Menu Sluiten

De boottocht naar Tiniteqilaaq

De boottocht naar Tiniteqilaaq

Nog niet helemaal wakker trek ik de gordijnen van mijn hotelkamer open. Het uitzicht tovert spontaan een glimlach op mijn gezicht. Door het raam kijk ik uit over de Kongsfjord, waar een langgerekte wolk de bergen aan de overkant in tweeën deelt. Ik blijf een tijdje door het raam staren, gefascineerd door de schoonheid van het landschap.

Ik kijk naar de gekleurde huisjes onder aan de heuvel en vraag me af of dit uitzicht nog steeds zo fascinerend is als je hier bent opgegroeid en het niet anders kent. Ik sla het uitzicht in mijn geheugen op, maar maak als geheugensteuntje ook een paar foto’s.

In de haven ontmoeten we onze gids Line en de stuurman van onze boot, Tobias. Tobias ken ik nog van een boottocht uit 2006. Hij is weliswaar wat ouder geworden, maar verder niets veranderd.

Varen, varen over de baren…

Wanneer je in een mild zonnetje uit de wind in de boot stapt, is het bijna niet voor te stellen dat je snel door en door koud kunt geraken. Eenmaal uit de beschutting van de haven komt er bovenop mijn thermokleding, winddichte broek en winterjas ook al snel een muts, das en handschoenen. Met 50 kilometer per uur in een open boot, blootgesteld aan alle elementen, heb je niet snel te veel kleren aan.

We verlaten de Kongsfjord en zetten via de Sermiliik fjord koers naar Tiniteqilaaq. De meesten noemen het Tinit. Een stuk makkelijker, in ieder geval voor ons westerlingen die de letter Q nauwelijks gebruiken.

Vooral ijsbergen

Al snel zitten we tussen gigantische ijsbergen. Sommige met keurige rechte wanden, andere verbrokkeld, verkruimeld, alsof je naar een wit zandkasteel kijkt. Een statige kathedraal van ijs rijkt naar de gedeeltelijk blauwe lucht.

De hele tocht naar Tiniteqilaaq is een aaneenschakeling van verbazing. Er zijn momenten van een eenzame ijsberg, grote lage ijsplaten en enorme formaties die tot wel 20 meter boven ons uitsteken.

Tiniteqilaaq in zicht

Al van verre zijn de eerste gekleurde huisjes van Tiniteqilaaq in zicht. De huisjes liggen op een idyllische plek met in de achtergrond een heuvelrug. Het verklaart ook de naam van het dorp, dat vertaald “plaats met een rij heuvels” betekent. Tinit is waarschijnlijk ontstaan in 1923. In 2024 wonen er 110 mensen, voornamelijk jagers en vissers.

Wanneer wij aankomen, ziet het dorp er verlaten uit. Een aanlegsteiger ontbreekt. Het verlaten van de boot gaat door op een sneeuwplateau te klimmen. De eerste paar stappen zijn wat onwennig, maar de sneeuwlaag is solide en draagt ons met gemak.

Over een modderig pad, een pad dat de enige weg in het dorp blijkt te zijn, lopen we langs een paar op het oog verlaten huisjes naar het centrum van het dorp. Centrum is een groot woord, maar hier staan de school en een gebouw waarvan ik denk dat het een gemeenschapsgebouw is.

Een paar kinderen spelen bij de school. Hier en daar kijkt een sledehond ons verveeld aan, behalve als we te dicht bij komen. Middels huilen vragen ze dan om aandacht. Aandacht die je ze niet mag geven. Honden zijn hier geen huisdieren. Het zijn “werkpaarden” die in de winter de sledes over de dichtgevroren fjorden mogen trekken.

De bijzondere betekenis van de gekleurde huisjes

Zoals in de meeste Oost-Groenlandse dorpen zien de huisjes er door de verweerde verf armoedig uit. Op de plekken waar de verf helemaal van de huizen is verdwenen, komt door de arctische omstandigheden geconserveerd hout tevoorschijn. Het lijkt gevrijwaard te zijn van rot. De verf is blijkbaar meer een manier om het dorp op te fleuren, al hebben de kleuren van de huisjes oorspronkelijk ook een belangrijke functie. Post- en telefoniegebouwen zijn blauw, gezondheidszorg geel, onderwijs- en kerkelijke gebouwen groen, en handel rood. Tegenwoordig hebben ze die betekenis niet meer, maar de kleuren vrolijken het dorp wel wat op.

Terug naar Tasiilaq

Met uitzicht op de fjord genieten we van een heerlijk zonnetje en nuttigen we onze lunch alvorens weer terug aan boord te gaan. We laten Tinit achter ons, en al snel gaan de handschoenen, das en muts weer aan. Ondanks de kou genieten we van de boottocht, onze ogen steeds speurend naar fotogenieke ijsbergen. Onderweg leggen we de boot even tegen een ijsplaat aan en worden we door onze gids uitgenodigd om even op het ijs te gaan wandelen. Met de gedachte dat van een ijsplaat ongeveer 10% boven water uitsteekt, waag ik het erop. Ook hier zijn de eerste stappen weer wat onwennig, maar voelt het bijna hetzelfde alsof je op het land loopt. Een bijzondere ervaring.

Ingesloten door het pakijs

De wind is gedraaid. Wij merken daar niet zoveel van, maar Tobias, onze kapitein, speurt meer over het water dan ik van hem gewend ben. Het ijs heeft ons ingesloten. Er wordt zonder succes gezocht naar een doorgang, maar dat blijkt moeilijker dan gedacht. Tobias stuurt de boot naar de rotskust en begint aan een wandeling naar een hoger gelegen punt. Wij strekken even de benen en gaan weer aan boord zodra Tobias terug is. We moeten een stuk omvaren, maar hij heeft een doorgang gevonden door het ijs heen.

Die doorgang is niet altijd even voor de hand liggend. Soms zit er niets anders op dan de boot tussen twee ijsschotsen te manoeuvreren en dan hopen dat de schotsen zich door de kracht van de boot gewonnen geven en uiteendrijven. Langzaam vordert de boot op zijn route richting Tasiilaq. Na een paar kilometer manoeuvreren zijn we door het ijs heen en staat/drijft ons niets meer in de weg om Tasiilaq te bereiken.

We verkennen Tasiilaq

We verkennen Tasiilaq

Met het raam van mijn hotelkamer wijd open adem ik flinke teugen in van de frisse Arctische lucht. Mijn ogen dwalen over de fjord en de zwarte bergen aan de overkant, die mooi getekend zijn met vlakken en strepen spierwitte sneeuw. Een spiegeling in de fjord, de drijvende ijsplaten en een in vele grijstinten gevulde wolkenlucht maken het plaatje compleet.

Na een stevig ontbijt met de groep – had ik al verteld dat het een fotografiereis is? – wandelen we een stukje langs de fjord. Rond de middag moeten we aanwezig zijn op het vliegveld voor de helikoptervlucht naar Tasiilaq. Een korte wandeling en een beetje Groenland opsnuiven is een mooie besteding van deze ochtend. Natuurlijk domineren de landschappen, maar daarnaast zijn de tot opslagplaatsen omgebouwde zeecontainers, brandstofsilo’s en een plek die veel wegheeft van een autosloop, maar dan met voornamelijk sneeuwruimers en oude boten, ook gewilde plekken om de camera’s alvast te laten wennen aan een voor ons “exotische” omgeving.

Iets voor 12:00 uur staan we op het vliegveld waar de helikopter al voor ons klaarstaat. Een helikoptervlucht is best een bijzondere ervaring, zeker als je de vluchten enkel kent van spannende films. Je zit vastgesnoerd in een 4-puntsgordel en gehoorbescherming is zeker niet optioneel. Een telefoon-app registreert tussen de 85 en 95 dB, wat gedempt door de gehoorbescherming goed te doen is, maar geloof maar niet dat je onderweg gezellig een praatje kunt maken met je buurman of -vrouw. Gebarentaal en gezichtsuitdrukkingen zijn je communicatiemiddelen aan boord.

Het opstijgen gaat verbazingwekkend soepel, en voor je het weet kijk je van geringe hoogte neer op de fjord met de vele ijsplaten. Voor wie geen plek aan het raam heeft weten te bemachtigen, is de gedwongen fotoloze overtocht geen straf. Het uitzicht is fenomenaal en voor we het weten, is de ongeveer 10 minuten durende vlucht alweer voorbij en stappen we uit in Tasiilaq.

Gescheiden door dezelfde taal

Ik ben nog op zoek naar het telefoonnummer van hotel Angmagssalik als de bus van het hotel arriveert bij het vliegveld. Even later staan onze koffers in onze kamers, waarbij ik moet aantekenen dat ik in gezelschap ben van onder andere vier gasten uit België, waarvoor ik me moet aanwennen de koffers “valiezen” te noemen.

Bovendien moet ik ook niet zeggen dat we een stukje gaan lopen, want voor onze zuiderburen is “lopen” rennen. Als we een wandeling gaan maken in Tasiilaq, gaan we dus niet lopen maar stappen, want het Belgische stappen is ons lopen. De Nederlanders in ons gezelschap moet ik daarentegen weer uitleggen dat we niet naar de kroeg gaan, want stappen heeft bij ons weer een andere betekenis. Kortom, wat ik ook van onze zuiderburen heb geleerd, is dat Nederlanders en Belgen twee volkeren zijn, gescheiden door dezelfde taal. Of moet ik in deze woordkeuze Belgen ook weer vervangen door Vlamingen?

Na een uitgebreide lunch gaan we wandelen door Tasiilaq. Het is voor mij een aparte gewaarwording weer terug te zijn in de grootste stad van Oost-Groenland, met 1850 inwoners. In 2006 heeft deze stad veel bij mij losgemaakt. Op het eerste oog is er, op wat nieuwbouw na, niet heel veel veranderd in de afgelopen 17 jaar. Het oudere deel van de stad brengt veel herinneringen bij mij terug. Het maakt mij enigszins melancholisch. Het is toch een plek waar een droom uiteenspatte, maar ook een plek waar ik nieuwe wegen insloeg.

De Bloemenvallei

Vanaf het hotel loopt een steil pad naar het lagere gedeelte van de stad. Bij een kruising volgen we de weg die ons via het kerkhof de Bloemenvallei inleidt. Een kerkhof blijft een indrukwekkende plaats om even bij stil te staan. Het kerkhof lijkt nergens op de kerkhoven die wij kennen. Een verzameling van witte kruizen, sommige nog netjes in de lak, andere enorm verweerd. De nieuwere graven zijn versierd met vele kunstbloemen. Sierbloemen zul je in Groenland vanwege het klimaat niet vinden, maar de kunstbloemen zullen voor de Inuit dezelfde troost bieden als hier de echte bloemen doen.

Maar ook de kunstbloemen doorstaan de tand des tijds slecht. De kunstbloemen ontlopen hun lot niet. De zon en het harde klimaat zijn onverbiddelijk voor de kleuren van de bloemen en laten ze op hun eigen wijze verkleuren, en zo ontstaat een andere manier van verwelken. Daarnaast doet de wind zijn best de bloemstukken uit elkaar te rukken, en worden bloemenkransen door de natuur verdeeld over de overige graven. Een mooie gedachte, want delen hoort bij de cultuur van de Inuit.

Voor ons fotografen bestaat het verdriet niet. Het verdriet hier wordt door de kruizen gemarkeerd. Fotografen zien de patronen, de symmetrie of juist het totale ontbreken van die symmetrie in de meestal naamloze kruizen.

We vervolgen onze weg

We wanen ons helemaal alleen. Wij zijn te vroeg in het seizoen om te zien waar de Bloemenvallei zijn naam aan heeft te danken. De winter was dit jaar lang, en zelfs nu is er nog nauwelijks sprake van lente dan wel zomer. De meeste begroeiing draagt nog het bruine kleed van een door sneeuw en koude geteisterd toendralandschap. Grote vlakken met een roodachtige bloeiwijze verraden het ontluiken van een bosbessensoort.

Na een paar kilometer staan we aan een waterval. Hoewel het hier om de enige noemenswaardige waterval in de omgeving van Tasiilaq gaat, heeft de waterval geen echte naam en staat hij bekend als de “Bloemenvallei-waterval”. We lopen langs de waterval omhoog en staan dan oog in oog met een groot meer. Als de wind even gaat liggen, ontstaat een mooie spiegeling van de achterliggende berg.

We wandelen terug naar het hotel. We komen opnieuw bij de steile weg, alleen dit keer moeten we de steile weg omhoog volgen, wat een aanslag is op zowel de kuitspieren, de ademhaling als de zweetklieren. In de avond geniet ik nog even van het mooie uitzicht over de Kongsfjord!

Deze reis was weer perfect samengesteld door IJsland Tours.

Op pad in IJsland

 

Proloog

Voorafgaand aan de fotografiereis naar IJsland controleer ik zo nu en dan de IJslandse weersites. Ik weet dat ik dat niet moet doen. Als de voorspellingen goed zijn, of soms zelfs te goed kan ik het niet geloven en als de voorspellingen slecht zijn bederft dat toch maar mijn humeur.
Nu zijn er natuurlijk gradaties in slecht weer. Ik spreek dan ook liever van interessant weer of saai weer. Zware bewolking met hier en daar een opening voor de zon doen het bij mij een stuk beter dan een egaal blauwe lucht met een vrolijk schijnend zonnetje. Mooi voor de “groeten uit” ansichtkaarten, maar minder voor mijn fotografische aspiraties.
Toch controleer ik een paar dagen voor vertrek de site. Het is voornamelijk regen dat overheerst. Op vrijdag verwachten ze in IJsland zelfs een flinke storm waarvoor iedereen wordt geadviseerd vooral niet de weg op te gaan. Wij vliegen pas op zondag, dus de storm heeft nog twee dagen om tot rust te komen. De rest van de week ziet het er goed uit. Geen neerslag, en temperaturen onder nul. Ik hoop op watervallen met veel ijspegels.
De dag en nacht voor ons vertrek begint het plots enorm te sneeuwen in IJsland. Een pak van 51 centimeter sneeuw in één nacht is zelfs voor IJslandse begrippen erg veel. Naast de weersite controleer ik zondagmorgen voor vertrek ook maar de site van het wegennet. De weg die wij moeten volgen naar onze eerste accommodatie is afgesloten. Ik verwacht dat de sneeuw wel geruimd zal zijn voordat wij aankomen in IJsland en ga vol goede moed op weg naar Schiphol.

Schiphol

Op de afgesproken tijd zijn we allemaal op Schiphol. Zes dames en één heer die ik dit keer mag introduceren of herintroduceren met het IJslandse landschap en met een beetje geluk de Aurora Borealis.

Tijdens het inchecken is er nog geen nieuws over vertragingen. Een van mijn gasten krijgt dan een Sms’je van het thuisfront dat onze vlucht een uur vertraging heeft. Bij zo’n bericht begin ik meestal al te rekenen. Een uur vertraging betekend dat we het bezoek aan de vuurtoren van Akranes naar een andere dag moeten verzetten. Uiteindelijk kunnen we anderhalf uur later dan gepland toch boarden. Helaas is het wachten dan nog niet voorbij. Voordat we toestemming krijgen om te vertrekken gaat er nog meer dan een half uur voorbij.

Na ruim twee uur wachten hangen we dan eindelijk in de lucht. Als we een kleine drie uur later de kust van IJsland naderen krijgen we van de gezagvoerder het bericht dat de landingsbaan schoongemaakt moet worden. We mogen nog even cirkelen boven IJsland. Vanaf onze hoogte hebben we een mooi uitzicht op het uiterste puntje van Reykjanesta zodat dat ook geen straf is.

Niet veel later staan we bij de bagagebanden te wachten op onze koffers. Er is een enorme drukte in de bagagehal. We zijn waarschijnlijk niet de enige die behoorlijk wat vertraging hebben opgelopen tijdens onze reis naar IJsland. Het geeft ons ruim de tijd om alvast wat plaatselijke valuta uit de automaat te halen. Als we door de douane komen zijn we bijna drie uur later dan gepland op onze bestemming.

Bij het kantoor van Hertz haal ik de sleutels van onze bus. Een ruime Ford die beschikt over voldoende stoelen zodat iedereen ruim kan zitten en een apart deel waarin al onze koffers passen waardoor ik niet met een aanhanger hoef te rijden. Dat is wel zo relaxed. Na een klein oponthoud omdat de microfoon niet goed werkt en deze moet worden omgeruild gaan we op weg naar ons eerste onderkomen, Ensku Húsin vlak bij Borgarnes.

Voordat we gaan rijden bel ik nog even met Ensku Húsin om aan te geven dat we op zijn vroegst om 21:30 aan zullen komen in verband met de vertragingen op het vliegveld. Ik had niet anders verwacht, maar het is voor hen geen enkel probleem. Ze zullen er voor zorgen dat we bij aankomst alsnog kunnen genieten van een heerlijk diner.

Achteraf hoor ik dat er door IJsland Tours ook al is gebeld naar Ensku Húsin om door te geven dat we behoorlijk wat later zullen aankomen. Het is fijn om te weten dat je op pad bent met een organisatie die goed voor je zorgt en meedenkt op het moment dat dingen niet helemaal gaan zoals je gepland had.

Een paar minuten na half tien zijn we op de plaats van bestemming. Nadat iedereen alvast zijn koffers naar de kamers heeft gebracht nemen we plaats aan tafel. Onder het genot van een heerlijke maaltijd komen we weer een beetje bij. Het was een inspannende tocht over ijzige wegen, maar onze auto heeft zich er dapper doorheen geslagen.

Aurora Reis 2015 deel 2

De bewolking trok gisteren een gordijn voor de Aurora Borealis zodat we niet al te laat ons dessert alsnog naar binnen konden werken.

Ik heb de goede gewoonte in IJsland dat als ik ’s-nachts om wat voor zaken dan ook even mijn bed uit moet ik altijd even de gordijnen open trek om te kijken of we heldere hemel hebben, en zo ja of dit gepaard gaat met het noorderlicht.
Deze nacht is daarop geen uitzondering zodat ik rond 02:30 weer gewapend met camera buiten sta.
De enige mede fotograaf die ik zo ver kon krijgen mij te vergezellen is Mich.

Het is bij deze temperaturen dan ook erg verleidelijk om na het “noorderlicht alarm” je nog even om te draaien en net iets verder onder de dekens te kruipen. Heerlijk liggen in je warme bedje terwijl je beseft dat er buiten mensen de vrieskoude trotseren voor het magische licht dat Aurora Borealis heet.

De volgende morgen zijn we weer op tijd uit de veren en na een goed ontbijt zetten we koers richting het nationale park Þingvellir. De weersomstandigheden zijn wederom niet geweldig, maar de herfstkleuren onderweg zijn adembenemend. Het maakt niet uit waar we de bus stoppen. IJsland is vandaag gewoon één groot “Kodak moment”.

Þingvellir laat zich vandaag van zijn beste kant zien. Een mooie wolkenlucht met hier en daar een momente zonlicht. Het herfsttapijt waarin het nationale park zich heeft gehuld schiet bij het minste straaltje zonlicht in vuur en vlam zodat je wordt gedwongen om je camera continu in de aanslag te houden, wat voor een fotograaf trouwens geen straf is.

Öxarárfoss, de waterval bij Þingvellir verplaatst meer water dan ik hier ooit heb gezien. Het is gelukkig niet druk zodat we niemand in de weg staan me onze wirwar van statieven. De omstandigheden zijn goed om ons hier uit te leven met “Lange sluitertijden fotografie”. De balans vinden tussen het creëren van een waas van water zonder het verliezen van de structuur in het water is bijna een wetenschap. Wanneer ga je te ver en verlies je jezelf in het effect. Voor mij moet een effect iets toevoegen aan de foto in plaats van dat het effect de foto wordt.

 

Voor de komende drie nachten hebben we een eigen huis op het schiereiland Snæfellsnes, het huis Lambalækur. een mooi oud en gezellig huis dat we gebruiken als uitvalsbasis voor de komende drie nachten. Het huis weet ons extra te verwelkomen met een prachtige regenboog.

Ook hier wordt onze nachtrust wreed verstoord door het noorderlicht.

8 oktober

De omstandigheden konden niet beter zijn. De temperatuur lag vannacht onder het vriespunt en er was nauwelijks wind. In de lucht hangt wat sluierbewolking met daar tussenin veel ruimte voor de blauwe hemel.
Ook nu is het een kwestie van stoppen voor een fotomoment. In veel omstandigheden is het licht belangrijker dan de locatie. Bij mooi –lees bijzonder- licht heb je niet veel nodig voor een mooie foto. In tegenstelling tot slecht licht. Bij een mooie locatie levert slecht licht vaak toch geen mooie plaatjes op. Geleid door het licht houden we een extra lange stop bij onder andere Gerðuberg. Een mooie wand bestaande uit kolommen van basalt. De herfstkleuren, het licht, de omgeving. We hebben op dit moment alle omstandigheden mee zodat we het moment optimaal benutten.

De fotomomenten volgen elkaar nu snel op. We hebben onder andere Ytri Tunga waar we enkele zeehonden weten te spotten, het kerkje zwarte kerkje Búðir, en natuurlijk Gatklettur bij Arnarstapi. Voor mij is de wandeling van Arnarstapi naar Hellnar altijd een geweldige ervaring. Ook vandaag zitten de omstandigheden mee.

Helaas heb ik de taak om iedereen weer met de bus op te pikken aan het eind van de wandeling. Ik rijd naar het eindpunt en neem plaats op het terrasje van misschien wel het kleinste eetcafeetje van IJsland. Terwijl de zon en de wind er om vechten of ze me moeten verwarmen of verkoelen geniet ik van een kop koffie terwijl ik wacht op de dappere wandelaars.
Als we weer compleet en opgewarmd zijn rijden we weer verder. We hebben diverse fotostops, soms gewoon omdat het licht mooi is, maar ook soms om de verborgen pareltjes van dit schiereiland te bezoeken. Een daarvan is de Klukkufoss, of wel de klokwaterval.

Daarna rijden we door naar de beroemde bijna iconische berg Kirkjufell. Zowel zijn ligging als zijn markante vorm maken dit volgens mij de meest gefotografeerde berg van west IJsland. Als wij aankomen is het helaas redelijk bewolkt. Dat neemt natuurlijk niet weg dat we de berg mooi weten vast te leggen op de gevoelige plaat, als ik daarvan in het digitale tijdperk nog steeds mag spreken.

Na een goede maaltijd in Ensku Húsin sluiten we de dag af met nog een uurtje noorderlicht fotografie.

Aurora Reis 2015 deel 1

Door de voorbereidingen van de volgende fotografie reis naar IJsland is het blog van de vorige reis een beetje naar achteren geschoven. Omdat de reis nu on-line staat (Hier) en ik weer overzicht krijg in mijn werkzaamheden kan ik een begin maken met het blog.

Hier deel 1 van de fotografie reis van 4 tot en met 11 oktober 2015

4 oktober

Het komt nog net niet met bakken uit de hemel, maar bij aankomst op IJsland regent het. Het is oktober 2015 en we staan aan het begin van een nieuwe Aurora Borealis / Fotografiereis. Ik heb weer de mooie taak om een aantal enthousiaste fotografen kennis te laten maken met de veelzijdige landschappen en spectaculaire natuur van IJsland.
Onderweg gaat het natuurlijk veel over fotografie en visie op de fotografie, maar daarnaast is gelukkig ook voldoende ruimte voor een stukje geschiedenis, het ontstaan van IJsland en anekdotes van voorgaande reizen.
Onderweg naar ons eerste onderkomen wordt de bus geteisterd door zware regen en flinke windstoten. Uitstappen om te fotograferen heeft weinig zin. Alvast wennen aan het IJslandse landschap lukt toch wel door de beregende ramen en tussen twee slagen van de ruitenwissers door.
We overnachten niet ver van Selfoss.

5 oktober

De volgende dag zijn we redelijk vroeg uit de veren. We vertrekken nog in een bui, maar gaandeweg naar onze eerste stop houdt het op met regenen en kunnen we genieten van de Faxi waterval. De lucht is nog wat grijs, maar gelukkig niet helemaal egaal grijs. Op IJsland moet je het als fotograaf niet hebben van goed weer, maar van interessant weer. Geef mij maar luchten vol met wolken. Hoe donkerder hoe liever, en dan hier en daar wat zonnestralen die door het wolkendek weten te priemen en mijn dag is weer gemaakt.
De waterval Gullfoss ligt in de rivier met de naam Hvítá wat witte rivier betekend. Deze keer is het anders. De vele regen van de afgelopen dagen heeft veel modder en zand in de rivier gespoeld. Met een beetje fantasie is de bruine modderkleur ook wel goudkleurig te noemen wat de Gullfoss (gouden waterval) eer aan doet.

6 oktober

De weersverwachting voor de zuidkust is aanzienlijk beter dan die van de rest van IJsland. Reden genoeg om onze planning om te gooien en vandaag de zuidkust te volgen.
Ook langs de ringweg heeft de regen zijn sporen achtergelaten. Soms is het alsof je over een hele lange brug dwars door een meer rijd. Het levert wel mooie beelden op. We stoppen niet allen bij de highlights van IJsland, maar vooral als het weer het toelaat. Dat wil zeggen dat we bij mooie lichtomstandigheden de bus aan de kant zetten en ons fotografisch storten op het landschap.
Een oude stal met daarbij een silo, bespoten met graffiti levert mooie plaatjes op. Een wel heel vreemd item op dit stuk grond is de kajuit van een boot. De eigenaar van het land legt me uit dat dit omgebouwd gaat worden tot een zomerhuisje.

Tijdens het zoeken naar aandachtspunten voor mijn foto stuit ik op een klein beeldje dat langzaam maar zeker door mos wordt overwoekerd. Huisvlijt? of wellicht een kunstwerk…

Bij Reynisfjara hebben we een prachtig uitzicht. Niet alleen op de Reynisdrangar, maar ook op Dýrholæy. Ik concentreer me op de hoogste pilaar om het juiste moment van de golfslag vast te leggen. Als ik me even later omdraai is Dýrholæy door zware regen aan het oog onttrokken. Terwijl de bui langzaam onze kant indrijft leg ik nog enkele patronen van de basaltkolommen op de foto vast. Even later moeten we door de regen onze bus in vluchten.

Gelukkig is dit ook maar een bui, want vanaf de ringweg zie ik vaag de contouren van Dýrholæy weer tevoorschijn komen. Het blijft onder de omstandigheden een gok, maar ik draai toch maar af om aangekomen bij de kaap te genieten van de prachtige lichtomstandigheden.

Als we later, veel later die dag terug zijn bij ons guesthouse en we aan onze welverdiend diner plaatsnemen worden we al snel van de tafel verdreven door het opkomende noorderlicht. Gelukkig zitten we dan al aan het dessert, en dat wordt niet koud…
Laat de Aurora maar schijnen.

 

Een complete foto impressie van deze reis kun je vinden op deze link

 

Huiswaarts…

En weer sneller dan ik dacht, en sneller dan ik zou willen zijn we alweer aangekomen bij de laatste dag van deze fotografie/noorderlicht reis. Deze dag wordt gevuld met de plekken die we op de heenweg hebben overgeslagen.
Het weer zit ons enorm mee, al zou ik als fotograaf liever wat wolken partijen zien, maar hoor mij nu eens klagen bij een strak blauwe lucht…

Een van de momenten dat de bus toch echt aan de kant moet is als we bij windstilte een bijna rimpelloos meertje zien aan de voet van de ruim 700 meter hoge berg Lómagnúpur. Dat vraagt niet enkel om een foto van de berg, maar ook voor een groepsfoto. Dit is hiervoor een mooie locatie. Oké, we zien er een beetje ondermaats uit bij deze gigantische rotspartij, maar bij al die schoonheid en natuurfenomenen die we de afgelopen week mochten aanschouwen kunnen we ook niet anders dan ons klein en nietig voelen.

Een plek waar ik altijd even tot rust kom is toch wel bij de stroomversnelling in de rivier de þvera. Hier kun je met gemak de hele dag blijven zitten en je geen moment vervelen.

Die hele dag hebben we helaas niet, wat met bijna 400 kilometer voor de boeg moeten we toch keuzes maken. De volgende keuze die we maken is de Skógafoss. Een ruim 60 meter hoge waterval die vandaag wordt vergezeld van een dubbele en soms zelfs 4 dubbele regenboog. Maar daarvoor moet Ik dan natuurlijk wel de spiegeling meetellen.

De laatste echte fotostop is bij de Seljalandsfoss. Op de heenweg moesten we hier vanwege het erge slechte weer gewoon aan voorbij rijden.

Voordat we verder rijden naar hotel Berg in Keflavík stoppen we nog even langs de route gewoon omdat het hier weer zo mooi is.

De oktoberreis heeft weer veel mooie (foto)momenten opgeleverd en ik kijk uiterst tevreden terug op de prachtige Dagen en fotomomenten die we hier hebben gehad.

Steven, Caroline, Magda, Hans, Betty, Colette, en Lita, bedankt voor jullie fijne gezelschap, fijne gesprekken en al het andere wat deze reis onvergetelijk heeft gemaakt.

Ook interesse in een fotografie reis met kans op Noorderlicht in IJsland? Klik hier

Een dagje Skaftafell

Het is alweer de zesde dag in IJsland. Het is gisterenavond nogal laat geworden. Het zien van de Aurora Borealis heeft me op scherp gezet. Slaapdronken kijk ik tussen twee hazenslaapjes door naar buiten om te kijken hoe de Aurora zich ontwikkeld.

De aurora is zowat de hele nacht doorgegaan, en zelfs in het schemer van de ochtend zijn nog sporen van het noorderlicht aanwezig.
De heldere nacht gaat over in een heldere dag. Vandaag staat of Skaftafell op het programma, of met een beetje geluk de Bárðarbunga. Hoewel het weer bij ons hotel prachtig is zie ik op de weersite van IJsland voornamelijk bewolking en sneeuw daar waar de Bárðarbunga hoort te liggen. Om acht uur krijg ik dan ook de bevestiging dat vanwege het weer de vlucht over de vulkaan niet zal doorgaan. Er blijft nog een beetje hoop voor de namiddag, maar de kans is erg klein.

Op deze kleine tegenslag na belooft het een prachtige dag te gaan worden die we voornamelijk zullen doorbrengen
in Skaftafell.

De wandeling naar de Svartifoss is al weergaloos. Een mooie blauwe lucht met wat strategisch geplaatste witte wolken maakt het moeilijk om de groep fotografen in beweging te krijgen. “ Nee, het is hier zo mooi, Nog even dit fotograferen, en oh dat is ook wel erg boeiend”. Het maakt mij niet uit. Vandaag hebben we voldoende tijd om dit mooie stukje IJsland goed op de foto vast te leggen.
Welke kant je ook uit kijkt, alles is een plaatje. Je kunt blijven schieten, en waarheen je de camera ook draait, het verveelt nooit.

De route van Svartifoss naar de Skaftelljökull is niet lang, maar met een groep fotografen in de bus kun je er wel erg lang over doen. Het doet mij dan ook alleen maar plezier om overal om me heen camera´s te horen klikken, statieven uitgestald en ingeklapt zien worden en de ene oh over de andere te horen. Ikzelf doe daar ook gewoon aan mee.

De wandeling naar de tong van de gletsjer lijkt ook nu weer wat langer te zijn geworden. Ik hoorde dat de gemiddelde terugtrekking van de gletsjer rond de 50 meter per jaar ligt. Ik ga op mijn gemak aan de waterkant zitten en neem de omgeving eens goed in me op.

Wat voel ik me klein onder deze kollosale ijspieken. Een stukje voor de gletsjer lijkt het water plots wat tot rust te komen. Het levert een mooi contrast op met de rest van dit stuk van de gletsjer. Soms loont het om gewoon even rustig op een plekje te gaan zitten en te kijken wat er gebeurt.

Tevreden pak ik mijn camera terug in de rugzak en wandel langzaam terug naar de parkeerplaats. Maar voordat ik terug ben bij het hotel moet ik de camera toch weer te voorschijn halen. Dit kun je niet negeren.

Nadat ik de bus nog even volgetankt heb zodat we morgen niet te vaak hoeven te stoppen zie ik de lucht langzaam rose kleuren. Gewapend met mijn camera snel ik naar een heuvel achter het hotel vanwaar ik geniet en tegelijkertijd foto´s maak van deze mooie zonsondergang.

In de avonduren hebben we nog een klein beetje noorderlicht. Liggend op een heuvel geniet ik van het schouwspel. Mijn camera is geprogrameerd om te blijven schieten, daar hoef ik niets aan te doen. Ik hoef alleen maar te kijken.

Jökulsárlón, eeuwige schoonheid

Het is bijna een traditie, en natuurlijk wil je het ook niet missen. Voor het ijsbergenmeer Jökulsárlon trekken we een hele dag uit. Het wordt alleen erg moeilijk het meer te bereiken als de uitzichten onderweg mooi zijn en steeds mooier worden.

Het licht is deze ochtend dan ook prachtig.

Door de wind ligt er vandaag een minimale hoeveelheid ijs in het meer. Tenminste niet vlak bij de brug. Daar ligt wel een en ander aan mooie sculpturen, maar het grootste deel ligt vlak tegen de kilometers verderop gelegen gletsjer aan.
Gelukkig is het strand vandaag rijkelijk met ijs toebedeeld. Prachtige sculpturen rijzen op uit het woelige water. Enkele meters hoge varianten stelen de show, maar ook de kleinere brokken met hun schitterende schoonheid trekken stuk voor stuk om aandacht.

De golven beuken om het hardst om de grote stukken te doen breken. Lang houden ze het dan ook niet vol. De brokken ijs zijn geen partij voor de kracht van het water.

Terwijl de zon gestaan zijn weg naar beneden vervolgd rijden wij terug naar ons hotel. Natuurlijk niet zonder onderweg nog enkele keren te stoppen en te genieten van het nog steeds mooie licht en de prachtige kleuren.

Om de dag compleet te maken gaan we in de avond nog naar de lichtshow die Aurora Borealis heet.

Interessant weer

Op de weersite van IJsland ziet het er vandaag veelbelovend uit. Dit is een tegenstelling van wat ik door het raam zie. Donker grijze luchten en bomen die geen keus hebben dan meebuigen met de wind vormen het decor van deze dag in IJsland.
Het eerste half uur twijfel ik enorm. Sla ik af bij Skógafoss, of rijd ik door? Het doorrijden houd stand tot het moment dat ik de waterval in het oog krijg. Ondanks de grijze lucht en de regen reserveer ik 20 minuten om alvast een indruk te krijgen van het watergeweld. Op de terugweg komen we toch weer langs de waterval. Dat is dan later op de dag waarbij de kans op het zien van “de” regenboog aanmerkelijk groter is.

Er worden een paar foto’s geschoten, maar de beschutting van de bus is toch erg verleidelijk. Met de ruitenwisser op standje twee rijden we Petursey voorbij. Ook nu ben ik vanwege het weer ervan overtuigd dat we Dyholæy beter kunnen overslaan. Met nog een kleine kilometer voor de afslag lijken de wolken enigszins open te trekken zodat op ongeveer honderd meter voor de afslag te richtingaanwijzer toch naar rechts aangaat.
Het is hoog tij, waardoor het strand vrijwel ontoegankelijk is. Daarom zet ik koers naar de vuurtoren. De windkracht is hier enorm. Zelfs met het parkeren van de bus moet ik hier ernstig rekening mee houden. Het laatste wat je wilt is dat de deur uit je handen schiet en vervolgens in een hoek komt te staan die je in de gebruikershandleiding van de auto niet terug zult vinden.

Buiten kunnen we letterlijk tegen de wind in hangen. Slechts met moeite weten we bij de vuurtoren en het uitzichtspunt op de boog te komen. Niemand klaagt over de wind. In tegendeel, er wordt genoten van deze extreme omstandigheden. Het is onderdeel van de ‘ Iceland Experience’.

Ongeveer 20 kilometer verderop rijden we naar Reynisfjara. Het gitzwarte strand dat zich ooit in de top 10 van de mooiste stranden van de wereld bevond. Door de 340 meter hoge berg Reynisfjall staan we redelijk beschut.

Ik zelf heb het strand al meerdere keren bezocht en besluit me niet teveel te concentreren op de pilaren die de Reynisdrangar vormen maar me meer te richten op de vele vormen in de bergwand. Al snel heb ik spijt dat ik mijn statief in de auto heb laten liggen. Uit de hand fotograferen lukt wel, maar naar mijn mening moet de ISO van de camera teveel omhoog gezet worden om nog uit de hand te kunnen schieten.

Die middag rijden we verder naar het oosten. De eerste stop is een paar kilometer voorbij Vík bij Hjorleifshofdi. Een tot de verbeelding sprekende zandvlakte met hier en daar een uitstulping en wat eenzame plantjes vormen het decor van deze surrealistische omgeving.

Planten worden penselen in de handen van de wind. Verder dan enkele eenvoudige strepen in het zand zal het niet komen, en zodra de wind weer draait zal deze de zojuist gemaakte creaties weer eenvoudig uitgummen.

Vanaf het Eldhraun begint het weer wat op te knappen. Door de vele regen van de afgelopen weken heeft het mos een mooie diepgroene kleur. De vele vormen nodigen uit tot het schieten van veel plaatjes.

Als laatste stop gaan we naar de Verenkloof. Een prachtige kloof van ongeveer 2 kilometer lang en een hoogste punt van om en nabij de 100 meter. De formatie ontstond ongeveer 2 miljoen jaar geleden door de kracht van het water.

De zon sluit deze dag af met een mooie rode avondlucht. De belofte voor beter weer vanaf morgen.

Þjórsárdalur en Gjáin

Deze dag is gereserveerd voor Þjórsárdalur en Gjáin. Onderweg hierheen wordt onze bus nog geteisterd door een beetje regen maar heel veel wind. Na een paar korte fotostops komen we bij het eerste officiële fotografische deel van het programma. De Hjálparfoss. Een mooie fotogenieke waterval die we vandaag bijna helemaal voor onze fotogroep hadden. De enige andere aanwezigen waren werkers die bezig waren een nieuw pad aan te leggen. Laten we hopen dat ze niet ook bezig waren met een uitkijkplatform waarvan je dan in de toekomst nog slechts vanaf een afstandje naar de waterval mag kijken.

Daarna komt het hoofddoel van onze trip van deze dag in zicht. Gjáin. Vanaf de eerste keer dat ik Gjáin heb betreden heeft het gebied zich in mijn hart gesloten. Als er al elfen in IJsland wonen stel ik me voor dat ze dat voornamelijk hier doen. Een meer tot de verbeelding sprekend sprookjesachtig gebied vind je volgens mij niet in IJsland.

Als we de zandweg inslaan ziet het weer er niet hoopgevend uit. Donkere wolken pakken zich samen boven ons. Fotografisch natuurlijk prachtig, zolang ze hun water maar vast houden.

De mooiste waterval ligt wel enigszins verstopt zodat je wat moeite moet doen om deze te bereiken. Maar eenmaal oog in oog met deze schoonheid vergeet je de moeite die je ervoor hebt moeten doen direct.

Hoe verder de dag vordert hoe mooier de luchten worden. Zo nu en dan is er zelfs wat blauw tussen de grijze massa te ontdekken. Het is moeilijk ons los te rukken van dit landschap, maar er is geen keus, het einde van de dag dient zich aan, en we hebben nog een lange weg voor de boeg. Tijdens die lange weg zetten we nog regelmatig de bus aan de kant om van de gelegenheid gebruik te maken het mooie landschap vast te leggen.

We zijn niet meer zo heel ver van het hotel verwijderd en hebben nog even tijd om een van de iets minder bekende watervallen van IJsland te bezoeken. De Gluggafoss. We moeten wind en regen trotseren maar ik hoor niemand klagen. Het weer geeft gewoon karakter aan het landschap!