Zachtjes valt de regen op de bus als we beginnen te rijden. Vanuit Egilstaðir gaat de weg eerst stijl omhoog waarbij de grote en de hoeveelheid van de druppels die de bus teisteren onevenredig toenemen. Op de hoogste stand weten de ruitenwissers het zicht nog enigzins vrij te houden.
De windstoten zijn heftig en daarmee twee handen aan het stuur vereist. De enige zes kilometer waarin het niet regent zijn de zes kilometer in een tunnel.
Als we stoppen bij Hlaupgeiri, een pilaar in de branding aan de oostkust, is het even droog. Niet genoeg om alles te doen wat ik hier fotografisch wil doen, maar ik ben al blij dat we weer even uit de bus kunnen.
Aangekomen bij de vuurtoren Hvalnesviti is het ook weer even droog. De vorige keer dat ik hier was stond ik in een lekker zonnetje en was het windstil. Een mooie reden om hier dezelfde foto te maken om zo thuis het verschil eens te bekijken.
Ik maak ook nog een fotootje met mijn 12 mm objetief om zo een net iets grotere beeldhoek te krijgen als met de 16 mm die ik hier vorige keer gebruikte. Die 4mm klinken als weinig maar zijn een wereld van verschil.
Het plaatje zal bij deelnemers van mijn vorige IJsland reis niet onbekend voorkomen
En loop gewapend met een camera in je hand maar eens voorbij aan een IJslandse vuurtoren zonder een plaatje te schieten. Het is mij nog nooit gelukt.
Door de regen is het niet erg om redelijk vroeg in het hotel te arriveren en het daar nog gezellig te maken. Hotel Smyrlabjorg staat bekend om zijn goede buffet, en inderdaad als ik de tafel verlaat kan ik bijna rollend naar mijn kamer.
Als ik volgende week weer thuis kom zit er niets anders op dan weer flink te matigen met eten en gericht meer te bewegen.