We hebben er sinds 2011 op moeten wachten. We waren toen bijna bij de top toen regen en wind ons terug naar beneden wisten te jagen. Het weer door het raam, ziet er anders uit dan het weer op de internetsite van de IJslandse weersdienst. De weersdienst tekent een vrolijk lachend zonnetje met in de benedenhoek een klein vriendelijk wolkje. Verderop in de bergen waar de waterval op ons wacht zien we enkel donkergrijze wolken die vooral veel regen beloven.
Het eerste uur zitten we nog in de auto, en in die tijd kan het weer totaal anders omgeslagen zijn. We vertrouwen op het vriendelijk lachende internetzonnetje en rijden het Hvalfjörður in, op weg naar de hoogste waterval van IJsland, de Glymur. En dit keer laten we ons niet naar beneden jagen.
We parkeren de auto, en omdat we nog genoeg tijd hebben, en onze kleding moeten afstemmen op de te verwachten omstandigheden, vermaken we ons met de aankomende en vertrekkende gasten. Aan de kleding kun je goed zien hoe de mensen zijn voorbereid op hun IJslandreis.
Weten ze wel waar ze zijn
Het vriendelijke zonnetje heeft vandaag gezelschap van een sterke wind. Verbaasd kijken we naar de twee als laatst aangekomen wandelaars. Terwijl wij bijna klaar zijn om te vertrekken, gewapend met een winddicht jack, handschoenen, mutsen, dassen, regenkleding en reserve T-shirts, beginnen zij de wandeling gekleed in een bloes en een spijkerbroek. Het ensemble wordt gecomplementeerd door een paar, te witte, canvas lijkende schoentjes. Met de handen diep in de zakken, en de nek zover hij kan ingetrokken, beginnen zij aan de wandeling.
Nog voordat de witte schoentjes de kans krijgen contact te maken met de eerste plassen op het wandelpad zitten de twee heren weer in hun auto en blazen ze de aftocht.
Wraak voor 2011
Wij beginnen aan de wandeling en stappen al snel van steen naar steen om onze schoenen zo lang mogelijk enigszins droog te houden. We staan al snel aan een tweedeling in de weg. Een bordje wijst de route naar Glymur aan via de oostzijde van de rivier. De brug waarmee je die rivier moet oversteken bestaat uit een boomstam en een touw. Het is voldoende om droog aan de overkant van de rivier te komen, maar ik weet dat die stam in oktober wordt verwijderd om ongelukken te voorkomen. Dat is nu ook het geval.
Wij lopen naar boven langs het pad aan de westzijde. Pad is een groot woord, en als je even niet oplet volg je al snel het verkeerde spoor, of stoot je op bordjes dat de route hier is afgesloten. Even goed rondkijken, en je komt vanzelf weer in de goede richting naar de top van de Glymur. Het pad leidt ons door een bos van kleine maar dappere berkenboompjes met hun witte kronkelende takken. De ene keer stap je van steen naar steen, de andere keer glibber je omhoog over een pad, dat ook wel eens een beekje zou kunnen zijn.
Te koud of te warm kleden
Hoe hoger we komen hoe harder de wind probeert ons van ons plan te weerhouden. Niet alleen wordt de wind harder, maar hij wordt ook kouder. Er gaan steeds meer laagjes kleding aan, net zolang totdat de met kleding gevulde rugzak vrijwel leeg is.
Al die laagjes hebben een nadeel, het zweet wordt niet meer goed afgevoerd, met als gevolg dat mijn T-shirt zowat uitgewrongen kan worden. Geen probleem, want hiervoor heb ik natuurlijk een extra T-shirt meegenomen. In de snoeiharde en ijskoude wind gaan alle laagjes even uit, en sta ik even in ontbloot bovenlijf te vernikkelen van de koude. Het aantrekken van het droge T-shirt voelt als het omslaan van een warm deken. Een deken dat warmer wordt zodra mijn tweede T-shirt, vest en jas ook weer op hun plek zitten.
Vanaf hier is de wandeling redelijk vlak. De kans dat mijn nieuwe droge laagjes hier ook weer nat worden is daarmee een stuk onwaarschijnlijker.
The beauty or the beast
Niet veel later hebben we een mooi zicht op de Glymur. Het witte schuimende water waaiert in vele slierten mooi uit over de rotsen. Op de achtergrond zien we nog net een wit besneeuwde bergtop, die op zijn beurt wordt geflankeerd door witte schapenwolkjes.
Vanaf de westzijde is het 196 meter hoge verval niet te zien. Daarvoor moet je echt aan de oostzijde starten, of de rivier doorwaden. Kniediep bij winterse temperaturen door een gletsjerrivier waden is niet het eerste wat in mijn gedachten opkomt. Bovendien vind ik deze zijde van de waterval vele malen mooier. En als ik dan moet kiezen voor schoonheid of spektakel, dan ga ik toch voor schoonheid.
We volgen de rivier nog een klein stukje stroomopwaarts omdat we na verschillende wandelingen nu ook wel het bijbehorende meer willen zien. Bij dat meer zijn ooit de botten gevonden van een walvis. Volgens de overlevering zou het gaan om een betoverde walvis die als vloek had meegekregen dat hij enkel nog stroomopwaarts kon zwemmen. Zo kwam hij uiteindelijk aan bij de 196 meter hoge en kaarsrechte Glymur waterval, waar hij luid tierend en vloekend tegen omhoog zwom. Boven aangekomen klapte hij van pure inspanning uit elkaar.
Voor ons was de weg te voet omhoog al inspanning genoeg. We baggeren door een 5 tot 10 centimeter dik pak sneeuw, maar worden al snel tegengehouden door een stroompje dat net de breed en net te diep is om de schoenen ook van binnen droog te houden. De schoenen uitdoen met deze temperatuur vinden we beide geen optie.
We lopen nog even terug naar de Glymur die nu wordt beschenen door een waterig zonnetje. We nemen afscheid van haar schoonheid en beginnen aan het glibberige pad naar beneden. Onderweg naar beneden dopen we de Glymur waterval om naar de “Glibber” waterval.
Prachtig verhaal weer. Het avontuur komt helemaal tot leven als je het leest.