Menu Sluiten

We verkennen Tasiilaq

We verkennen Tasiilaq

Met het raam van mijn hotelkamer wijd open adem ik flinke teugen in van de frisse Arctische lucht. Mijn ogen dwalen over de fjord en de zwarte bergen aan de overkant, die mooi getekend zijn met vlakken en strepen spierwitte sneeuw. Een spiegeling in de fjord, de drijvende ijsplaten en een in vele grijstinten gevulde wolkenlucht maken het plaatje compleet.

Na een stevig ontbijt met de groep – had ik al verteld dat het een fotografiereis is? – wandelen we een stukje langs de fjord. Rond de middag moeten we aanwezig zijn op het vliegveld voor de helikoptervlucht naar Tasiilaq. Een korte wandeling en een beetje Groenland opsnuiven is een mooie besteding van deze ochtend. Natuurlijk domineren de landschappen, maar daarnaast zijn de tot opslagplaatsen omgebouwde zeecontainers, brandstofsilo’s en een plek die veel wegheeft van een autosloop, maar dan met voornamelijk sneeuwruimers en oude boten, ook gewilde plekken om de camera’s alvast te laten wennen aan een voor ons “exotische” omgeving.

Iets voor 12:00 uur staan we op het vliegveld waar de helikopter al voor ons klaarstaat. Een helikoptervlucht is best een bijzondere ervaring, zeker als je de vluchten enkel kent van spannende films. Je zit vastgesnoerd in een 4-puntsgordel en gehoorbescherming is zeker niet optioneel. Een telefoon-app registreert tussen de 85 en 95 dB, wat gedempt door de gehoorbescherming goed te doen is, maar geloof maar niet dat je onderweg gezellig een praatje kunt maken met je buurman of -vrouw. Gebarentaal en gezichtsuitdrukkingen zijn je communicatiemiddelen aan boord.

Het opstijgen gaat verbazingwekkend soepel, en voor je het weet kijk je van geringe hoogte neer op de fjord met de vele ijsplaten. Voor wie geen plek aan het raam heeft weten te bemachtigen, is de gedwongen fotoloze overtocht geen straf. Het uitzicht is fenomenaal en voor we het weten, is de ongeveer 10 minuten durende vlucht alweer voorbij en stappen we uit in Tasiilaq.

Gescheiden door dezelfde taal

Ik ben nog op zoek naar het telefoonnummer van hotel Angmagssalik als de bus van het hotel arriveert bij het vliegveld. Even later staan onze koffers in onze kamers, waarbij ik moet aantekenen dat ik in gezelschap ben van onder andere vier gasten uit België, waarvoor ik me moet aanwennen de koffers “valiezen” te noemen.

Bovendien moet ik ook niet zeggen dat we een stukje gaan lopen, want voor onze zuiderburen is “lopen” rennen. Als we een wandeling gaan maken in Tasiilaq, gaan we dus niet lopen maar stappen, want het Belgische stappen is ons lopen. De Nederlanders in ons gezelschap moet ik daarentegen weer uitleggen dat we niet naar de kroeg gaan, want stappen heeft bij ons weer een andere betekenis. Kortom, wat ik ook van onze zuiderburen heb geleerd, is dat Nederlanders en Belgen twee volkeren zijn, gescheiden door dezelfde taal. Of moet ik in deze woordkeuze Belgen ook weer vervangen door Vlamingen?

Na een uitgebreide lunch gaan we wandelen door Tasiilaq. Het is voor mij een aparte gewaarwording weer terug te zijn in de grootste stad van Oost-Groenland, met 1850 inwoners. In 2006 heeft deze stad veel bij mij losgemaakt. Op het eerste oog is er, op wat nieuwbouw na, niet heel veel veranderd in de afgelopen 17 jaar. Het oudere deel van de stad brengt veel herinneringen bij mij terug. Het maakt mij enigszins melancholisch. Het is toch een plek waar een droom uiteenspatte, maar ook een plek waar ik nieuwe wegen insloeg.

De Bloemenvallei

Vanaf het hotel loopt een steil pad naar het lagere gedeelte van de stad. Bij een kruising volgen we de weg die ons via het kerkhof de Bloemenvallei inleidt. Een kerkhof blijft een indrukwekkende plaats om even bij stil te staan. Het kerkhof lijkt nergens op de kerkhoven die wij kennen. Een verzameling van witte kruizen, sommige nog netjes in de lak, andere enorm verweerd. De nieuwere graven zijn versierd met vele kunstbloemen. Sierbloemen zul je in Groenland vanwege het klimaat niet vinden, maar de kunstbloemen zullen voor de Inuit dezelfde troost bieden als hier de echte bloemen doen.

Maar ook de kunstbloemen doorstaan de tand des tijds slecht. De kunstbloemen ontlopen hun lot niet. De zon en het harde klimaat zijn onverbiddelijk voor de kleuren van de bloemen en laten ze op hun eigen wijze verkleuren, en zo ontstaat een andere manier van verwelken. Daarnaast doet de wind zijn best de bloemstukken uit elkaar te rukken, en worden bloemenkransen door de natuur verdeeld over de overige graven. Een mooie gedachte, want delen hoort bij de cultuur van de Inuit.

Voor ons fotografen bestaat het verdriet niet. Het verdriet hier wordt door de kruizen gemarkeerd. Fotografen zien de patronen, de symmetrie of juist het totale ontbreken van die symmetrie in de meestal naamloze kruizen.

We vervolgen onze weg

We wanen ons helemaal alleen. Wij zijn te vroeg in het seizoen om te zien waar de Bloemenvallei zijn naam aan heeft te danken. De winter was dit jaar lang, en zelfs nu is er nog nauwelijks sprake van lente dan wel zomer. De meeste begroeiing draagt nog het bruine kleed van een door sneeuw en koude geteisterd toendralandschap. Grote vlakken met een roodachtige bloeiwijze verraden het ontluiken van een bosbessensoort.

Na een paar kilometer staan we aan een waterval. Hoewel het hier om de enige noemenswaardige waterval in de omgeving van Tasiilaq gaat, heeft de waterval geen echte naam en staat hij bekend als de “Bloemenvallei-waterval”. We lopen langs de waterval omhoog en staan dan oog in oog met een groot meer. Als de wind even gaat liggen, ontstaat een mooie spiegeling van de achterliggende berg.

We wandelen terug naar het hotel. We komen opnieuw bij de steile weg, alleen dit keer moeten we de steile weg omhoog volgen, wat een aanslag is op zowel de kuitspieren, de ademhaling als de zweetklieren. In de avond geniet ik nog even van het mooie uitzicht over de Kongsfjord!

Deze reis was weer perfect samengesteld door IJsland Tours.

Aan het Jökulsárlón

Het ijsbergenmeer Jökulsárlón blijft tot de verbeelding spreken. Niet alleen voor mij, ook voor Hollywood getuigen het aantal films dat hier in het verleden is opgenomen.

Vandaag wordt een dag met wat opklaringen verwacht. We rijden door een dik pak sneeuw waar ik ondanks 4×4 en spikes onder de banden toch wat voorzichtig in acht neem. Ook een 4×4 die gaat schuiven schuift gewoon door. Rustig rijden is dus het devies.

Het weer verbeterd met iedere kilometer die we het meer naderen. Deze dag kan dus eigenlijk bij voorbaat al niet meer stuk. Tenminste dat is wat ik dacht totdat we over de brug van de Jökulsá a Breiðamerkursandi rijden.

De vlakte aan de oostelijke kant van het strand staat vol vrachtwagens. “Pegasus” en “Closed” staat op de bordjes die ik nog net in mijn ooghoeken kan zien. Balen natuurlijk, want al van afstand zie ik de grote blauwe brokken ijs op dit stuk strand liggen.

Nou ja, het meer is groot, en aan de westzijde is ook nog een stuk strand, dus fotoplekjes zijn in voldoende mate aanwezig. We beginnen maar meteen met het fotograferen van de schotsen in het meer zelf. Een kleine wandeling over de eerste bergen brengt ons bij een flink aantal zeehonden die op een ijsschots een uiltje knappen. Voor mijn 200 mm liggen ze eigenlijk een beetje buiten bereik, maar kijken naar deze prachtige beesten is ook mooi.

Ik wandel over de brug naar de westzijde als een man met een quad komt aanrijden. Hij vraagt mij of ik naar het strand wil lopen. Als ik dat bevestig zegt hij mij dat dat niet kan, want het strand is gesloten. Ik loop naar hem toe om uitleg te vragen, maar hij geeft gas en is alweer op weg naar het strand om daar tegen iedereen te vertellen dat ze moeten maken dat ze wegkomen.

Een stuk verderop parkeert hij de quad. Ik zie dat het hem niet lukt iedereen van het strand te verwijderen. Ik besluit eens te gaan peilen wat er echt aan de hand is. Hij legt me uit dat ze de andere zijde van het strand hebben afgehuurd voor het opnemen van de BBC serie Fortitude. Deze locatie moet een stukje Spitsbergen voorstellen, en voor het shot wat ze nu willen maken filmen ze in de richting van dit stuk strand. Nu geeft hij aan dat ze aan 20 minuten genoeg hebben, als iedereen maar even het strand wil verlaten.

Ik bied hem aan te helpen de mensen van het strand te krijgen. Hij aanvaard mijn hulp, en even later hebben we het strand schoon en kan de shoot beginnen. Na 20 minuten en 2 takes is het inderdaad klaar, en hij bedankt me voor de hulp. Hij kan tevreden terug naar de set, en wij kunnen met zijn alle het strand weer “innemen”.

Het licht aan het strand is vandaag niet echt spectaculair. Ik besluit mijn geluk een stukje verderop te proberen en vind regelmatig leuke motieven om vast te leggen. De sneeuw in combinatie met de lichte lucht en de zwarte rotsen die hier en daar door de sneeuw priemen maken het landschap bijna grafisch. Met zorg zoek ik mijn composities uit en loop tevreden en breed grijnzend door dit mooie landschap.

Tijdens de terugweg naar het hotel strekken we de benen even bij het turfkerkje Hofskirkja, en bij Sandfell bij “de eenzame boom”. De sneeuw is hier nog geheel maagdelijk. Teken dat wij hier vandaag de eerste bezoekers zijn. Gezien het tijdstip waarschijnlijk ook de laatste van deze dag.

In de avond is de hemel bijna geheel helder. De noorderlicht verwachtingen zijn laag, maar dat wil niet zeggen dat je geen mooie nachtfoto’s kunt maken van de Svínafelljökull in een decor van duizenden sterren.

Met het blote oog is het noorderlicht niet waarneembaar, we zijn dan ook aangenaam verrast als we de resultaten zien van de eerste 20 seconden belichting. Het noorderlicht doorkruist de Melkweg. Het enthousiasme om te fotograferen groeit enorm. Als zo nu en dan een vallende ster de hemel overschiet wordt het enthousiasme alleen nog maar groter.

Een vallende ster is zelfs zo helder dat we eerst niet kunnen geloven dat het hier om een vallende ster gaat. Alsof de duvel ermee speelt is dit net het moment waarop mijn camera staat te rekenen om de 20 belichtingsseconden te verrekenen met de ruis op de sensor. Van alle camera’s is er slechts 1 die het fenomeen weet te vangen, maar in het enthousiasme wordt de camera aangestoten zodat deze foto niet helemaal scherp is.

Het mag de pret niet drukken. Langzaam dooft het noorderlicht nog verder uit en wij keren terug naar het hotel. Ik wil net een plek aan gaan wijzen van waaruit je het noorderlicht kunt fotograferen mocht het zich vanavond nog aandienen als een helder licht vanachter de bergen begint te schijnen. Het noorderlicht is terug. We snellen naar de plaats waar we kunnen fotograferen. Ik stel snel mijn camera in met als extra dat hij 8 opnames mag maken van ieder 30 seconden, en snel dan terug naar het hotel om iedereen van onze groep die net de warmte van de kamers heeft opgezocht weer naar buiten te krijgen. Niet veel later staan we met zijn allen te kijken naar het prachtige schouwspel dat zich hoog boven ons afspeelt.

Skaftafell

Wie Skaftafell zegt, zegt Svartifoss. De Svartifoss wordt de eerste bestemming van deze dag. Het eerste deel van de wandeling gaat erg goed, maar op de plek waar het pad naar beneden afbuigt ligt een dikke laag ijs. Voorzichtig aftastend hoe glad het is beweeg ik langzaam naar beneden. Het venijn zit hem in de staart, en bij de laatste meter ga ik onderuit. Gelukkig zijn de overige mensen van de groep geen van alle snel genoeg om dit voor mij vernederende moment vast te leggen. Nog voordat de camera’s in de aanslag zijn sta ik alweer op mijn twee benen.
Iets voorzichtiger dan ik het deed dalen de medefotografen ook af. Als we met drie man sterk onder aan de glijbaan staan lopen we eerst verder naar de waterval. Hier valt de gladheid mee. Ik laat mijn spullen achter en loop terug om te kijken of ik wat hulp kan bieden.
Een kwartiertje later staan we allemaal bij de waterval en proberen we allemaal op eigen wijze deze kleine maar bijzondere waterval middels de lens te vangen.

De weg terug gaat een stuk lastiger. Het is alsof het pad nog gladder geworden is. We moeten alle zeilen bijzetten en elkaar helpen om over het meest gladde stuk te komen. Handen, benen en statieven worden ingezet om iedereen weer boven te krijgen. Wordt een foto niet altijd een stuk mooier als je er meer moeite in hebt moeten stoppen?

De wandeling naar de Skaftafelljökull wordt ieder jaar weer wat langer maar blijft ook altijd de moeite waard. Kruiend ijs ligt aan de rand van het meer en levert een mooie voorgrond voor de imposante gletsjer.

Later die dag gaan we naar de Svínafelljökull. De eerste verrassing bij deze gletsjer is het patroon van sneeuw en ijs in het meer voor de gletsjertong. Een bijna kleurloze Mondriaan ligt aan onze voeten.

De tweede verrassing is het blauwe ijs tussen de besneeuwde bergtoppen. Een bijna grafische afbeelding van de gletsjer ligt voor ons. Je krijgt bijna de neiging het hele geheugenkaartje vol te schieten met alleen dit uitzicht.

Voorbij het onderste deel van de gletsjer ligt een imposante steile helling bestaande uit eeuwenoud ijs. Helaas is hiervan door de nevel bijna niets te zien. Af en toe wordt door de wind een deel van de nevel weggeblazen en krijgen we een vage indruk van hoe groot die wand werkelijk is.

Als fotograaf moet je natuurlijk altijd die extra inspanning leveren om tot de mooiste plaatjes te komen. Dat je daardoor zo nu en dan door een bijna 1 meter dikke laag sneeuw moet ploeteren is geen reden om te klagen, maar gewoon alledaags werk voor een goede fotograaf.

We rijden terug naar het hotel, waar enkele fotografen de warmte van de hotelkamer opzoeken en andere voor nog een extra wandeling gaan naar het meer aan de voet van de Svínafelljökull. We laten ons door de donkere dreigende lucht en de koude wind niet ontmoedigen en fotograferen er gretig op los. Het is al bijna donker als we weer terugkeren bij het hotel.