Menu Sluiten

Alleen als het ijs en ijskoud is

Zaterdag 23 januari

De nacht heeft nog steeds overwicht over de dag wanneer wij de deur van ons huisje achter ons dichttrekken. Wat zich wel snel heeft laat verjagen is de sneeuw. Waar we gisteren nog door de sneeuw naar ons huisje moesten baggeren ligt nu een smal modderpaadje. Jammer. Van mij had er nog een halve meter verse sneeuw bij mogen vallen.

We laten Varmahlíð achter ons en rijden de donkere ochtend in. Uit onze radio galmt zo nu en dan wat Sigur Rós, soms Pink Floyd en regelmatig de laatste CD van David Bowie Blackstar. Met de verwarming van de auto op een comfortabele temperatuur is het geen straf om zo door het IJslandse landschap te rijden. Hopelijk zijn we tegen zonsopkomst bij de Goðafoss.

In het schijnsel van onze koplampen ziet de weg er op vele plaatsen gevaarlijk glad uit. Noodgedwongen laat ik soms het gas even los om iets rustiger te rijden over iets wat in het donker verdacht veel op ijs lijkt. Ik voel me hierdoor zo nu en dan wel een sukkel. Vooral als ik weer eens wordt ingehaald door een automobilist die hier gerust met 100 kilometer per uur overheen durft te jakkeren. Ik kan me zijn gedachten wel een beetje voorstellen. “Stomme toerist” zal wel een van de dingen zijn die zo nu en dan binnensmonds of wellicht hard door de auto van de passerende chauffeur worden geroepen. Maar goed, ik ben dan ook geen IJslander, ik ben het niet gewend om op ijs te rijden en heb geen idee wat ik met die spikes in mijn banden allemaal wel kan en wat niet.

Ik kan me er ook niet zo druk om maken. In de 100 kilometer die we af moeten leggen worden we misschien drie keer ingehaald. Ik rijd dus niet voorop in de file.

Als we aankomen bij de Goðafoss lijkt het heel even of we de waterval voor ons zelf hebben. We zien geen andere auto’s of bussen staan. Het euforische gevoel het rijk voor onszelf te hebben –ja, als fotograaf zul je niet snel een grotere egoïst tegenkomen dan ondergetekende- houdt helaas niet lang stand. Zodra we een hoge sneeuwwal voorbij rijden zien we twee kleine bussen en twee personen auto’s staan. Het is ongelooflijk hoeveel mensen er in zo weinig auto’s passen. De oevers van de Goðafoss staan vol met statieven en bijbehorende fotografen. Zo te zien komt 95% van de aanwezigen uit China, of op zijn minst uit een van de Aziatische landen. Die overige 5%, dat zijn wij en de chauffeurs van de twee bussen.

Ik laat er mijn humeur zeker niet door verpesten. We bereiden ons voor om glibberend en slibberend een alternatief maar boeiend standpunt te vinden. Onverwachte omstandigheden dwingen tot het maken van keuzes die je anders misschien niet had gemaakt. Soms verval ik in een routine als ik bij een van de highlights van IJsland kom. Dan is het een prettige bijkomstigheid als je door omstandigheden opnieuw moet gaan kijken. “Opnieuw kijken” is in de fotografie trouwens altijd een goed idee. Beroepsmatig zie ik heel veel foto’s voorbij komen en dan vooral van IJsland. Vaak zijn die foto’s vrijwel hetzelfde en is het licht de enige factor die anders is.
Ik kom dit keer in ieder geval weer thuis met plaatjes die ik anders niet had geschoten.

Langs de oever van de Skjálfandafljót, de rivier waarin de Goðafoss ligt is een enorme massa driftijs aangespoeld. We hebben onze schoenen weer uitgerust met spikes zodat we net iets verder kunnen komen dan de andere bezoekers die hier regelmatig bijna of helemaal onderuit gaan. Alleen al het aangespoelde ijs zou je kunnen gebruiken voor een volle dag aan fotografie.

Nog een behoorlijke tijd blijft de zon die is opgekomen zich verschuilen achter een strook bewolking. En dat is maar goed ook. Zodra de zon boven de wolken uit komt kijken wordt het tegenlicht zo fel dat het maken van een goede foto, waarbij zowel de waterval als de lucht deel uit maken van de compositie, vrijwel niet meer mogelijk is.

De Aziaten slaan op de vlucht, en wij hebben de waterval weer even voor ons zelf. Het is nu een kwestie van wachten tot een wolk, al is het maar voor een paar seconden, het zonlicht weet te blokkeren. We blijven een groot deel van de dag bij deze waterval. Al het andere dat IJsland bijzonder maakt ligt net te ver weg om voor zonsondergang te gaan bekijken. Bovendien is het weer nu zo mooi dat het zonde is in de auto te moeten zitten.

Omdat ik niet graag in het donker terug rijd over Öxnadalsheiði rijden we ruim voor zonsondergang terug naar Varmahlíð. Ons eerste obstakel wordt het Ljósavatn. Het meer is bevroren, maar sommige delen liggen open. Op die plekken steekt het water licht maar fel blauw af tegen het witte ijs. En als fotograaf kun je daar niet zomaar aan voorbij rijden.

Er zijn hier echter geen plekken om de auto aan de kant te zetten. Met het huidige verkeer is dat in feite geen probleem. Je kunt een kilometer voor en achter je zien of er ander verkeer aankomt, dus is het een kwestie van stoppen, raam open en fotograferen. En geloof me, ik heb geprobeerd uit te stappen maar door een plots opstekende harde wind kon ik ondanks dat ik al mijn kracht gebruikte de deur van de auto niet open krijgen. De enige mogelijkheid om foto’s te maken bestaat uit: raampje naar beneden, wind vol in je gezicht, zonder te veel na te denken schieten, raampje dicht en kijken of het gelukt is. Niet mijn stijl van fotograferen, maar nood breekt wet.

De laatste zonnestralen schieten van achter de bergen de hemel in als we aankomen bij ons huisje. Terwijl we binnen gezellig aan de koffie zitten giert buiten om ons huisje de wind. Het lijkt wel winter.

6 reacties

  1. Marc Maryns

    Hallo Gerry,
    Met heel veel aandacht heb ik uw verslag gelezen en zal het nog herlezen.Een paar jaren geleden heb ik Noord-IJsland bereisd, meer bepaald de streek van Akureiry, Modradalur en Mivatn. Heel mooi en soms moeilijk onder woorden te brengen hoe prachtig de natuur er is maar ook hoe hard de natuur kan zijn, bijvoorbeeld als je nog meer dan 100km moet rijden alvorens terug in je hotel aan te komen na een bezoek aan Vik.
    Dank voor de mooie beschrijvingen die je geeft van hoe je zo’n fotoreis ervaart. Je laat ons, uw lezers meegenieten en we staan als het ware naast u om een mooie foto te maken of we stappen naast u – al dan niet met spikes aan – op spiegelglad ijs.
    Ik hoop ooit aan één van uw fotoreizen te kunnen deelnemen maar ….ik heb 2 zo’n lieve kleinkinderen en daar kan ik moeilijk van scheiden.
    Veel succes met alles wat je nog onderneemt.
    Marc Maryns, bezitter van uw boek “Ode aan IJsland”.

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *