel en geniet van de zonsondergang achter de Lomagnupur en de reflecties van het rode licht in de oplichtende waterplassen

Het kon nog kouder

 

We zijn op tijd onderweg vanuit ons hotel, en het beloofd een mooie dag te worden. De zon schijnt, de lucht is blauw en een zacht briesje laat de grashalmen zachtjes heen en weer wiegen. Tijdens het rijden begint de wind langzaam aan te trekken. Met enige regelmaat moet ik in mijn stuur gaan hangen om ons op onze eigen rijstrook te houden. Toch wil ik bij de Urridafoss even de benen gaan strekken en wat foto’s schieten. Bij het uitstappen blijkt het al hard nodig te zijn de bus in de juiste richting te parkeren. Met de neus naar voren is het onmogelijk om de achterdeuren open te houden. Ondanks de vergrendeling slaan de deuren steeds weer dicht. Uitstappen is wel wat moeilijker, want die deur moet tegen de wind in worden opengeduwd wat een behoorlijke krachtinspanning kost. Zo snel ik kan pak ik mijn jas achter uit de auto, doe een das om, zet mijn muts op, trek mijn handschoenen aan, zet mijn capuchon op en sta vervolgens nog te vernikkelen van de kou. Ondanks de slechts 2 tot 5 graden vorst voelt het als -20.
De Urridafoss ligt er prachtig bij. Het is een en al ijs met enkele stukken hard stromend water. Terwijl mijn vingertoppen langzaam steeds stijver en gevoellozer worden zoek ik naar steeds andere motieven in de vele varianten van de vormen in het ijs.

 

Vanaf de Urridafoss is het nog een behoorlijke rit naar de Hjalparfoss. Een mooie waterval die steeds weer de moeite waard is van een bezoek. Ook deze waterval is grotendeels bevroren, evenals het bijbehorende meer. De opgestuwde ijsschotsen maken een mooie omlijsting van het geheel.

 

Onze volgende stop zou Gjain moeten zijn. Ik had al mijn twijfels over de bereikbaarheid nadat de weg er naar toe in februari helemaal was overstroomd. Echter contact met de IJslandse Road Administration leerde ons vanmorgen dat de weg open zou zijn en geen probleem om in te rijden. Helaas, de weg is afgezet met borden. Tussen de borden hangt een touw, en de toestand van de weg verklaart ook waarom. Het verklaart alleen niet waarom we vanmorgen te horen kregen dat de weg open zou zijn.
Jammer van dit mooie natuurgebied, maar dat neemt niet weg dat we een mooie route rijden, en terug richting kust rijden terwijl de Hekla ten oosten van ons een oogje op ons houd. Onderweg houden we af en toe een fotostop. Een tijd hoeven we niet af te spreken. De wind is koud en zo hard dat je er tegenin kunt gaan hangen zonder om te vallen. Je raakt daardoor zo snel onderkoeld dat je blij bent weer in de auto uit de wind plaats te kunnen nemen.

 

Aangekomen op de ringweg wordt onze aandacht getrokken door een kleine kudde paarden. We zijn nog maar net uit de auto als ze plots in galop achter elkaar aangaan. Een beter fotomoment hadden we niet kunnen kiezen.

In de verte zien we de Seljalandsfoss die langzaam steeds verder in de zon komt te staan. Een teken dat we weer bijna “thuis” zijn. Met de camera in de aanslag gaan we richting de verijste waterval. Vele prachtige tafereeltjes aangekleed of ontworpen door het ijs liggen klaar om met de camera vastgelegd te worden. Dat blijkt in de praktijk toch een stuk lastiger. De fijne nevel van de waterval heeft voor een perfect glad bevroren ondergrond gezorgd. Het is bijna onmogelijk om zonder hulpmiddelen de items dichtgenoeg te benaderen om de foto te maken zoals die in gedachten al gemaakt is. Improviseren wordt het devies.

Bijna terug bij het hotel ligt nog een kleine naamloze waterval. We hebben nog wel even tijd en gebruiken die tijd om weer een waterval te fotograferen. Deze is bijzonder fotogeniek, en de vele ijspegels die ontstaan zijn door het doorsijpelen van water in de rotsen creëren hun eigen onderwerp.

 

 

Die avond loop ik regelmatig een keer naar buiten om te kijken of er kansen zijn voor Aurora Borealis. Helaas ik sta voor niets kou te lijden.

 

En de rit gaat weer verder

De eerste stop van deze dag is de Skogafoss. Op die paar kilometer die we hebben gereden hebben we al een voorproefje gehad op het weer. Loeiharde wind met hier en daar een zandstorm. Op de zandvlakten zien we grote wolken zand als speelbal van de wind. Af en toe zitten er zandtornado’s tussen.
In de luwte van de Skogafoss hebben we daar iets minder last van. Glibberend over de bevroren stenen zoek ik naar plekjes om de ijsformaties mooi in beeld te brengen. Dat is niet altijd even makkelijk. Op de ene plek glijd je steeds weer weg, op de andere plek wordt je drijfnat van de nevel die zich hier meteen als ijs op je jas rugzak en/of camera vastzet. Het wisselen van lenzen is dus ook vrijwel onmogelijk. Toch keer ik uiteindelijk met een tevreden gevoel de waterval mijn rug toe.

 

 

De Solheimajökull ligt er dit keer mooi bij. De afstand die we moeten afleggen om er te komen is weer groter dan mijn laatste bezoek, maar de mooie boogformaties maken dat weer ruimschoots goed. Prachtig blauw ijs dat hier geduldig wacht om gefotografeerd te worden.

Bij Reynisfjara is het weer wat rustiger. Af en toe steekt er een windvlaag op die de schuimkoppen van aanstormende golven zonder pardon terug de zee in blaast. Een mooie voorgrond voor dit prachtige stukje natuur. Zoals wel vaker is de grot dit keer niet bereikbaar. Het water staat aanmerkelijk hoger dan anders waardoor we dit keer de onderwerpen op een kleiner stukje strand moeten zoeken.

De rit van Vík naar Kirkjubaerklaustur is zwaar, erg zwaar. De wind trekt hard aan onze Toyota zodat ik mijn snelheid al snel moet laten zakken tot maximaal 70 kilometer per uur. Het is zaak het weinige verkeer dat hier komt goed in de gaten te houden, want een windvlaag betekend vaak een halve meter naar links of naar rechts te worden gegooid. Enorme massa’s zand worden over de weg geblazen. Het zicht is af en toe niet meer dan een schamele 25 meter. Angstvallig luister ik naar het getik van de harde zandkorrels tegen de zijkant van de bus. Ik kan alleen maar hopen dat de lak hiertegen bestand is.
Ik ben in ieder geval opgelucht als we kunnen afdraaien bij de Fjadragljufur waar het iets minder hard waait, of in ieder geval aanmerkelijk minder zand door de lucht vliegt. Vanaf het uitzichtpunt zie ik dat de waterval die hier drie weken geleden nog hard stroomde is veranderd in een muur van ijs.

IJskoud IJsland

We hangen nog in de lucht als we onze eerste indrukken van winters IJsland krijgen voorgeschoteld. IJsland lijkt vanaf hier een vlak en eenkleurig landschap. De bergen zijn verworden tot kleine hoopjes die alleen zichtbaar zijn door de schaduwrandjes van een al vroeg laagstaande zon. Het enthousiasme om over een paar minuten alweer op dit mooie witte IJsland te kunnen wandelen begint zich steeds meer meester van mij te maken.

Verder naar het westen wordt de hoeveelheid sneeuw steeds minder. Vanuit de lucht is het moeilijk te orienteren waar we precies zitten. De markante berg die net boven Selfoss ligt geeft weer wat houvast. Een spierwitte top, maar vanaf de flanken alleen nog maar zwart en aan de voet van de berg het bruin goude winterse IJsland.
Aangekomen bij Kevlavik is de sneeuw dan ook bijna helemaal verdwenen. Het is een mooie zonnige dag en deze dag is het dan ook zeker waard een bezoek te brengen aan Krysuvik. Ik vind het altijd een mooie kennismaking met IJsland. Het oerlandschap komt hier duidelijk naar boven, en de immense krachten die hier diep onder de grond plaatsvinden manifesteren zich op een indrukwekkende manier aan het oppervlak.

Vanaf Krysuvik moeten we nog een behoorlijk stuk rijden voor ons eerste hotel. Hotel Anna, iets voorbij de Seljalandsfoss wordt de komende drie dagen onze uitvalsbasis. Na het diner wordt er nog even wat nagepraat maar al snel ligt iedereen op een oor. Morgen hebben we een drukke dag.

Op de route naar onder andere Gullfoss en Geysir ligt het kerkje van Skalholt. Een mooie plek om deze dag te beginnen. Skalholt was vroeger het culturele centrum van IJsland en verdient alleen al daarvoor een bezoek. Het is zondag, en als we aankomen horen we het koor zingen. Helaas, er is een mis gaande dus kunnen we enkel het kerkje van de buitenzijde bewonderen en fotograferen. Dat veranderd als er even later iemand komt en ons verteld dat er op dit moment slechts wordt geoefend door het koor en dat we welkom zijn om te komen kijken. We nemen die uitnodiging natuurlijk aan. Even later luisteren we naar het koor dat mede dankzij de mooie akkoestiek van de kerk een geweldig en origineel geluid laat horen. Ik ben zelf geen kerkganger, maar geniet van hetgeen het koor ons laat horen. De mooie lichtval van de glas in lood ramen schetsen een mooi decor voor dit geheel.

Als opwarming voor wat straks gaat komen nemen we ook tijd voor het in beeld brengen van de Faxi. Een iets onbekendere maar daardoor niet minder mooie waterval. Faxi (Paardenmanen) is voor vele een eerste kennismaking met lange sluitertijd fotografie. Statieven worden opgezet, filters worden voor de lens gedraaid, en poetsdoekjes halen de steeds terugkerende waterdruppetjes weer van de filters weg. Na iedere foto moet worden gecontroleerd of het filter nog wel droog was. Een nat filter geeft een vervelend effect op je eindresultaat. Natuurlijk kan het ook creatief worden ingezet, maar dat is weer een ander verhaal.

Ons volgende doel is het geiser gebied met als enige echt werkende geiser de Strokkur. Er staat een stevige wind en de lucht is staalblauw. Voldoende ingredienten om tot een goed resultaat te komen van het fotograferen van een “Strokkur eruptie”.

Als we bij Gullfoss aankomen is de stevige wind veranderd in bijna storm. IJskoude wind vanuit de binnenlanden striemt in onze gezichten. Het is bijna onmogelijk tegen de wind in te lopen zonder dat of je capuchon of je muts van je oren vliegt. Soms zelfs beide. De nevel die vanaf Gullfoss tot bijna de parkeerplaats opwaait lijkt bijna als hagel in je gezicht te slaan. Het is zaak je camera in orde te maken met je rug naar de waterval, te wachten op een windluw moment je om te draaien en dan snel de compositie te maken en af te drukken. Vanaf het hoger gelegen uitzichpunt is het makkelijker te fotograferen, al moet je wel zorgen dat je goed schrap tegen de ijskoude wind gaat staan. Maar het uizicht is onvergetelijk.

Terwijl de wind hard aan onze Toyota rukt en probeert om ons van de weg te duwen naderen we Thingvellir. Ook een interresante plek zowel qua IJslandse cultuur als in fotografisch opzicht. We staan kort stil bij de cultuur maar gaan dan op pad voor de mooie plaatjes. Een enigzins winters landschap met ijspegels en bijna dichtgevroren riviertjes strekt zich voor ons uit. Een plek waar je wel een hele dag kunt rondlopen en steeds nieuw motieven kunt vinden. Als afsluiter van Thingvellir lopen we naar de Oxarafoss. Een waterval die prachtig over de randen van de kloof naar beneden stort. Ook hier weer veel ijspegels en nog maar een klein stroompje water wat ook weer mooie platen oplevert.

Tijdens het diner in Guesthouse Anna gaat mijn Noorderlicht alarm af. Een KP index van 7. Vanmorgen had ik al gehoord dat 5 werd verwacht, wat opzich al redelijk hoog is. Even later horen we van een van de medewerkers dat het noorderlicht zichtbaar is. We zitten net aan de koffie, maar die mag van iedereen koud worden. Uit de kamers worden de camera’s en statieven tevoorschijn gehaald en niet veel later staan we met zijn allen buiten ons te vergapen aan het noorderlicht. Op mijn voorstel om met zijn alle naar de Seljalandsfoss te rijden wordt enthousiast gereageerd. Nog geen 10 minuten later zijn we onderweg. Op de Seljalandsfoss na, welke in de avonduren in de spotlights wordt gezet is het aardedonker. Het resultaat is dat je overal wel ooh’s en aah’s hoort, maar je bijna niemand ziet. Slecht de rode en groene led lampjes die aangeven dat er weer een vastgelegde Aurora Borealis wordt weggeschreven naar de geheugenkaart van de camera verraad de aanwezigheid van de medefotografen.

Ongeveer anderhalf uur later verdwijnen we verkleumd maar voldaan terug in onze Toyota Hiace. We genieten nog na van wat we hebben gezien en luisteren ondertussen naar het lied Aurora van de IJslandse zangeres Björk. Terug bij het hotel verdwijnen vele meteen naar binnen naar hun kamers om op te warmen en te gaan slapen. Slechts enkele die hards blijven buiten nog nagenieten van het langzaam verdwijnende noorderlicht. Even later is het weer stil in het hotel.

Aan alles komt een eind

Het is nog vroeg in de ochtend als we aan de reis richting Keflavik beginnen. We hebben de hele dag tijd waardoor de eerste fotostop al wordt ingelast als we nog geen kilometer van het hotel af zijn. Er is nauwelijks wind en de lichte vorst heeft ervoor gezorgd dat de plassen water niet ver van de weg een perfecte spiegeling creëren van de besneeuwde toppen van de Vatnajokull. Zelfs een hekje in het landschap wordt mede door de opkomende zon omgetoverd in een fotogeniek stukje IJsland.

Aan de randen van de plassen heeft de vorst gezorgd voor creatieve vormen in het ijs. Je kunt geen meter lopen of je ziet weer een bijzonder plaatje waarvoor je toch even op de knieën moet om het vast te leggen.

Een klein stukje verderop nemen we de afslag naar de Svinafelljökull. Wat mij betreft een van de mooiste uitlopers van de Vatnajökull. Als we aankomen komen de eerste zonnestralen net boven de bergrug uit en verlichten hiermee de randen van het ijs die daardoor bijna doorzichtig worden

De zon staat alweer een stuk hoger als we aankomen bij de Svartifoss. Twee dagen geleden was zowel de weg als het pad afgesloten vanwege de hevige regenval. 320 mm in twee dagen was te veel om te verwerken. Op beelden die ik zag in het bezoekerscentrum was duidelijk te zien dat de normaal gesproken zo rustige Svartifoss was verworden tot een heuse gletsjer waterval met bijbehorend bruin troebel water. De enige sporen die wij nog zien van deze overstroming zijn takken die her en der verspreid over de pas nieuwe brug liggen of vastgeklemd zitten tussen de peilers.

We rijden verder door een nu redelijk zonnig IJsland, en al voorspellen de wolken ver in het westen niet veel goeds, voor dit moment genieten we van het zonnetje en de korte fotostops. De Dakota die in 1973 ten zuiden van de Solheimajökull een noodlanding maakte wordt de volgende lange tussenstop. Het is even een stukje rijden vanaf de ringweg, maar je stoot dan op een surrealistisch tafereel dat je hier zeker niet zou verwachten.

Als we aankomen bij het hotel is het inmiddels gaan regenen. In het donker kijk ik vanuit mijn hotelkamer naar de vele regen die over het raam stroomt. Als ik de volgende dag ontwaak is het uitzicht niet anders. We nemen extra tijd voor het ontbijt en bereiden ons voor op een volle regendag.

We brengen een bezoek aan het skicentrum Bláfjell op het schiereiland Reykjanes. Ik ken hier één van de medewerkers, Bob uit Nederland die hier in IJsland een nieuw bestaan heeft opgebouwd. Het skigebied is voor publiek gesloten. Te weinig sneeuw en teveel regen. Deze tijd wordt besteed voor onderhoud, en wij krijgen een rondleiding. Het is leuk om eens een keer te zien wat er allemaal moet gebeuren om de pistes te onderhouden. Tegen de middag hebben we het allemaal gezien en zetten koers richting Keflavik. Als we dichter bij Grindavik komen lijken de weergoden ons goed gezind. De lucht breekt open en van tijd tot tijd weet zelfs de zon het landschap in vuur en vlam te zetten. We gaan voor een herkansing naar Gunuhver waar we vorige keer zijn weg geregend.
Er staat nog steeds een straffe wind, maar met de uit de grond ontsnappende stoom levert dat weer mooie plaatjes op. Twee spuiters sturen een stoom kolom honderden meters de lucht in. Het bijbehorende geluid is het beste te vergelijken met dat van een opstijgende straaljager.

Dan is het tijd voor een laatste bezichtiging We gaan naar de kust bij de vuurtoren Reykjanesvíti. De golven beuken woest tegen de kust. Met moeite is af en toe het 11 kilometer verderop gelegen eilandje Eldey te zien. Meeuwen krijsen in de wind, laten zich door de thermiek meevoeren, hangen af toe stil in de wind en kijken nieuwsgierig naar de twee fotografen die plat op hun buik op de grond liggen omdat het door de wind vrijwel onmogelijk is hier rechtop te blijven staan.

Omstuimig Jökulsárlón

De koude wind trekt hard aan onze auto. Ik heb al mijn concentratie nodig om de auto goed op de weg te houden. Maar er is geen regen. Onze ruitenwissers kijken vandaag werkloos toe hoe we steeds dichter bij het ijsbergenmeer Jökulsárlón komen. Onderweg genieten we van het mooie licht dat schijnt op de besneeuwde bergtoppen rondom de zuidkant van de Vatnajökull.

Uitstappen doen we vandaag om beurten. Het is bijna niet te doen om aan beide zijden van de auto tegelijkertijd de deuren te openen. Ten eerste zou de complete inhoud eruitwaaien, en terwijl aan de ene kant de deur hard wordt dichtgesmeten zou hij aan de andere zijde net zo hard worden opengerukt. Er is dus ook wel wat kracht nodig om uit te stappen.
De koude harde wind gaat dwars door onze kleding heen. Gelukkig kunnen we nog wat extra laagjes aantrekken evenals mutsen en handschoenen.

Als we aankomen bij het ijsbergenmeer lijkt het alsaf al het ijs uit het meer is verdwenen en aan de oostzijde op het strand is gesmeten. Het licht er werkelijk bezaaid met de meest fantasierijke ijscreaties.

De laagstaande zon schijnt door de ijsbergen heen die zowel wit, blauw, grijs als doorschijnend op het strand liggen. De door de wind tot grote hoogte opgezweepte golven laten hun witschuimende koppen terug richting de zee blazen. Al met al een mooi decor voor het ijsbergen assorti op het strand.

De wandeling naar het strand is trouwens niet geheel zonder gevaar. Het scherpe zwarte strandzand waait hoog op. Kijken in de windrichting is onmogelijk. Moeizaam lopen we met ons hoofd afgewend naar de branding om de ijsbergen te vereeuwigen alvorens de zee ze weer in vloeibare toestand tot zich zal nemen.

In de middag wandelen we langs het meer in de richting van de gletsjer. In de richting, want om bij de gletsjertong te komen heb je wel een hele dag nodig. De wind heeft het ijs in noordoostelijke richting gestuwd. Waar je normaal gesproken vanaf de parkeerplek het ijs kunt aanraken liggen nu slechts een paar verdwaalde kleine brokjes ijs. Gelukkig ligt er noordelijker voldoende om ons fotografisch op uit te kunnen leven.

Hoewel de wind hier aan het meer aanzienlijk minder hard waait als aan zee klotst het ijs flink op en neer. Het water van het meer vormt zelfs golven die regelmatig met geweld stuk slaan op de drijvende ijskollossen wat voor fotograferen weer voldoende aanknopingspunten vormt.
Tegen de avond drijven grote wolkenvelden over die van een spectaculaire zonsondergang helaas niets overlaten.

Toch keren wij met de buit van vandaag – mooie ervaringen en mooie foto’s- tevreden naar het hotel terug.

 

De lange rit naar het oosten

Gisteren hebben we alle highlights tot aan Vík al bekeken. Dat wil zeggen, alle highlights waarbij de regen niet met bakken uit de hemel kwam vallen. Vandaag gaan we dus eerst voornamelijk rijden. Heel de nacht heeft het geregend, en ook als we vertrekken is dat niet anders. Toch genieten we van de autorit, al was het maar omdat ondanks de regen het landschap blijft boeien.
We stoppen even bij Hjorleifurshofdi. Eigenlijk voor de eenzame rots die hier aan de achterzijde is te vinden, maar door het grijze weer is daar niets van te zien.

Gelukkig wordt het vanaf hier een beetje beter met het weer. Het wordt wat lichter en de ruitenwissers kunnen weer een standje lager.
Tegen de tijd dat we aankomen bij het Eldhraun weet de zon zelfs enigszins door de wolken te breken, en zon na regen geeft altijd magisch mooi licht. Het mos op het immense lavaveld is ondanks de tijd van het jaar vol groen en daardoor een feest voor het oog en de camera. We moeten onszelf echt weer de auto insleuren en onszelf toespreken dat we wel genoeg foto’s van dit stukje IJsland hebben. Bovendien wil ik ook nog graag een stukje gaan lopen bij Fjadragljufur.

 

eldhraun

De zon weet op de meeste plekken de bodem van de kloof te bereiken. Ik ben hier al vaak geweest, maar heb de kloof nog nooit in zo’n mooi licht gezien en weten vast te leggen. Vanaf het hoogste punt hebben we een mooi zicht op de grootste waterval van de kloof. Door de grote hoeveelheid regenwater is ook deze waterval een stuk krachtiger als anders. Het heldere water dat hier normaal gesproken doorstrooms is nu vooral troebel bruin. Het geweld waarmee het zich door de smalle plekken van de kloof weet te persen werkt hypnotizerend.

fjadragljufur

Na een paar kleine fotoonderbrekingen, onder andere bij Kirkjugolf komen we aan bij Skaftafell. We willen graag naar de Svartifoss, maar zien dat de weg ernaar toe is afgesloten. De wandeling zal dus wat langer worden en starten vanaf het bezoekerscentrum. Als we de wagen daar hebben geparkeerd worden we geconfronteerd met een bord waarop staat vermeld dat ook het wandelpad naar Svartifoss is afgesloten. Tijd dus voor een korte navraag. De man in het bezoekerscentrum weet ons te vertellen dat de weg tot ongeveer kniediepte onder water staat, en dat delen van het wandelad door de regen van de afgelopen dagen zijn weggespoeld. Het geregistreerde record voor hoeveelheid regen in Skaftafell staat op 300 mm in 1 dag. Diezelfde hoeveelheid is nu gevallen in de afgelopen twee dagen en heeft voor veel overlast gezorgd.

Hoewel het pad naar de Skaftafelljökull ook gedeeltelijk is weggespoeld is deze wel te bereiken. We gaan dus naar de gletsjer. Het water stroomt nog steeds hard over het pad heen. Hele delen zijn weggeslagen en soms moet je door redelijk diep water ploegen om verder te komen. Vanaf de rotswand komen watervallen naar beneden die hier normaal gesproken nooit zijn. Oude waterlopen zijn volgelopen met puin en de nieuwe route die door het water is geschapen heeft het asfalt pad gewoon weggespoeld. Grote kiezels van grote hoogte meegesleurd liggen nu daar waar eens het pad lag.

De gletsjer zelf lijkt door de vele neerslag een opknapbeurt te hebben gehad. Nog nooit zag ik deze gletsjer zo mooi blauw en ontdaan van het vele zwarte as wat de meeste gletsjers in IJsland siert. Hoewel de zon allang weer schuil gaat achter een dikke pak bewolking genieten we van de kleurenpracht van deze gletsjertong. Als het echt te donker wordt keren we terug naar de auto. De regenbui die losbarst als we ongeveer 500 meter van de auto zijn verwijderd veranderd als snel in een hagelbui die onze net opgedroogde jassen weer helemaal doorweekt maakt. Gelukkig zijn we niet ver van ons hotel verwijderd.

skaftafelljokull

IJsland is nat… Erg nat!

Langzaam slaan de ruitenwissers van links naar rechts en weer terug naar links. Vol overtuiging en zonder te klagen halen ze bij iedere veeg de steeds weer terugkerende waterdruppels van het raam. Ook vandaag weer valt de regen met bakken uit de hemel. Toch ziet IJsland er -voor zover we het kunnen zien- weer bijzonder uit. Het eens zo fris groene gras presenteert zich nu als een gouden deken en geeft op geheel eigen wijze kleur aan het landschap.

We rijden dan ook over een van de mooiste maar wat onbekendere routes in IJsland, Thjorsurdalur. Tussen de buien door weet het landschap ons keer op keer te verleiden de auto te verlaten om het landschap fotografisch vast te leggen.

Onze eerste stop wordt de Hjalparfoss. Een mooie dubbelle waterval mond hier uit in een liefelijk meertje. Omgeven door zwart gesteente bruist het witte water ongeveer 20 meter naar beneden. Het is de regen die na ongeveer 20 minuten bepaald dat we hier alweer lang genoeg zijn gebleven. We vluchten terug naar de auto met als volgende doel het mooie Gjain. Helaas is de weg naar Gjain afgesloten. Het is ook meteen duidelijk waarom. Van een weg is hier eigenlijk geen sprake. Het regenwater heeft bezit genomen van de weg. De weg is weg.

We rijden verder in de hoop de Haifoss te kunnen bereiken, maar nemen eerst nog een andere aflag. Hoewel hier geen highlights zijn te vinden, blijkt de keuze niet slecht. Mooie vergezichten en velden bedekt met ijsformaties strekken zich voor ons uit. Het kleine beetje zonlicht dat een beetje flauw door het wolkendek weet te priemen geeft het landschap een bijzondere aanblik.

spiegeling

Aan het eind van de route komen we uit bij een stuwmeer dat bijna geheel bevroren is, en waar we met het laatste beetje zon van deze dag nog wat plaatjes weten te schieten.

waterval

De afslag naar Haifoss ziet er veel belovend uit. Dat wil zeggen; er staan geen borden om aan te geven dat de weg is afgesloten. Grote delen van de weg zijn echter opgegaan in het vele water er omheen.

Door drooggebleven stukken is de ligging van de weg nog wel te reconstrueren. Vlak bij een hut begint de weg te stijgen en wordt dan ook weer gewoon zichtbaar. Een paar kilometer lang gaat het buitengewoon goed en lijken we de Haifoss te kunnen bereiken. Helaas begint de auto dan steeds meer de grip op het zand te verliezen. Met moeite houden we de auto enigszins in het spoor, maar steeds vaker lijkt het erop dat we de strijd met de modder niet gaan winnen en vast zullen komen zitten. Er zit niets anders op dan de auto te keren en terug te rijden naar de hoofdweg. Onderweg schieten we af en toe nog een plaatje.

bij hekla

paardjes

Kilometers later komen we aan bij de Seljalandsfoss. Een paar minuten hebben we de waterval voor ons zelf. Dan komt een touringcar en lijkt het terrein bijna een festival terrein. Het is bijna grappig om te zien hoeveel verschillende kleuren (felle kleuren) regenjassen er bestaan. Bij sommige vraag ik me echt af wat de mensen dachten toen ze hem kochten. Zwarte, groene, blauwe, oranje en enkele waarvan ik niet wist dat die kleur bestond. Als even later een 10 tal zware jeeps uit de richting van Thorsmork komt aangereden is het feest helemaal compleet. Wij wandelen even naar een paar verderop gelegen watervallen, en keren pas weer terug als de bus zijn passagiers weer heeft opgeslokt en zijn route weer heeft vervolgt.

seljalandsfoss

Tegen beter weten in nemen we even de aflag naar de Skogafoss. Tegen beter weten in, want eigenlijk is het vanaf de ringweg al duidelijk dat het weer te slecht is om mooie foto’s van de waterval te kunnen maken, of zelfs maar te kunnen genieten van zijn aanblik. Een grauw grijze massa water stuwt een eveneens grauwe grijze nevel weer de hoogte in die nauwelijks in kleur verschilt van de openstaande hemelsluizen die vandaag volledig zijn geopend.

Bij Reynisfjara hebben we iets meer geluk. De wind is enorm en zweept de golven hoog op. Met donderend geweld slaan de golven stuk op het pekzwarte en vrijwel verlaten strand. In de beschutting van de berg staan we redelijk droog en eveneens uit de wind. Toch komt ook nu het gevaar van boven. De lucht boven ons is gevuld met activiteit van enkele honderden meewen. Die laten zo nu en dan wat vallen. 99% is gelukkig mis, maar zo af en toe vind je plots wat witte smurry terug op je regenjas, regenbroek of zelfs op onze camera’s. De poetsdoekjes zijn onder handbereik en regelmatig nodig.

Wat fotografie betreft zijn we helemaal hot. We hebben een zwart strand, grijze lucht, grijze golven, bijna witte meeuwen. We fotograferen nu 50 tinten grijs. Dat moet dus helemaal goed komen. Zo af en toe komt er een verdwaalde tourist het strand op, maar meestal hebben die het spectakel binnen 5 minuten wel gezien en laten ze zich terugwaaien naar hun auto.

reynisdrangar

Als wij zover zijn om te verkassen naar onze volgende fotostop loopt het strand vol met een 40 tal mensen. Waarschijnlijk is er net een bus gestopt. De durfals zijn diegene die het dichts bij de branding durven te komen en vervolgens met hun rug naar de aanstormende golven gaan staan. De durfals zijn ook diegene die even later nat tot aan hun knieeen weer afdruipen naar de bus. Een praatje met een van de andere buspassagiers leert ons dat er in de bus wel degelijk hiervoor is gewaarschuwd. Even later staat de reisleidster op het strand en neemt alle badgasten weer mee terug naar de bus. Voor ons ook de hoogste tijd om weer te verkassen.

Tussen de buien door

Het is nog donker als wij het hotel verlaten. Niet alleen zijn de dagen korter in dit jaargetijde, maar een dik wolkendeken houd het beetje zonlicht waarop we hadden gerekend ook nog voor een groot deel tegen. De planning is om naar Krýsuvik te rijden. Een bordje met de afslag naar Selantangar gooit echter roet in het eten. Dat is het voordeel van het niet werken met een planning. Je stopt gewoon zodra je iets ziet wat de moeite waard is. Bovendien is het licht even interresant geworden en willen we daarvan profiteren.

selantangar2

De overblijfselen van een oud vissersdorpje en het aangespoelde hout schetsen een mooi decor voor enkele foto’s. Terwijl krijsende meeuwen het gevecht aan gaan met de golven om wie het meest geluid kan voortbrengen zoeken wij naar de meest interresante manier om een en ander in een mooie compositie bijeen te krijgen.

Na een rondje Krýsuvik dat er met bewolkt weer een stuk minder sprankelend uitziet dan ik gewend ben rijden we via Selfoss verder naar het hete bronnen gebied van Geysir. We houden een korte stop bij de waterval Faxi.

faxi

Een korte stop is een relatief begrip. Terwijl wij ongeveer 45 minuten bezig te zijn de waterval er op zijn voordeligst uit te laten springen op onze foto’s zien we verschillende touringcars stoppen. De mensen die er uitstappen krijgen maximaal 5 minuten alvorens de bus er weer vandoor schiet richting het volgende natuurwonder van IJsland.

Wij nemen er ons gemak van en veranderen regelmatig van idee waar we nu weer heen willen gaan. Vlak voor dat ik af wil slaan naar Geyser ontspringt bij mij het brilliante idee om eerst naar de Bruarfoss te gaan. Als het 2 kilometer lange pad dat naar deze waterval leidt niet bestond uit een 20 centimeter dikke plak met modder was het idee nog echt briljant geweest ook. Er blijft voor ons niets anders over dan toch maar naar Geysir te rijden.

Voor een koude en natte wintermaand is het erg druk bij Geysir. Veel bussen en minivans laden bezoekers in en uit. Door het weer doet vooral het vlakbijgelegen souvenierswinkel annex koffiehuis goede zaken. Ook ik laat dit keer mijn camera in de tas. Een 20 meter hoge grijze stoompluim fotograferen tegen een eveneens grijze wolkenlucht levert echt geen mooie platen op.
Een kop koffie later zetten we koers naar Gullfoss.

Het blijft toch altijd weer een indrukwekkend gezicht. Het grommende geluid van het water dat over de rand naar beneden stort, de opspattende nevel en vervolgens het klotsen van het water dat zich een weg baant door de lange kloof aan de voet van de waterval.
De oevers op plaatsen voorzien van een laag ijs vormt een ander dan anders decor voor de waterval. Een mooie afsluiter voor deze dag.

gullfoss