Menu Sluiten

IJskoud IJsland

We hangen nog in de lucht als we onze eerste indrukken van winters IJsland krijgen voorgeschoteld. IJsland lijkt vanaf hier een vlak en eenkleurig landschap. De bergen zijn verworden tot kleine hoopjes die alleen zichtbaar zijn door de schaduwrandjes van een al vroeg laagstaande zon. Het enthousiasme om over een paar minuten alweer op dit mooie witte IJsland te kunnen wandelen begint zich steeds meer meester van mij te maken.

Verder naar het westen wordt de hoeveelheid sneeuw steeds minder. Vanuit de lucht is het moeilijk te orienteren waar we precies zitten. De markante berg die net boven Selfoss ligt geeft weer wat houvast. Een spierwitte top, maar vanaf de flanken alleen nog maar zwart en aan de voet van de berg het bruin goude winterse IJsland.
Aangekomen bij Kevlavik is de sneeuw dan ook bijna helemaal verdwenen. Het is een mooie zonnige dag en deze dag is het dan ook zeker waard een bezoek te brengen aan Krysuvik. Ik vind het altijd een mooie kennismaking met IJsland. Het oerlandschap komt hier duidelijk naar boven, en de immense krachten die hier diep onder de grond plaatsvinden manifesteren zich op een indrukwekkende manier aan het oppervlak.

Vanaf Krysuvik moeten we nog een behoorlijk stuk rijden voor ons eerste hotel. Hotel Anna, iets voorbij de Seljalandsfoss wordt de komende drie dagen onze uitvalsbasis. Na het diner wordt er nog even wat nagepraat maar al snel ligt iedereen op een oor. Morgen hebben we een drukke dag.

Op de route naar onder andere Gullfoss en Geysir ligt het kerkje van Skalholt. Een mooie plek om deze dag te beginnen. Skalholt was vroeger het culturele centrum van IJsland en verdient alleen al daarvoor een bezoek. Het is zondag, en als we aankomen horen we het koor zingen. Helaas, er is een mis gaande dus kunnen we enkel het kerkje van de buitenzijde bewonderen en fotograferen. Dat veranderd als er even later iemand komt en ons verteld dat er op dit moment slechts wordt geoefend door het koor en dat we welkom zijn om te komen kijken. We nemen die uitnodiging natuurlijk aan. Even later luisteren we naar het koor dat mede dankzij de mooie akkoestiek van de kerk een geweldig en origineel geluid laat horen. Ik ben zelf geen kerkganger, maar geniet van hetgeen het koor ons laat horen. De mooie lichtval van de glas in lood ramen schetsen een mooi decor voor dit geheel.

Als opwarming voor wat straks gaat komen nemen we ook tijd voor het in beeld brengen van de Faxi. Een iets onbekendere maar daardoor niet minder mooie waterval. Faxi (Paardenmanen) is voor vele een eerste kennismaking met lange sluitertijd fotografie. Statieven worden opgezet, filters worden voor de lens gedraaid, en poetsdoekjes halen de steeds terugkerende waterdruppetjes weer van de filters weg. Na iedere foto moet worden gecontroleerd of het filter nog wel droog was. Een nat filter geeft een vervelend effect op je eindresultaat. Natuurlijk kan het ook creatief worden ingezet, maar dat is weer een ander verhaal.

Ons volgende doel is het geiser gebied met als enige echt werkende geiser de Strokkur. Er staat een stevige wind en de lucht is staalblauw. Voldoende ingredienten om tot een goed resultaat te komen van het fotograferen van een “Strokkur eruptie”.

Als we bij Gullfoss aankomen is de stevige wind veranderd in bijna storm. IJskoude wind vanuit de binnenlanden striemt in onze gezichten. Het is bijna onmogelijk tegen de wind in te lopen zonder dat of je capuchon of je muts van je oren vliegt. Soms zelfs beide. De nevel die vanaf Gullfoss tot bijna de parkeerplaats opwaait lijkt bijna als hagel in je gezicht te slaan. Het is zaak je camera in orde te maken met je rug naar de waterval, te wachten op een windluw moment je om te draaien en dan snel de compositie te maken en af te drukken. Vanaf het hoger gelegen uitzichpunt is het makkelijker te fotograferen, al moet je wel zorgen dat je goed schrap tegen de ijskoude wind gaat staan. Maar het uizicht is onvergetelijk.

Terwijl de wind hard aan onze Toyota rukt en probeert om ons van de weg te duwen naderen we Thingvellir. Ook een interresante plek zowel qua IJslandse cultuur als in fotografisch opzicht. We staan kort stil bij de cultuur maar gaan dan op pad voor de mooie plaatjes. Een enigzins winters landschap met ijspegels en bijna dichtgevroren riviertjes strekt zich voor ons uit. Een plek waar je wel een hele dag kunt rondlopen en steeds nieuw motieven kunt vinden. Als afsluiter van Thingvellir lopen we naar de Oxarafoss. Een waterval die prachtig over de randen van de kloof naar beneden stort. Ook hier weer veel ijspegels en nog maar een klein stroompje water wat ook weer mooie platen oplevert.

Tijdens het diner in Guesthouse Anna gaat mijn Noorderlicht alarm af. Een KP index van 7. Vanmorgen had ik al gehoord dat 5 werd verwacht, wat opzich al redelijk hoog is. Even later horen we van een van de medewerkers dat het noorderlicht zichtbaar is. We zitten net aan de koffie, maar die mag van iedereen koud worden. Uit de kamers worden de camera’s en statieven tevoorschijn gehaald en niet veel later staan we met zijn allen buiten ons te vergapen aan het noorderlicht. Op mijn voorstel om met zijn alle naar de Seljalandsfoss te rijden wordt enthousiast gereageerd. Nog geen 10 minuten later zijn we onderweg. Op de Seljalandsfoss na, welke in de avonduren in de spotlights wordt gezet is het aardedonker. Het resultaat is dat je overal wel ooh’s en aah’s hoort, maar je bijna niemand ziet. Slecht de rode en groene led lampjes die aangeven dat er weer een vastgelegde Aurora Borealis wordt weggeschreven naar de geheugenkaart van de camera verraad de aanwezigheid van de medefotografen.

Ongeveer anderhalf uur later verdwijnen we verkleumd maar voldaan terug in onze Toyota Hiace. We genieten nog na van wat we hebben gezien en luisteren ondertussen naar het lied Aurora van de IJslandse zangeres Björk. Terug bij het hotel verdwijnen vele meteen naar binnen naar hun kamers om op te warmen en te gaan slapen. Slechts enkele die hards blijven buiten nog nagenieten van het langzaam verdwijnende noorderlicht. Even later is het weer stil in het hotel.

Aan alles komt een eind

Het is nog vroeg in de ochtend als we aan de reis richting Keflavik beginnen. We hebben de hele dag tijd waardoor de eerste fotostop al wordt ingelast als we nog geen kilometer van het hotel af zijn. Er is nauwelijks wind en de lichte vorst heeft ervoor gezorgd dat de plassen water niet ver van de weg een perfecte spiegeling creëren van de besneeuwde toppen van de Vatnajokull. Zelfs een hekje in het landschap wordt mede door de opkomende zon omgetoverd in een fotogeniek stukje IJsland.

Aan de randen van de plassen heeft de vorst gezorgd voor creatieve vormen in het ijs. Je kunt geen meter lopen of je ziet weer een bijzonder plaatje waarvoor je toch even op de knieën moet om het vast te leggen.

Een klein stukje verderop nemen we de afslag naar de Svinafelljökull. Wat mij betreft een van de mooiste uitlopers van de Vatnajökull. Als we aankomen komen de eerste zonnestralen net boven de bergrug uit en verlichten hiermee de randen van het ijs die daardoor bijna doorzichtig worden

De zon staat alweer een stuk hoger als we aankomen bij de Svartifoss. Twee dagen geleden was zowel de weg als het pad afgesloten vanwege de hevige regenval. 320 mm in twee dagen was te veel om te verwerken. Op beelden die ik zag in het bezoekerscentrum was duidelijk te zien dat de normaal gesproken zo rustige Svartifoss was verworden tot een heuse gletsjer waterval met bijbehorend bruin troebel water. De enige sporen die wij nog zien van deze overstroming zijn takken die her en der verspreid over de pas nieuwe brug liggen of vastgeklemd zitten tussen de peilers.

We rijden verder door een nu redelijk zonnig IJsland, en al voorspellen de wolken ver in het westen niet veel goeds, voor dit moment genieten we van het zonnetje en de korte fotostops. De Dakota die in 1973 ten zuiden van de Solheimajökull een noodlanding maakte wordt de volgende lange tussenstop. Het is even een stukje rijden vanaf de ringweg, maar je stoot dan op een surrealistisch tafereel dat je hier zeker niet zou verwachten.

Als we aankomen bij het hotel is het inmiddels gaan regenen. In het donker kijk ik vanuit mijn hotelkamer naar de vele regen die over het raam stroomt. Als ik de volgende dag ontwaak is het uitzicht niet anders. We nemen extra tijd voor het ontbijt en bereiden ons voor op een volle regendag.

We brengen een bezoek aan het skicentrum Bláfjell op het schiereiland Reykjanes. Ik ken hier één van de medewerkers, Bob uit Nederland die hier in IJsland een nieuw bestaan heeft opgebouwd. Het skigebied is voor publiek gesloten. Te weinig sneeuw en teveel regen. Deze tijd wordt besteed voor onderhoud, en wij krijgen een rondleiding. Het is leuk om eens een keer te zien wat er allemaal moet gebeuren om de pistes te onderhouden. Tegen de middag hebben we het allemaal gezien en zetten koers richting Keflavik. Als we dichter bij Grindavik komen lijken de weergoden ons goed gezind. De lucht breekt open en van tijd tot tijd weet zelfs de zon het landschap in vuur en vlam te zetten. We gaan voor een herkansing naar Gunuhver waar we vorige keer zijn weg geregend.
Er staat nog steeds een straffe wind, maar met de uit de grond ontsnappende stoom levert dat weer mooie plaatjes op. Twee spuiters sturen een stoom kolom honderden meters de lucht in. Het bijbehorende geluid is het beste te vergelijken met dat van een opstijgende straaljager.

Dan is het tijd voor een laatste bezichtiging We gaan naar de kust bij de vuurtoren Reykjanesvíti. De golven beuken woest tegen de kust. Met moeite is af en toe het 11 kilometer verderop gelegen eilandje Eldey te zien. Meeuwen krijsen in de wind, laten zich door de thermiek meevoeren, hangen af toe stil in de wind en kijken nieuwsgierig naar de twee fotografen die plat op hun buik op de grond liggen omdat het door de wind vrijwel onmogelijk is hier rechtop te blijven staan.

Omstuimig Jökulsárlón

De koude wind trekt hard aan onze auto. Ik heb al mijn concentratie nodig om de auto goed op de weg te houden. Maar er is geen regen. Onze ruitenwissers kijken vandaag werkloos toe hoe we steeds dichter bij het ijsbergenmeer Jökulsárlón komen. Onderweg genieten we van het mooie licht dat schijnt op de besneeuwde bergtoppen rondom de zuidkant van de Vatnajökull.

Uitstappen doen we vandaag om beurten. Het is bijna niet te doen om aan beide zijden van de auto tegelijkertijd de deuren te openen. Ten eerste zou de complete inhoud eruitwaaien, en terwijl aan de ene kant de deur hard wordt dichtgesmeten zou hij aan de andere zijde net zo hard worden opengerukt. Er is dus ook wel wat kracht nodig om uit te stappen.
De koude harde wind gaat dwars door onze kleding heen. Gelukkig kunnen we nog wat extra laagjes aantrekken evenals mutsen en handschoenen.

Als we aankomen bij het ijsbergenmeer lijkt het alsaf al het ijs uit het meer is verdwenen en aan de oostzijde op het strand is gesmeten. Het licht er werkelijk bezaaid met de meest fantasierijke ijscreaties.

De laagstaande zon schijnt door de ijsbergen heen die zowel wit, blauw, grijs als doorschijnend op het strand liggen. De door de wind tot grote hoogte opgezweepte golven laten hun witschuimende koppen terug richting de zee blazen. Al met al een mooi decor voor het ijsbergen assorti op het strand.

De wandeling naar het strand is trouwens niet geheel zonder gevaar. Het scherpe zwarte strandzand waait hoog op. Kijken in de windrichting is onmogelijk. Moeizaam lopen we met ons hoofd afgewend naar de branding om de ijsbergen te vereeuwigen alvorens de zee ze weer in vloeibare toestand tot zich zal nemen.

In de middag wandelen we langs het meer in de richting van de gletsjer. In de richting, want om bij de gletsjertong te komen heb je wel een hele dag nodig. De wind heeft het ijs in noordoostelijke richting gestuwd. Waar je normaal gesproken vanaf de parkeerplek het ijs kunt aanraken liggen nu slechts een paar verdwaalde kleine brokjes ijs. Gelukkig ligt er noordelijker voldoende om ons fotografisch op uit te kunnen leven.

Hoewel de wind hier aan het meer aanzienlijk minder hard waait als aan zee klotst het ijs flink op en neer. Het water van het meer vormt zelfs golven die regelmatig met geweld stuk slaan op de drijvende ijskollossen wat voor fotograferen weer voldoende aanknopingspunten vormt.
Tegen de avond drijven grote wolkenvelden over die van een spectaculaire zonsondergang helaas niets overlaten.

Toch keren wij met de buit van vandaag – mooie ervaringen en mooie foto’s- tevreden naar het hotel terug.

 

De lange rit naar het oosten

Gisteren hebben we alle highlights tot aan Vík al bekeken. Dat wil zeggen, alle highlights waarbij de regen niet met bakken uit de hemel kwam vallen. Vandaag gaan we dus eerst voornamelijk rijden. Heel de nacht heeft het geregend, en ook als we vertrekken is dat niet anders. Toch genieten we van de autorit, al was het maar omdat ondanks de regen het landschap blijft boeien.
We stoppen even bij Hjorleifurshofdi. Eigenlijk voor de eenzame rots die hier aan de achterzijde is te vinden, maar door het grijze weer is daar niets van te zien.

Gelukkig wordt het vanaf hier een beetje beter met het weer. Het wordt wat lichter en de ruitenwissers kunnen weer een standje lager.
Tegen de tijd dat we aankomen bij het Eldhraun weet de zon zelfs enigszins door de wolken te breken, en zon na regen geeft altijd magisch mooi licht. Het mos op het immense lavaveld is ondanks de tijd van het jaar vol groen en daardoor een feest voor het oog en de camera. We moeten onszelf echt weer de auto insleuren en onszelf toespreken dat we wel genoeg foto’s van dit stukje IJsland hebben. Bovendien wil ik ook nog graag een stukje gaan lopen bij Fjadragljufur.

 

eldhraun

De zon weet op de meeste plekken de bodem van de kloof te bereiken. Ik ben hier al vaak geweest, maar heb de kloof nog nooit in zo’n mooi licht gezien en weten vast te leggen. Vanaf het hoogste punt hebben we een mooi zicht op de grootste waterval van de kloof. Door de grote hoeveelheid regenwater is ook deze waterval een stuk krachtiger als anders. Het heldere water dat hier normaal gesproken doorstrooms is nu vooral troebel bruin. Het geweld waarmee het zich door de smalle plekken van de kloof weet te persen werkt hypnotizerend.

fjadragljufur

Na een paar kleine fotoonderbrekingen, onder andere bij Kirkjugolf komen we aan bij Skaftafell. We willen graag naar de Svartifoss, maar zien dat de weg ernaar toe is afgesloten. De wandeling zal dus wat langer worden en starten vanaf het bezoekerscentrum. Als we de wagen daar hebben geparkeerd worden we geconfronteerd met een bord waarop staat vermeld dat ook het wandelpad naar Svartifoss is afgesloten. Tijd dus voor een korte navraag. De man in het bezoekerscentrum weet ons te vertellen dat de weg tot ongeveer kniediepte onder water staat, en dat delen van het wandelad door de regen van de afgelopen dagen zijn weggespoeld. Het geregistreerde record voor hoeveelheid regen in Skaftafell staat op 300 mm in 1 dag. Diezelfde hoeveelheid is nu gevallen in de afgelopen twee dagen en heeft voor veel overlast gezorgd.

Hoewel het pad naar de Skaftafelljökull ook gedeeltelijk is weggespoeld is deze wel te bereiken. We gaan dus naar de gletsjer. Het water stroomt nog steeds hard over het pad heen. Hele delen zijn weggeslagen en soms moet je door redelijk diep water ploegen om verder te komen. Vanaf de rotswand komen watervallen naar beneden die hier normaal gesproken nooit zijn. Oude waterlopen zijn volgelopen met puin en de nieuwe route die door het water is geschapen heeft het asfalt pad gewoon weggespoeld. Grote kiezels van grote hoogte meegesleurd liggen nu daar waar eens het pad lag.

De gletsjer zelf lijkt door de vele neerslag een opknapbeurt te hebben gehad. Nog nooit zag ik deze gletsjer zo mooi blauw en ontdaan van het vele zwarte as wat de meeste gletsjers in IJsland siert. Hoewel de zon allang weer schuil gaat achter een dikke pak bewolking genieten we van de kleurenpracht van deze gletsjertong. Als het echt te donker wordt keren we terug naar de auto. De regenbui die losbarst als we ongeveer 500 meter van de auto zijn verwijderd veranderd als snel in een hagelbui die onze net opgedroogde jassen weer helemaal doorweekt maakt. Gelukkig zijn we niet ver van ons hotel verwijderd.

skaftafelljokull

IJsland is nat… Erg nat!

Langzaam slaan de ruitenwissers van links naar rechts en weer terug naar links. Vol overtuiging en zonder te klagen halen ze bij iedere veeg de steeds weer terugkerende waterdruppels van het raam. Ook vandaag weer valt de regen met bakken uit de hemel. Toch ziet IJsland er -voor zover we het kunnen zien- weer bijzonder uit. Het eens zo fris groene gras presenteert zich nu als een gouden deken en geeft op geheel eigen wijze kleur aan het landschap.

We rijden dan ook over een van de mooiste maar wat onbekendere routes in IJsland, Thjorsurdalur. Tussen de buien door weet het landschap ons keer op keer te verleiden de auto te verlaten om het landschap fotografisch vast te leggen.

Onze eerste stop wordt de Hjalparfoss. Een mooie dubbelle waterval mond hier uit in een liefelijk meertje. Omgeven door zwart gesteente bruist het witte water ongeveer 20 meter naar beneden. Het is de regen die na ongeveer 20 minuten bepaald dat we hier alweer lang genoeg zijn gebleven. We vluchten terug naar de auto met als volgende doel het mooie Gjain. Helaas is de weg naar Gjain afgesloten. Het is ook meteen duidelijk waarom. Van een weg is hier eigenlijk geen sprake. Het regenwater heeft bezit genomen van de weg. De weg is weg.

We rijden verder in de hoop de Haifoss te kunnen bereiken, maar nemen eerst nog een andere aflag. Hoewel hier geen highlights zijn te vinden, blijkt de keuze niet slecht. Mooie vergezichten en velden bedekt met ijsformaties strekken zich voor ons uit. Het kleine beetje zonlicht dat een beetje flauw door het wolkendek weet te priemen geeft het landschap een bijzondere aanblik.

spiegeling

Aan het eind van de route komen we uit bij een stuwmeer dat bijna geheel bevroren is, en waar we met het laatste beetje zon van deze dag nog wat plaatjes weten te schieten.

waterval

De afslag naar Haifoss ziet er veel belovend uit. Dat wil zeggen; er staan geen borden om aan te geven dat de weg is afgesloten. Grote delen van de weg zijn echter opgegaan in het vele water er omheen.

Door drooggebleven stukken is de ligging van de weg nog wel te reconstrueren. Vlak bij een hut begint de weg te stijgen en wordt dan ook weer gewoon zichtbaar. Een paar kilometer lang gaat het buitengewoon goed en lijken we de Haifoss te kunnen bereiken. Helaas begint de auto dan steeds meer de grip op het zand te verliezen. Met moeite houden we de auto enigszins in het spoor, maar steeds vaker lijkt het erop dat we de strijd met de modder niet gaan winnen en vast zullen komen zitten. Er zit niets anders op dan de auto te keren en terug te rijden naar de hoofdweg. Onderweg schieten we af en toe nog een plaatje.

bij hekla

paardjes

Kilometers later komen we aan bij de Seljalandsfoss. Een paar minuten hebben we de waterval voor ons zelf. Dan komt een touringcar en lijkt het terrein bijna een festival terrein. Het is bijna grappig om te zien hoeveel verschillende kleuren (felle kleuren) regenjassen er bestaan. Bij sommige vraag ik me echt af wat de mensen dachten toen ze hem kochten. Zwarte, groene, blauwe, oranje en enkele waarvan ik niet wist dat die kleur bestond. Als even later een 10 tal zware jeeps uit de richting van Thorsmork komt aangereden is het feest helemaal compleet. Wij wandelen even naar een paar verderop gelegen watervallen, en keren pas weer terug als de bus zijn passagiers weer heeft opgeslokt en zijn route weer heeft vervolgt.

seljalandsfoss

Tegen beter weten in nemen we even de aflag naar de Skogafoss. Tegen beter weten in, want eigenlijk is het vanaf de ringweg al duidelijk dat het weer te slecht is om mooie foto’s van de waterval te kunnen maken, of zelfs maar te kunnen genieten van zijn aanblik. Een grauw grijze massa water stuwt een eveneens grauwe grijze nevel weer de hoogte in die nauwelijks in kleur verschilt van de openstaande hemelsluizen die vandaag volledig zijn geopend.

Bij Reynisfjara hebben we iets meer geluk. De wind is enorm en zweept de golven hoog op. Met donderend geweld slaan de golven stuk op het pekzwarte en vrijwel verlaten strand. In de beschutting van de berg staan we redelijk droog en eveneens uit de wind. Toch komt ook nu het gevaar van boven. De lucht boven ons is gevuld met activiteit van enkele honderden meewen. Die laten zo nu en dan wat vallen. 99% is gelukkig mis, maar zo af en toe vind je plots wat witte smurry terug op je regenjas, regenbroek of zelfs op onze camera’s. De poetsdoekjes zijn onder handbereik en regelmatig nodig.

Wat fotografie betreft zijn we helemaal hot. We hebben een zwart strand, grijze lucht, grijze golven, bijna witte meeuwen. We fotograferen nu 50 tinten grijs. Dat moet dus helemaal goed komen. Zo af en toe komt er een verdwaalde tourist het strand op, maar meestal hebben die het spectakel binnen 5 minuten wel gezien en laten ze zich terugwaaien naar hun auto.

reynisdrangar

Als wij zover zijn om te verkassen naar onze volgende fotostop loopt het strand vol met een 40 tal mensen. Waarschijnlijk is er net een bus gestopt. De durfals zijn diegene die het dichts bij de branding durven te komen en vervolgens met hun rug naar de aanstormende golven gaan staan. De durfals zijn ook diegene die even later nat tot aan hun knieeen weer afdruipen naar de bus. Een praatje met een van de andere buspassagiers leert ons dat er in de bus wel degelijk hiervoor is gewaarschuwd. Even later staat de reisleidster op het strand en neemt alle badgasten weer mee terug naar de bus. Voor ons ook de hoogste tijd om weer te verkassen.

Tussen de buien door

Het is nog donker als wij het hotel verlaten. Niet alleen zijn de dagen korter in dit jaargetijde, maar een dik wolkendeken houd het beetje zonlicht waarop we hadden gerekend ook nog voor een groot deel tegen. De planning is om naar Krýsuvik te rijden. Een bordje met de afslag naar Selantangar gooit echter roet in het eten. Dat is het voordeel van het niet werken met een planning. Je stopt gewoon zodra je iets ziet wat de moeite waard is. Bovendien is het licht even interresant geworden en willen we daarvan profiteren.

selantangar2

De overblijfselen van een oud vissersdorpje en het aangespoelde hout schetsen een mooi decor voor enkele foto’s. Terwijl krijsende meeuwen het gevecht aan gaan met de golven om wie het meest geluid kan voortbrengen zoeken wij naar de meest interresante manier om een en ander in een mooie compositie bijeen te krijgen.

Na een rondje Krýsuvik dat er met bewolkt weer een stuk minder sprankelend uitziet dan ik gewend ben rijden we via Selfoss verder naar het hete bronnen gebied van Geysir. We houden een korte stop bij de waterval Faxi.

faxi

Een korte stop is een relatief begrip. Terwijl wij ongeveer 45 minuten bezig te zijn de waterval er op zijn voordeligst uit te laten springen op onze foto’s zien we verschillende touringcars stoppen. De mensen die er uitstappen krijgen maximaal 5 minuten alvorens de bus er weer vandoor schiet richting het volgende natuurwonder van IJsland.

Wij nemen er ons gemak van en veranderen regelmatig van idee waar we nu weer heen willen gaan. Vlak voor dat ik af wil slaan naar Geyser ontspringt bij mij het brilliante idee om eerst naar de Bruarfoss te gaan. Als het 2 kilometer lange pad dat naar deze waterval leidt niet bestond uit een 20 centimeter dikke plak met modder was het idee nog echt briljant geweest ook. Er blijft voor ons niets anders over dan toch maar naar Geysir te rijden.

Voor een koude en natte wintermaand is het erg druk bij Geysir. Veel bussen en minivans laden bezoekers in en uit. Door het weer doet vooral het vlakbijgelegen souvenierswinkel annex koffiehuis goede zaken. Ook ik laat dit keer mijn camera in de tas. Een 20 meter hoge grijze stoompluim fotograferen tegen een eveneens grijze wolkenlucht levert echt geen mooie platen op.
Een kop koffie later zetten we koers naar Gullfoss.

Het blijft toch altijd weer een indrukwekkend gezicht. Het grommende geluid van het water dat over de rand naar beneden stort, de opspattende nevel en vervolgens het klotsen van het water dat zich een weg baant door de lange kloof aan de voet van de waterval.
De oevers op plaatsen voorzien van een laag ijs vormt een ander dan anders decor voor de waterval. Een mooie afsluiter voor deze dag.

gullfoss

Fotografie reis februari 2013

In de trein, op schiphol en in het vliegtuig probeer ik door hazenslaapjes compensatie te zoeken voor de korte nachtrust van de afgelopen nacht. Het concert van Sigur Rós was meer dan fantastisch. De afsluiter van het concert, het nummer Popplagið wist de hele Heineken Music Hall weer op zijn kop te zetten. Op CD al een geweldig nummer, maar live met zoveel energie gespeeld geeft het aan het nummer een hele nieuwe dimensie.
Dit keer ga ik naar IJsland met Leon, mijn broer. Gewoon even genieten van de nauur, fotografie, en meteen te kijken naar eventuele nieuwe mogelijkheden voor mijn fotografie reizen.

De prijs van de korte nacht van gisteren betaal ik nu. Paracetamol is weer eens mijn beste vriend en sleept mij door de dag.
Ik ben blij als de stewardesses van Iceland Air rond komen voor het aanbieden van drankjes en kleine snacks. Vooral een kop koffie is nu meer dan welkom. Omdat het nogal warm is in de cabine van het vliegtuig heb ik mijn trui enigszins opgefrommeld op mijn schoot gelegd. Dat moet de voorzienigheid zijn geweest, want zodra de stewardess mijn koffie heeft neergezet stoot ze met het eveneeens bestelde broodje de koffie om. Gefilterd door mijn trui en broek komt de koffie niet zo heet op mijn huid terecht. Een erg warme sensatie, maar geen verbranding. De stewardess trekt wit weg en informeert meteen of ik mezelf verbrand heb. Ze snelt weg en komt even later terug met een flinke voorraad doekjes waarmee ik de ergste rommel op kan ruimen. Mijn trui gaat mee naar de keuken om gedroogd te worden. Gelukkig vlekt koffie niet en trekken de vlekken snel weg. Een tweede kopje koffie blijft gelukkig wel recht. Ik hoop dat dit geen voorteken is voor de rest van de reis.

Op Keflavik halen we onze wagen op. Niet de Toyota Rav 4 die we eigenlijk wilde, maar een Volkswagen Tiguan. Hij zal ons best naar de plaatsen brengen waar we heen willen. Omdat het al laat is maken we even een klein rondje via Gunnuhver en Reykjanesviti naar Hotel Keflavik. Het weer is nogal somber en de schemering valt al snel in. Niet de omstandigheden om veel te fotograferen, maar toch wel leuk om even uit te waaien.

reykjanesta

 

selantangar

Aangekomen bij het hotel is na een korte douche een avondmaal en een pilsje de puf op. Als een blok val ik in slaap. Geen rustige slaap, maar een vol met flarden van dromen, veel wakker worden mezelf verdwaasd afvragen waar ik ben om vervolgens weer net zo hard in slaap te vallen. En omdat ik met mijn duffe hoofd gisteren wel de tijd van mijn camera goed heb aangepast aan de Ijslandse tijd maar dat met mijn telefoon annex wekker heb nagelaten klop ik een uur te vroeg bij Leon aan de deur om naar het ontbijt te gaan. Niet handig dus…

In een woord WOW

Gisterenavond na het avondeten zo rond 21:30 stapten we nog even naar buiten om te checken of er Noorderlicht aan de hemel zichtbaar was. Een felle streep groen licht trok van noord naar zuid over ons hotel. Natuurlijk snelden we met zijn allen weer naar binnen om even later gewapend met camera, statief en alles wat er verder bij komt kijken weer buiten onder dit geweldige schouwspel konden staan en onze objectieven naar boven konden richten. Al snel bleek dat we in de omgeving van het hotel te weinig mogelijkheden en teveel lichtvervuiling hadden om het noorderlicht goed vast te kunnen leggen. Na kort overleg besloten we met de bus naar een andere locatie te rijden waar we ver weg van alle verlichting een beter zicht hadden op het Noorderlicht. We vonden deze locatie bij de afslag naar de Svinafelljokull De ene na de andere Wow klonk door de nacht. Soms na het kijken van de zojuist gemaakte opname, maar meestal voor het moment waarop het noorderlicht door middel van een knap staaltje choreografie een unieke beweging aan de hemel zichtbaar maakte. 

 

Het gevolg was natuurlijk wel dat we de volgende dag allemaal toch wel erg moe waren. Het programma liet gelukkig toe om het erg rustig aan te doen. Ondanks de regen togen wij naar de Svartifoss die nu niet alleen werd ingesloten door de zwarte basaltkolommen, maar ook door de meest prachtige en warme herfstkleuren die je je maar kunt indenken. Op onze weg terug werden we door 3 sneeuwhoenen opgewacht die bezig waren zich om te kleden naar hun winterdracht. Daarna was de Skaftafelljokull aan de beurt gevolgd door de Svinafelljokull.

Fotoos van die laatste gletsjer volgen in de volgende post.

Aurora Borealis

Eergisterenavond was het nogal laat geworden. te laat om nog even de foto’s te kopieeren en in mijn blog te plaatsen. Bij deze dus nog enkele foto’s van de Aurora Borealis zoals wij die gisteren zagen vanuit Guesthouse Anna in zuid IJsland.
Gisteren hebben we de Thjorsadalur route gereden waarbij we onder andere stopten bij de Hjalparfoss en daarna een bezoek brachten aan de opgravingen van de middeleeuwse boerderij Stöng en daarna wandelden in het door herfstkleuren nog sprookjesachtigere Gjain.

De Hjalparfoss

Onderweg naar Stöng en Gjain

Prachtige watervallen stromen naar beneden tussen stemmige herfstkleuren