Woensdag
Het is voor mij bijna een traditie geworden. Als we de Aurora Borealis aan de hemel zagen dansen dan is het de volgende dag tijd voor het lied Aurora van Björk. Een liefdesverklaring aan dit prachtige en bijzondere natuur verschijnsel.
De ochtend beginnen we bij kaap Dyrhólaey gevolgd door het zwarte strand van Reynisfjara. Het is laag water en dat betekend dat we hier wat extra tijd nemen. Bij laag water kun je zowel in de basaltgrot terecht als verder wandelen op het strand. De zee is vandaag rustig en hoewel ik af en toe mensen zie rennen om hun voeten droog te kunnen houden is het niet gevaarlijk.
De rust tussen mijn groep fotografen begint weer terug te keren. Met alles wat ze tot nu toe hebben geleerd kunnen de meesten al goed uit de voeten. Vooral de +- correctie is voor velen een eyeopener.
Het volgende interessante punt is de Kvernufoss. Deze waterval is misschien niet zo spectaculair als de ongeveer één kilometer verderop gelegen Skógafoss, maar door de ligging is deze fotografisch vele malen interessanter. Onder gunstige omstandigheden kun je ook achter de waterval komen. Vandaag zijn die omstandigheden niet gunstig, maar vanaf de voorzijde valt voldoende te fotograferen.
Daarna is het de beurt aan de Skógafoss. Hier is aanmerkelijk meer publiek aanwezig. De wanden hangen vol met ijspegels, maar door de dooi valt er regelmatig een naar beneden waardoor mijn favoriete stekje, een kleine holte vlak bij de waterval zelf, als te gevaarlijk moet worden beschouwd. Ook hier moet je om rechtop te kunnen blijven staan echt wel de crampons onder de schoenen bevestigen. Ik houd zo nu en dan mijn hart vast voor de mensen die zonder deze hulpmiddelen het gladde ijs aan de voet van de waterval proberen te trotseren. Ik begrijp zelfs werkelijk niet wat die mensen bezielt. Een valpartij kan hier zomaar leiden tot het einde van je vakantie.
In deze tijd van het jaar ligt de Seljalandsfoss bijna de hele dag in de schaduw. Terwijl de meeste van mijn gasten toch graag deze waterval fotograferen loop ik met een van hen naar de Gljúfrabúi, de kloofbewoner waterval. Het water in de kloof staat niet al te hoog. Hoewel het soms meer dan enkel diep is kun je door snelle en grote passen te zetten je voeten droog houden. Even later sta ik oog in oog met deze waterval die door de flinke hoeveelheid opspattend water gezien mag worden als een behoorlijke uitdaging om te fotograferen. Na het eerste shot is je camera bijna altijd al te nat om door te gaan. De enige manier is door met je rug naar de waterval te gaan staan de instellingen van je camera in orde te maken, alle instellingen inclusief de focus op handmatig zetten, je snel om te draaien en dan terwijl je nog aan het zoeken bent naar de juiste compositie alvast je ontspanknop in te drukken. Na enkele pogingen heb ik enkele beelden die na zware bewerking in Lightroom waarschijnlijk een acceptabel resultaat kunnen bereiken.
We rijden terug naar het hotel zodat we het diner achter de kiezen kunnen hebben voordat de lichtshow van vanavond zal losbarsten. De vooruitzichten zijn redelijk goed. De noorderlicht index staat op 5-7 op een schaal van 0 tot 10. Alleen de opkomende bewolking zou nog roet in het eten kunnen gooien.
Niet lang na het diner rond 21:00 kleurt de hemel weer groen. Niet veel later staan we dan ook allemaal buiten. Dit keer is de Aurora Borealis zichtbaar achter de heuvel ten westen van de Skógafoss. Met de nieuwe maan, een klein beetje wolken een mooie bergrug levert dit toch mooie plaatjes op.
Ik ben trots op mijn fotografiegroep. Tijdens de introductie dag voorafgaande aan deze reis heb ik iedereen verteld dat tijdens het fotograferen van de Aurora Borealis het niet is toegestaan om wit licht te gebruiken. Het licht van jouw zaklamp kan (en zal) de foto’s van andere fotografen ruïneren. Ik wil enkel zwakke lichtbronnen zien die zijn voorzien van een roodfilter. Zelf met roodfilter mag het licht alleen maar aan op het moment dat je instellingen op je camera moet wijzigen of controleren. Daarna moet al het licht weer uit.
Door het gebruik van wit licht zullen je ogen steeds opnieuw moeten wennen aan het donker. Voordat je ogen opnieuw gewend zijn aan het donker ben je al snel 5 minuten verder. Met rood licht voorkom je dat. Dat rode licht hoeft ook niet fel te zijn. Als het voldoende licht geeft op ongeveer 30 centimeter heb je voldoende zicht om je instellingen aan te passen.
Jammer genoeg lopen hier ook veel mensen rond die niet dezelfde instructie hebben gehad. Zaklampen van meer dan 300 lumen zijn tegenwoordig razend populair. Hoewel je nu zelfs zonder zaklamp goed kunt zien waar je je voeten neer kunt zetten lopen er toch veel mensen rond met een veel te veel lumen sterke zaklamp. Die zaklamp is wellicht enkel gekocht omdat het er zo stoer uit ziet als je terwijl je te voet bent en je voeten dus ongeveer 1 meter en 80 centimeter van je ogen vandaan staan, bijna 500 meter voor je uit kunt schijnen.
Het ergste zijn de hoofdlampjes, want onwillekeurig kijk je tijdens het lopen vaak om je heen waardoor het telkens lijkt alsof in de verte een vuurtoren aan de wandel is.
Nu heb ik zelf ook een redelijk krachtige zaklamp, maar die is terug te regelen tot 5 lumen. Als je hem dan ook nog voorziet van een roodfilter is het licht voor andere fotografen nauwelijks zichtbaar. Bovendien gaan de batterijen in een lage stand ruim 100 uur mee, terwijl in de turbo stand je blij mag zijn als de lamp het 2 uur weet vol te houden.
Kort samengevat: Als je je medefotografen respecteert zorg je voor een zaklamp met een zeer bescheiden lichtopbrengst welke is voorzien van een roodfilter. Deze zaklamp doe je tussen de opname door uit, en als de zaklamp aan moet, scherm je hem ook nog zo goed mogelijk af zodat het licht slechts je eigen camera beschijnt. Als je op die manier werkt lijkt het voor andere fotografen zelfs alsof je een echte pro bent die zich terdege heeft voorbereid op het mooi vastleggen van de Aurora Borealis.
Na een klein half uurtje te hebben gefotografeerd schuift er steeds meer bewolking voor de Aurora. Het vage groene schijnsel dat nu nog door het wolkendek weet te penetreren is fotografisch niet meer echt de moeite waard. Een aantal mensen van de groep blijft nog buiten in de hoop dat de bewolking weer zal openbreken. Ik pak mijn spullen weer in de rugzak en wandel terug naar het hotel.
Zo leuk dat je een dagelijks verslag maakt! Ik was er bijna even bij.
En het klinkt als een fantastische week!