Menu Sluiten

De lange weg naar het westen

Op de laatste dag bezoeken we de highlights die we op de heenweg moesten missen. Door de weersomstandigheden op de heenweg waar we af en toe wel heel beperkt zicht hadden is alles op de terugweg “nieuw”.

Het verschil is de sneeuw. De wind is gebleven. Aan het strand bij Vík levert die wind spectaculaire beelden op. We blijven hier langer als gepland om te genieten van de indrukwekkende krachten van de natuur.

Op het schiereiland Reykjanes ligt nog een mooie hete bron, Gunuhver. Een onaards landschap met een enorme bron waar de stoom met zo’n grote omvang uit de grond komt dat er doorheen wandelen garant staat voor een nat pak. Zodra je een stap in de stoom zet wordt je meteen voor de anderen aan het zicht onttrokken. Net zo plots als je aan de ene kant verdwijnt kom je aan de andere zijde weer tevoorschijn.

Dat het hier weinig zin heeft om te fotograferen is snel duidelijk. Van een afstandje schieten we wat beelden.

De laatste stop voordat we gaan inchecken in hotel Berg in Keflavik is de ruige kust van Reykjanesta. Woest beuken de golven tegen de rotsen. De nevel spat meer dan 10 meter in de lucht, terwijl meeuwen krijsend beschutting zoeken op de steile rotsen.

Hier nemen we fotografisch afscheid van IJsland. Nog een korte rit naar het hotel, het afscheidsdiner en dan snel het bed opzoeken. Morgenvroeg mogen we om 04:30 al aanschuiven aan het ontbijt, en om 06:00 worden we verwacht op het vliegveld. Het was een mooie reis waarop we een klein beetje getuigen mochten zijn van de overweldigende natuurkrachten die op IJsland heersen.