Menu Sluiten

Gaan we het halen, of…

Het hele jaar door, maar natuurlijk extra in de periode dat de nachten langer worden, is reizen in IJsland nooit vanzelfsprekend. Er zijn veel verschillende oorzaken die roet in “je” eten kunnen gooien. Zo nu en dan krijg je bijvoorbeeld een Jökulhlaup, waarbij een enorme hoeveelheid water van onder een gletsjer weet te ontsnappen en zo delen van de weg of een brug in hun niets ontziende stroom meeneemt. Soms laat een vulkaan een boertje, wakkert de wind aan tot stormkracht of wordt half IJsland geteisterd door sneeuw en ijs. Reizen in IJsland vraagt aan de reiziger soms wat flexibiliteit.

Zo wist ik al in de eerste week dat ik in IJsland was dat veel van mijn plannen niet door konden gaan. Hevige regen en sneeuwval was voor de wegbeheerders voldoende reden om veel wegen in het binnenland af te sluiten. Als in oktober de wegen worden afgesloten wordt de kans erg klein dat ze dat jaar nog opengaan. Meestal wordt dat begin juni van het volgende jaar. Tegen beter weten in keek ik nog regelmatig op de website waarop de informatie hierover te vinden is, en steeds zag ik hetzelfde beeld. Alle wegen naar het binnenland waren rood gemarkeerd. Rood staat voor “afgesloten”.

De weg naar misschien wel de mooiste waterval van IJsland, de F26, beter bekend als de Sprengisandur, en de weg die langs de Aldeyjarfoss leidt hoorde daar ook bij. De internetkaarten van de wegbeheerders zijn niet zo gedetailleerd dat je de afsluitlocatie precies kunt aanduiden. Neem je de afslag, en rijd je 42 kilometer om erachter te komen dat je nog vijf kilometer moet wandelen, of geef je het aan het begin maar vast op?

Doen we het, of doen we het niet?

Na even stil te hebben gestaan bij de Goðafoss, een waterval die dezelfde bron, heeft als de Aldeyjarfoss, de rivier Skjálfandafljót, nemen we het risico. En eerlijk is eerlijk, op de spanning na of de weg nu open of dicht is, is het geen straf om de route te rijden. Hoewel ik in IJsland bijna blindelings naar de volgende locatie kan rijden, laat ik TomTom altijd even meekijken, al is het maar om te weten hoeveel kilometer ik nog voor de boeg heb.

Ik ben erg verbaasd als deze mij na ongeveer twintig kilometer een brug over wil sturen. Ik weet toch zeker dat ik aan de oostzijde van de rivier moet blijven, maar tomtom zegt… Ik ben niet zo heel moeilijk aan het twijfelen te brengen, maar ik besluit toch mijn eigen weg te volgen. Tomtom blijft de rest van de weg volhouden dat ik om moet draaien en voegt steeds enkele kilometers toe aan de af te leggen route. Ik breng de Tomtom tot zwijgen en rijd stug door.

Hoewel je de weg gewoon moet blijven volgen weet ik dat je even moet opletten. Als je de weg namelijk echt blijft volgen rijd je bij de juiste afslag gewoon het erf van een boerderij op. Als je dat weet, en je blijft bij de les kan het niet misgaan.

Een flinke wandeling wacht ons. Of niet?

Bij de afslag aangekomen zie ik ver beneden ons een brug. Dit is de plek waar ik verwacht dat de weg is afgesloten. Een geparkeerde auto even voorbij de brug bevestigd mijn vermoeden. Dat wordt nog een behoorlijk stuk lopen. Bij de geparkeerde auto aangekomen wordt de door mijn vermoedde bevestiging ontkracht. Geen afgesloten weg, we kunnen gewoon verder.

Niet veel later zetten we de auto vlak bij de Aldeyjarfoss stil. Voor ik uitstap kan ik het niet laten mijn Tomtom nog even aan te zetten. Ik spreek mijn tomtom vermandend toe: “zie je nu wel”, en zet haar weer uit. Ik weet niet of mijn Tomtom mannelijk of vrouwelijk is, maar ik heb hem ingesteld met een vrouwenstem omdat ik nu eenmaal beter met vrouwen dan met mannen kan communiceren.

De mooiste patronen in water, rots en lucht

Het is niet de eerste keer dat ik bij de Aldeyjarfoss stond, maar dit keer is hij echt prachtig. Het water heeft net de juiste cadans om perfecte cirkels met een mooie onderlinge afstand in het water te tekenen. Krachtig, met de juiste tussenposen lijkt het water schoksgewijs neer te komen. Ruig vulkanisch gesteente afgewisseld door perfect gepositioneerde kolommen van basalt scheppen mooie patronen die nog eeuwen stand gaan houden. De patronen in de wolken blijven bestaan tot een veranderende wind anders besluit. De patronen in het blauwgroene water… Een keer knipperen met je ogen, en ze zijn weer anders.

 

De Hrafnabjargafoss

Hoe ver kan het nog zijn tot aan de Hrafnabjargafoss? Hemelsbreed is het slechts 2,5 kilometer. Nu we toch hier zijn willen we ook deze waterval gaan bewonderen. De waterval staat al langer op mijn lijstje. De exacte afstand naar de Hrafnabjargafoss weet ik zo niet, maar ik hoop alleen maar dat de weg tot aan deze waterval open is. Na een paar kilometer zie ik een bord met daarop de naam van de waterval. Rechtdoor is de weg afgesloten. Hier eindigt de route voor de komende tijd, maar wij slaan linksaf en rijden over een nogal onduidelijke weg steeds dichter naar de waterval.

De laatste twee of driehonderd meter gaan we te voet verder. Bijna onzichtbaar voor onze ogen heeft een flinterdunlaagje ijs zich aan de rotsen vastgezet en daardoor een bijna onneembare hindernis opgeworpen. Voor de mooiste foto’s zal ik gebruik moeten maken van de crampons. Ans loopt even terug naar de auto om ze te halen, en ik begin alvast met het maken van wat foto’s.

Even later bind ik de crampons onder mijn schoenen en kan ik de gladde rotsen, nog steeds met het in acht nemen van de grootste voorzichtigheid, beklimmen. Ik ben eens een keer wat overmoedig geweest, en heb daar wijze lessen uitgetrokken. Nadenkend bij iedere stap vind ik een goed standpunt voor het maken van wat plaatjes. Natuurlijk blijft het mooiste standpunt toch onbereikbaar, maar ik wil geen risico nemen en beperk me tot de plaatsen waar ik mezelf veilig acht.

We lopen nog een klein stukje stroomafwaarts langs de Skjálfandafljót waar nog tal van fotogenieke plekjes te vinden. Wachtend op de juiste omstandigheden en het juiste licht zou je hier een hele week kunnen houden. Daarbij zou je steeds weer nieuwe invalshoeken ontdekken en thuis kunnen komen met talloze foto’s van deze bijzondere rivier met zijn watervallen. Nu beperken we ons tot wat de dag ons aanbiedt, en dat is meer dan ik me kon wensen.

En vergeet de details niet…