Menu Sluiten

Verveling, zelfs in IJsland,

 

Zo nu en dan dwaalt mijn blik naar buiten. Waar je normaal gesproken in de verte de besneeuwde bergtoppen van Bláfjall kunt zien liggen wordt nu het uitzicht beperkt door de zware regenbuien die hier met grote snelheid voorbij komen drijven.

Boven de tafel brandt de lamp waardoor het buiten donkerder lijkt dan het in werkelijkheid is. Voor mij staat een geurende kop koffie die nog te heet is om te drinken. De regen die tegen het raam tikt, de sombere duisternis, de geurende koffie. Dit is het gevoel van herfst.

Even wordt mijn aandacht getrokken door kleine mensen stemmetjes. Ik loop naar het raam en kijk naar buiten waar voor de allerkleinste een allerkleinst schooltje staat, met een in verhouding gelijke speeltuin. De regen komt met bakken uit de regen, maar de kinderen spelen tikkertje op het pleintje, schommelen op de schommel, wippen op de wip, allemaal ingepakt in dikke kleding en capuchonnetjes, ver over hun kleine hoofdjes getrokken.

Het zijn toch de kleine dingen

Het tafereeltje tovert een lach op mijn gezicht. Mijn eerste lach van vandaag. Want ik verveel me… Ik ben in IJsland, en verveel me. Waarom? Ik zit te wachten, en wachten is niet mijn sterkste kant. Keer op keer check ik mijn mail, kijk ik op mijn telefoon, maar geen bericht. Ik kan opgeroepen worden, een mailtje krijgen, wellicht een SMSje, maar hoe vaak ik ook kijk, hoe vaak ik ook controleer of ik wel een internetverbinding heb, hoe groter mijn ongeduld wordt.

Ik heb moeite om me te concentreren of ook maar iets op papier te krijgen. Ik loop mezelf enorm in de weg. Het is even niet leuk om mezelf te zijn.

Als de lucht een beetje opklaart neem ik het beste besluit van de dag. Ik ga er op uit. Mijn fotorugzak staat altijd startklaar, en de rest van de dingen die ik onderweg nodig kan hebben liggen in de auto. Ik ben dan ook binnen een paar minuten op weg.

Op zoek naar wat nieuws

Van vrienden kreeg ik de tip om het Brynjudalur in te gaan. Een minder bezochte maar niet minder mooie plek in het Hvalfjörður. Voor vandaag lijkt me dit de beste optie. Niet veel later laat ik Reykjavík achter me en draai het fjord in. Ik heb hier nog verschillende opties om te stoppen, maar de regen heeft me vanaf Reykjavík achtervolgd, of beter gezegd de regen weet waar ik heen ga en heeft van het fjord één grote regenbui gemaakt. De bergtoppen zijn niet of nauwelijks zichtbaar, maar tegen beter weten in blijf ik het gaspedaal intrappen. Wellicht wordt het beter.

Maar beter wordt het niet, en ik blijf in de auto zitten, en ik blijf doorrijden. Ik rijd het Brynjudalur voorbij, en even later ook het bekendere Botsná dalur met daarin de Glymur waterval. Ik besluit nog een klein stukje door te rijden tot aan de twee gestrande walvisvaarders die ik een paar jaar geleden hier per toeval ontdekte. Twee grote boten die hier gelukkig al een tijdje werkeloos aan de grond liggen. Als ik er bijna ben komt zelfs de zon even kijken. Als de regen zo hard valt, en de zon weet dan toch even door te dringen krijg je voor fotografen bijna gegarandeerd mooi licht.

De walvisvaarders als fotomodel

De wind en de regen houd mij nog een tijdje opgesloten in mijn auto. Ik heb er de moed niet voor om uit te stappen. Als de wind even een beetje minder wordt spring ik uit mijn auto, pak mijn spullen en haast me naar de schepen. Het licht is mooi, de wind stuwd de golven op, en de wolken maken een mooie achtergrond. Geduldig bepaal ik de compositie, het brandpunt, het standpunt en bedenk me welk filter ik het best kan gebruiken om het meest uit de situatie te halen. Dat werk heeft tijd nodig. Hoe meer ik naar de lucht kijk, hoe meer ik besef dat ik niet alles zal kunnen met de tijd die ik nog krijg. Ik begin me wat te haasten, maar de optimist in mij blijft maar vertellen dat ik nog best kan blijven. Terwijl ik geteisterd wordt door regen en hagel, en binnen minder dan 2 minuten door en door koud en nat wordt, hoor ik mijn ingebouwde optimist jammerlijk klagen, als hij een flinke veeg uit de pan krijgt van mijn van nature aanwezige pessimist. Is een optimist in feite dan ook niet meer dan een slecht geinformeerde pessimist?

Ik gooi mijn rugzak op de achterbank van de auto, gooi mijn jas er achteraan, en stap snel in en start de auto. Niet veel later voel ik de weldadige warmte van de stoelverwarming. Hey, is dat nu mijn tweede glimlach van vandaag…

Voor vandaag is het weer mooi geweest. Een wandeling heeft met dit weer weinig zin, en ik heb toch de mogelijkheid gehad voor het maken van enkele goede foto’s. Mijn dag is weer goed.

Op de terugweg besluit ik toch nog even het Brynjudalur in te rijden. Ik wil deze dag natuurlijk niet voorbij laten gaan zonder dat ik iets nieuws gezien heb. In de verte zie ik een graafmachine staan. Ik ben nogal op een afstand, en vanuit mijn zichtpunt lijkt het alsof de machine midden op de weg staat.

Midden op de weg misschien niet, maar wel halverwege het midden. Ik zie ook waarom. De machine waakt voor een diep gat waar eens de weg was. Ik kan er makkelijk om heen en rijd zo een paar kilometer het dal in. Veel schapen, een paar mooie watervallen, een paar autowrakken en wat erg oude boerderijen. Bewoond, of onbewoond? Aan de staat van de boerderij te zien zou je denken aan het laatste, maar er staan wel auto’s geparkeerd. Ik rijd nog een stukje verder tot het punt waar de weg ophoudt. Aan het eind van de weg is een parkeerplaats waarvandaan een paar paden verder het dal in leiden. Ik weet genoeg. Bij betere weersomstandigheden en voldoende tijd kom ik hier nog eens terug en waag me dan aan de wandeling.

Opgesloten?

Ik ben bijna het dal uit, en ben er nog net getuige van dat een vrachtwagen bij het eerdergenoemde gat in de weg een paar kuub aan puin uitstort. Ik kan geen kant meer op. Wellicht dacht de chauffeur dat er niemand in het dal aanwezig was, en heeft hij de puin gestort, gaat hij naar huis en komt hij het morgen verder in orde maken. Ik weet niet of hij mij heeft gezien, dus ik stap uit en loop even naar hem toe. “Five minutes, then it is done…”, zegt hij. Ik ga in de auto zitten en zie dat hij niet heeft gelogen. 5 Minuten later kan ik de auto weer starten en rijd ik terug naar het appartement.

Ik check mijn telefoon. Geen berichten….

1 reactie

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *