Menu Sluiten

Bluie East Two bij Ikateq

De verlaten Amerikaanse basis Bluie East Two

9 uur, onze boot glijdt langzaam door het bijna rimpelloze water van de Kongsfjord. Het water, het ijs en de lucht vormen een palet van slechts één kleur met enkele kleine nuances. Aan de andere kant van de boot spiegelen de bergtoppen van de Kongsfjord zich in het water.

Het Kongsfjord bij Tasiilaq.

Langzaam versnelt onze boot. Doordat de boeg omhoog komt, hangen we meer naar achteren in onze stoelen. Onverwacht maken we een scherpe bocht naar rechts, en vertraagt de boot. Een paar honderd meter verderop ligt een ijsschots waarop een jonge zeehond ligt te rusten. Langzaam komen we dichterbij, waarbij de zeehond ons angstvallig in de gaten houdt. Hij laat zich echter niet verjagen, zodat wij rustig wat foto’s kunnen maken. Als we verder varen, denk ik toch even een beetje opluchting in zijn gezicht te bespeuren.

Op weg naar Bluie East Two

Het is best een stukje varen naar Bluie East Two, een oude verlaten Amerikaanse luchtmachtbasis. We stoppen dan ook enkel bij de mooiste en meest bijzondere ijsbergen, boeiende kusten, reflecties of andere landschappelijke schoonheden.

Een uitgestrekt ijsplateau zorgt ook voor een stukje vertraging. Langzaam snijdt de boeg van onze boot door het ijs heen. De waterbeweging die we hier veroorzaken, danst in een vloeiende beweging onder het ijsplateau door. Een soort vertraagde en verstilde golf drijft langzaam bij ons vandaan.

Als een kind in een speeltuin

Even later legt de boot aan bij een constructie die ooit dienst heeft gedaan als aanlegsteiger. Door het klimaat zijn de dikke balken wit uitgeslagen. Stukken verroest staal proberen de balken nog enigszins op hun plaats te houden, wat vooralsnog wel lukt, maar wanneer tijd de tijd krijgt, zal over een x aantal jaren niets meer getuigen van deze constructie.

We klimmen van boord en volgen de aanwijzingen van onze gids op. Lopend over de landingsbaan kun je de restanten van de basis niet missen.

Door het hoogteverschil vanaf de boot worden de restanten nog aan het oog onttrokken. We zien enkel de fjord en enkele bergen, hier en daar nog bekleed met een beetje sneeuw en omarmd door een laaghangende wolk. Gespannen als een kind in een speeltuin versnel ik mijn pas.

Is het aanzicht mooi, verschrikkelijk of gewoon fotogeniek?

Dan komen de eerste achtergebleven legervoertuigen in beeld. Het legergroen heeft plaatsgemaakt voor roestbruin, of moet ik vanwege de twijfelachtige status van “schoonheid van het verval” het woord terracottabruin gebruiken?

Ik twijfel of ik het aanzicht mooi, verschrikkelijk of gewoon fotogeniek vind. Fotogeniek is het zeker. De oude stalen karkassen, geen van allen nog met ramen, sommige met en sommige zonder banden. Banden die dan nog steeds pekzwart zijn, alsof het rubber de tand des tijds heeft weten te doorstaan. Dat laatste is natuurlijk enkel schijn. De banden zijn keihard, en aanraking resulteert in zwarte handen.

Misschien mag ik in plaats van fotogeniek ook de term surrealistisch gebruiken. Van de legervoertuigen kijk ik naar de honderden lege vaten. Vaten die ooit gevuld waren met brandstof, olie en wie weet wat nog meer. Bij het verlaten van de basis zijn de volle vaten simpelweg stukgeslagen, om te voorkomen dat iemand nog iets met de chemicaliën zou kunnen doen. De vaten worden door de plaatselijke bevolking “Amerikaanse bloemen” genoemd. Op een zonnige dag en van afstand lijken de vaten op hectaren vol goudsbloemen. Weggezakt in de grond, weggespoeld door de regen, langzaam in de fjord gesijpeld. Er is geld vrijgemaakt om de grond te saneren en in ieder geval onderzoek te doen naar de staat van vervuiling.

De onderkomens van de manschappen

In de overblijfselen van een loods staan nog enkele legervoertuigen. De stalen spanten van de loods zijn simpelweg doorgebogen, en niets in mij voelt de drang om de voertuigen van dichterbij te gaan bekijken. Ieder stuk staal lijkt op het punt te staan om naar beneden te storten. Ik houd een veilige afstand en beklim even later een heuvel.

Van de onderkomens van de manschappen rest niet veel meer dan een vloer en wat losse planken. Hiertussen manoeuvreren heeft wel wat risico’s in zich. Lange spijkers staan recht overeind, klaar om bij de eerste de beste misstap mijn schoenen en voeten te doorboren. Iedere stap moet bewust worden uitgevoerd.

Even ben ik afgeleid door een koppeltje sneeuwhoenen. Het is bijzonder te zien hoe ze zich hier tussen de oude rotzooi begeven. Groenland is enorm groot en de natuur is vrijwel overal schoon, maar de sneeuwhoenen gaan uitgerekend hier in deze rotzooi zitten. “Waarom?”, vraag ik me af, om vervolgens in de spreekwoordelijke spiegel die ik mezelf voorhoud te kijken. Daarom!

Een oud fornuis, een ketel, verweerd hout en nog veel ondefinieerbaar metaal liggen hier over een grote afstand verspreid. Aan de ene kant zou ik het allemaal willen opruimen, aan de andere kant zie ik er ook de waarde van in om het te laten liggen. Laten liggen als stille getuige van de waanzin van de mensheid.

Het getij bepaalt

Ik zit nog in mijn overpeinzingen wanneer ik in mijn ooghoek, ver weg, onze gids zie staan. Ze zwaait en maakt gebaren die volgens mij betekenen dat ik terug moet keren naar de boot. Met een beetje tegenzin volg ik haar aanwijzingen op, niet wetend waarom. Ik had hier nog wel een tijdje kunnen blijven, want fotografisch inspirerend is de plek zeker.

Ikateq

Als ik terugkom bij de aanlegsteiger, zie ik het probleem. Het water van de fjord zakt snel. Nog even, en we kunnen de boot niet meer bereiken. Even later voegen ook de laatste deelnemers en de gids zich weer bij ons. Met wat kunst- en vliegwerk klimmen we aan boord, wat redelijk gaat, tot de laatste vrouw. Onze gids klimt als laatste aan boord, daarbij geholpen door twee van ons.

Niet veel later kunnen we het anker lichten en varen we terug door de fjord. Het getij bepaalt.

Ook deze reis was een samenwerking met IJslandtours