Menu Sluiten

Naar Egilstaðir II

Na een goede nachtrust stap ik weer opgewekt in mijn auto. Nog 300 kilometer voor de boeg tot Egilstaðir. Dat wil zeggen dat ik het vandaag rustig aan kan doen. Zo maak ik eerst nog een praatje met een paar andere hotelgasten en geniet ik rustig van een uitgebreid ontbijt voordat ik mijn spullen in de auto laad en vertrek.

De ruitenwissers hebben moeite om de ramen droog te houden, maar in de auto blaast de verwarming, staat de stoelverwarming op hoog, en galmt mijn favoriete muziek uit de spiekers. En ik, ik zing keihard mee. Er is toch niemand die me hoort.

Zo verstrijken de eerste kilometers niet noemenswaardig. Pas als ik Höfn voorbij ben zie ik een waarschuwingsbord voor de regio Hvalnesviti. Wind tot 19 meter per seconde. Bijna windkracht 9 dus. Dat wordt opletten, en rijden met twee handen aan het stuur.

Niet veel later zing ik een toontje lager, en concentreer ik mij vooral op het op de weg houden van de auto. Vooral als er tegenliggers komen, en tegelijkertijd zo‘n windstoot tegen je auto aan slaat moet je even alle zeilen bijzetten om op de weg te blijven. Zo breed zijn die wegen hier nu ook weer niet.

Ergens in deze regionen moet een voor mij nieuwe waterval, de Skutafoss liggen. Zonder bijrijder is het iets lastiger om de juiste afslag te vinden. De juiste locatie staat in mijn hand GPS, maar het aflezen van dat schermpje is op dit moment geen optie. Dan zie ik in de verte een waterval liggen die wel enige gelijkenis vertoont met het plaatje dat ik een tijdje geleden voor ogen kreeg.

Ik rijd een smal gravel weggetje in waarvan ik vermoed dat het mij naar de Skutafoss zal leiden. De weg is erg slecht, maar gelukkig niet erg lang. Ik ben dan ook blij als een paar rotsen midden op de weg het einde van de route aangeven. Vanaf hier moet ik lopen. De wind raast met geweld om mijn auto heen. Voorzichtig open ik het portier en stap naar buiten. Uit de kofferbak grijp ik mijn fotorugzak en begin ik aan de korte wandeling.

Aan weerszijde van de rivier ligt een hoge berg. De wind wordt tussen deze twee bergen in enorm versterkt. De paar regendruppeltjes tussen de wind in deren mij niet. Ik geniet van de wind die hard door mijn haren waait. De wind die mijn capuchon van mijn hoofd blaast. De wind die zo nu en dan de lucht uit mijn longen steelt. Vlak bij de waterval loopt het pad enigszins naar beneden. Een geluk voor mij, want ondanks dat ik enorm geniet van de wind geniet ik ook van de momenten dat die wind even helemaal wegvalt.

Als kers op de kaart is er bij de waterval nog uitstekende beschutting. Een grot die hier waarschijnlijk duizenden jaren geleden met het terugtrekken van de gletsjers al is ontstaan. Uit de wind, onder moeder natuurs paraplu onderzoek ik de opties voor het maken van “de” foto.

Als ik denk “de” foto te hebben gemaakt wandel ik terug naar de auto, maar niet zonder onderweg nog wat plaatjes te schieten. Daarna stel ik mij en de auto weer bloot aan de elementen als ik terug ben op de weg naar Egilsðadir.

Langzaam neemt de winter de plaats van de herfst in. Hoog in de bergen ligt al een mooie laag sneeuw waar hier en daar de zwarte rotspunten nog doorheen priemen. Een duidelijker contrast van zwart/wit zul je hier niet vinden. Ik geniet van de mooie vergezichten, en kan het niet laten om zo nu en dan de auto even te parkeren, uit te stappen en te genieten van het prachtige landschap.

 

De waterval van Fossadalur wil ik eigenlijk overslaan. Ik heb hier een paar jaar terug met heel mooi licht een paar mooie opnames kunnen maken. Dat kan ik met de huidige lichtomstandigheden niet verbeteren. Ik wil voorbijrijden aan de afslag, maar zowel mijn linker hand als mijn rechtervoet hebben buiten mijn hersenen om een complot gesmeet. Terwijl de ene plots de richtingaanwijzer aanzet, trapt de ander het rempedaal in. Of ik nu wil of niet, ik moet de afslag nemen, en eerlijk gezegd ben ik daar ook niet rouwig om.

Voor mij ligt en een mooie waterval, en de mooie taak om er nu eens anders naar te gaan kijken. Ik bestudeer het watergeweld van boven naar beneden, en van links naar rechts en zie mogelijkheden om het dit keer anders te doen. Kijkend door de zoeker zie ik meteen mijn wow-momenten. Ik schiet een paar foto’s, en keer tevreden terug naar de auto. Nog een uurtje, en dan ben ik in Egilstaðir. De glimlach op mijn gezicht blijft de rest van de rit gewoon zitten.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *