Op 8 augustus 2021, 3 dagen na de publicatie over mijn boek “IJslandse Parels” in het Eindhovens Dagblad gaat de telefoon. Een voor mij onbekend nummer licht op in het display van mijn telefoon. Ik neem op, en hoor aan de andere kant van de lijn een vrouwenstem. “Hallo, met Mary”.
Ze heeft het artikel in de krant gelezen, en dat bracht herinneringen bij haar terug van haar IJslandreis in 1969. We spreken elkaar een tijdje aan de telefoon, en besluiten dan een keer echt af te spreken.
Het bezoek
Op 25 augustus is het zover. Het is vanaf hier iets meer als een half uurtje rijden. Ik word door Mary hartelijk ontvangen, en natuurlijk gaat het gesprek al snel over IJsland. Het is erg leuk om te horen hoe alles er in 1969 aan toe ging in IJsland. De oude geiser werkte nog. Er is nog geen massatoerisme. Waarschuwingsbordjes, hekjes en touwtjes waren niet nodig, er werd uitgegaan van het gebruik van je gezonde verstand. De Hallgrímskirkja stond nog in de steigers, en was ook de enige hoogbouw van Reykjavik. De kerk van Ólafsvík was nog vanaf de doorgaande weg te zien. Het grootste deel van het wegennet bestond uit gravel, en de vervolmaking van de ringweg zou nog vijf jaren gaan duren.
Wilde je een reis maken in IJsland, en je wilde helemaal rond, dan was je het beste uit door met de boot te gaan. Mary ging met het schip Esja. Ze vertelt over het schip, en de kapitein, “Tryggvi Gunnar Blöndal”. Een aardige man die zelfs een tekening van papegaaiduikers voor haar maakt, en een gedicht schrijft.
Er is even wat hilariteit als de kapitein schrijft over de vrouwen met de grote boezem. Maar dit is vooral een communicatieprobleem, hij bedoeld “met het grote hart”. Bij het oversteken van de poolcirkel krijgen ze een heus certificaat.
IJslandse foto’s van meer dan 50 jaar geleden
Natuurlijk bladeren we door haar fotoalbum. IJsland in 1969 was echt een andere beleving. Natuurlijk laat ik mijn boek IJslandse Parels voor haar achter, en ik mag haar fotoalbum en een oud boek van IJsland mee naar huis nemen om eens rustig door te kijken. We houden telefonisch contact, maar door veel omstandigheden wordt een tweede bezoek steeds uitgesteld.
2023, een tweede bezoek
Afgelopen week stond ik weer bij Mary op de stoep. Dit keer om haar albums en boeken terug te brengen. Mary is inmiddels 90 jaar oud, maar als ze verteld over IJsland, of haar andere reizen, want Mary is in haar leven veel op reis geweest, merk je daar niets van. Dan zit daar plots weer die jonge vrouw die in 1969 aan boord van de Esja stapte en haar IJsland avontuur beleefde.
Bij het afscheid geef ik haar nog mijn eerste IJsland Publicatie “Ode aan IJsland”. Ik heb nog enkele exemplaren liggen, en ik denk dat Mary er wel van zal genieten.
Een leuk telefoongesprek
Bij mijn laatste bezoek vertelde Mary dat ze in de middag nog bezoek zou krijgen van de huisarts. Ze voelde zich niet helemaal prettig, maar ze had mijn bezoek niet af willen zeggen. Ik bel haar twee dagen na mijn bezoek nog even om te vragen hoe het nu met haar gaat. Gelukkig gaat het alweer een stuk beter.
Maar Mary vindt het niet nodig om over haar te praten, ze heeft het steeds over mijn boek, “Ode aan IJsland”, dat ik bij haar achterliet. Ze vindt de geschreven stukjes zo leuk, gevoelig en poëtisch beschreven. Ik krijg zoveel complimenten dat ik het er gewoon warm van krijg. Volgens mij kleurden mijn wangen zelfs even rood.