Menu Sluiten

Een goede start

Gisteren kwamen we tegen de avond aan in hotel Cabin in Reykjavik. Het hotel ligt enigszins buiten het centrum, maar omdat we hier enkel dineren en overnachten en ik in ieder geval vroeg mijn bed op zal zoeken vind ik dat prima. Hoewel ik gedurende de nacht regelmatig even wakker wordt ben ik de volgende dag lekker fit en heb enorme zin om aan de rondreis te gaan beginnen.

Onze chauffeuse Solla is ruim op tijd aanwezig, en na een beetje passen en meten met de koffers kunnen we zodra iedereen ook nog een plekje heeft gevonden op weg.
Onze route van vandaag gaat eerst naar Thingvellir. Een mooi gebied als je houd van geologie, maar ook als je geïnteresseerd bent in de geschiedenis van IJsland. Dit was lang een van de meest belangrijke plaatsen van het land. De plaats waar ieder jaar alle hoofdmannen bijeenkwamen om alles wat geregeld moet worden te regelen. Huwelijken werden gesloten, nieuwe wetten werden verworpen of aangenomen, vonnissen werden voltrokken etc…

1EV 4869

Een opvallende steen ingeklemd tussen twee rotsen trok hier mijn aandacht. De steen hangt er al jaren, en zal er waarschijnlijk nog jaren hangen.
Via de Kaldidalur route rijden we een stuk noordelijker waar we uitkomen bij Hussafell. We bekijken het atelier van Pall Gudmunson, een plaatselijke kunstenaar die veel mooie werken maakt. Hij is aan het werk in zijn atelier, maar ik heb gehoord dat hij het niet zo heeft op pottenkijkers dus laat ik hem ook maar met rust.
Niet ver van Husafell liggen de Hraun en Barnafossar twee bijzondere watervallen op slechts 5 minuten wandelen van elkaar, al hebben we veel meer dan die 5 minuten nodig om te genieten van het nu wel erg mooie blauwe water van de rivier Hvitá.

1EV 4888

Na een bezoek aan Deildartungahver gaan we naar hotel Reykholt waar we de nacht zullen doorbrengen. Morgen gaan we naar Snaefellsnes

1EV 4924

 

IJsland Infrarood in de ibook store

Zolang als ik weet dat het bestaat experimenteer ik met een alternatieve vorm van fotografie, de infrarood fotografie. De resultaten van deze vorm van fotografie doen vaak wat mystiek aan, net zoals het IJslandse landschap.

Het was dan ook slechts een kwestie van tijd alvorens ik deze vorm van fotografie ook ging toepassen gedurende mijn IJslandreizen. In 2006 nam ik voor het eerst een infrarood filter mee naar IJsland.

Zoals met alles moet je ook deze vorm van fotografie leren met vallen en opstaan. De eerste resultaten vielen vaak toch wat tegen of brachten in ieder geval niet wat ik ervan had verwacht. Maar nu na veel schaven, bijstellen en aanpassen van mijn workflow bereik ik gewenste resultaten.

Een aantal van deze foto´s zijn nu gebundeld in het 163 pagina’s tellende iBook (digitaal boek voor Ipad en Mac computers) getiteld “ IJsland Infrarood” en is vanaf vandaag te koop.

Bekijk het in de iBook store: IJsland Infrarood door Gerry van Roosmalen

Enkele foto’s die zijn gebruikt in het boek.

Portret van een fotograaf

Het grote voordeel dat je hebt als je op pad bent met een groep enthousiaste fotografen is dat je bij thuiskomst regelmatig foto’s in je mailbox terugvind waarop jezelf figureert. Natuurlijk kan dat net zo goed een nadeel zijn.  Je komt niet net van de kapper, en je hebt ook niet je mooiste kleren aan. Je kapsel is meestal verzorgd door de wind, de regen of een combinatie van beide, en na een paar dagen kruipen over IJslandse bodem zitten de vouwen ook niet meer zo strak in je broek.

Toch vind ik het –meestal- leuk om foto’s te zien die onverwacht van mij zijn gemaakt tijdens enige actie. Natuurlijk is die actie vaak in de vorm van het vasthouden van een camera voor je gezicht, het opstellen van een statief, of het plat op de grond liggen om net dat stukje voorgrond op je foto goed te laten integreren met de achtergrond. Vaak, meestal maar niet altijd is die achtergrond dan weer je hoofdonderwerp en je wilt door je standpunt natuurlijk voorkomen dat de eerste de beste fotograaf die na je komt precies dezelfde foto maakt.

Ik heb ondertussen een behoorlijke voorraad zelfportretten, en vanmiddag besloot ik daar eens tussen te gaan spitten. Enkele voor mij opvallende foto’s heb ik er tussen uitgehaald en staan hieronder.

Bovenstaande foto werd tijdens de laatste trip naar IJsland gemaakt. Ik had strategisch een paar rotsblokken in de stroming bij de Svartifoss gekozen als ideale plek voor het maken van de foto. En hoewel het lijkt alsof ik hier erg comfortabel lig viel dat in de praktijk wel wat tegen.

Deze twee foto’s werden gemaakt tijdens een korte fotostop tussen Geiser en Thingvellir. Terwijl de onderste foto authentiek is werd ik voor de foto daarboven onverbiddelijk terug de storm in gestuurd om vrijwillig te poseren. En dat terwijl ik net de luwte van de bus had opgezocht om even wat op te warmen.

En zo volgen hier onder nog een paar voorbeelden waarbij soms spontaan, maar soms ook geposeerd een foto werd genomen. Vaak stond ik toevallig net op tijdens “the decisive moment”, en moest “the decisive moment” even opnieuw worden gespeeld. Soms werden we ook met voorbedachte raden opgesteld om zo tot “de”  foto te komen, maar over het algemeen ging alles voornamelijk spontaan.

Een aktieshot

Wie de schoen past…

Een gewaarschuwd mens telt voor twee. Ik had dus beter moeten weten toen ik besloot dat mijn Meindl wandelschoenen model “ Island” nog wel een reisje naar IJsland af zouden kunnen. Mijn vorige paar mocht na jaren trouwe dienst achter blijven in IJsland nadat ze tijdens een wandeling bij Hrossaborg de tong steeds verder lieten hangen en het uiteindelijk moesten opgeven.

2011, mijn trouwe Meindl´s geven het op

De keuze, -met twee paar nieuwe wandelschoenen in de kast, dit keer van HanWag – toch te kiezen voor mijn oude vertrouwde Meindl’s was een impulsieve daad. Ik had ze per slot van rekening net nog goed schoongemaakt en voorzien van een nieuwe waterafstotende laag. De zolen zagen er nog lang niet zo slecht uit, en het terrein dat we gedurende de fotografiereis zouden bezoeken was niet zo heftig dat deze schoenen het niet aan zouden kunnen.
Wat vervloekte ik mezelf toen ik maandagmorgen naar mijn schoenen keek en zag dat het bovenste stukje van de zool bij de tenen een stukje open stond. Nog voordat ik twee stappen had gezet waren de eerste 5 tot 10 centimeter ook losgekomen. Ik trok mijn schoen uit en bekeek hem eens aandachtig. Hij had wel wat weg van een hond die na een lange wandeling met zijn bek wijd open staat te hijgen.

Vanaf Guesthouse Anna is het ongeveer 80 kilometer naar de dichtstbijzijnde “stad” Selfoss. Te ver dus om even naar toe te rijden. Op onze route van vandaag ligt het plaatsje Hvolsvöllur. Met hooguit een paar honderd inwoners schat ik mijn kansen op een schoenenwinkel erg klein in, maar wellicht dat een tube lijm voor vandaag afdoende is. Dit natuurlijk in combinatie met de rol Ductape die ik meekrijg van Einar, de eigenaar van Guesthouse Anna.

Bij de plaatselijke supermarkt hebben ze slechts hobbylijm en bij de tegenover liggende benzinepomp kunnen ze me helaas ook niet aan lijm helpen. Wel hoor ik dat er in het dorp een heuse Húsasmiþjan zit. Een soort bouwmarkt. In het kleine dorp is de winkel niet moeilijk te vinden. Mijn oog valt al snel op een rek met schoenen. Wie weet is dat de beste oplossing voor mijn probleem. De schoenen zien er stevig uit, zijn hoog, en hebben…. stalen neuzen. Niet echt geschikt waarschijnlijk als wandelschoen, maar ik houd het wel in gedachten voor het geval ik niets anders zal vinden.

Het IJslands voor lijm blijkt Lím te zijn. En voor slechts 1000 kronen mag ik mezelf de trotse eigenaar noemen van een tube ‘Dana Lím´ van 40ml. Ik knijp een flink deel van de tube leeg tussen de zool en schoen welke een nog grotere afstand van elkaar hebben aangenomen. Ik draai er flink wat Ductape omheen en hoop maar dat het in ieder geval voor vandaag genoeg zal zijn. Als het tot vanavond kan blijven zitten kan ik in het hotel de schoenen goed droog föhnen en de procedure herhalen zodat ik deze week nog met mijn schoenen vooruit kan, al zie ik het somber in.

Even later zijn we weer op weg. Voor we bij ons eerste doel zijn hebben we een paar fotostops, maar even later staan we toch bij de Hjálparfoss, een mooie dubbele waterval langs de mooie route Thjorsadalur.
Dan blijkt het dat mijn schoenen niet de enige zijn die er vandaag de brui aan geven. Ook de schoenen van Caroline hebben het opgegeven. Niet bij de teen, maar bij de hak.

Ook bij deze schoen wordt een goede hoeveelheid Lím tussen zool en schoen gespoten waarna ik als volleerd hoefsmid begin aan het inwikkelen van schoen en zool met Ductape.

Het wordt me wel duidelijk dat we toch op zoek moeten naar een schoenenwinkel. Voor mijn eigen schoenen kan ik het mezelf nog verantwoorden om met lapmiddelen te werken. Dat geld niet voor mijn gasten.
De rest van de dag moeten we steeds ons beste beentje voorzetten om de schoenen enigszins te sparen, en wonderwel houden ze het door de dag heen redelijk, al verlies ik al na een paar kilometer wandelen de Ductape, en laat de “lim” ook steeds verder los. Met de draadjes lijm die zo gespannen tussen zool en schoen komen te staan lijkt mijn schoen steeds meer op een hond die vervaarlijk zijn gele tanden laat zien.
Op de weg terug naar ons hotel komen we bij de afslag. Links naar het hotel, rechts naar Selfoss. 30 kilometer. Ik bedenk me dat de omweg naar Selfoss, het zoeken naar de winkel, het passen van de schoenen ons snel op een achterstand van anderhalf uur zal komen te staan. Tijd die ik hiervoor liever niet verspil. Richting het hotel ligt ook nog het plaatsje Hella. Ik besef dat met een inwonersaantal van 900 een goed gesorteerde schoenenwinkel niet direct voor de hand ligt, maar ik waag mijn kansen.
Navraag bij de benzinepomp van Hella leert me dat ik de meeste kans maak bij de winkel Pakkhúsið die aan de overkant van de straat ligt. Ik wil niet zeggen dat er in Hella nooit wat gebeurt, maar ik denk dat die bus met fotografen waarvan er twee binnen komen lopen, schoenen passen, ze direct aantrekken en hun oude schoenen achter laten en 5 minuten later weer buiten staan toch het gesprek is geweest van de dag, en dat zelfs het nieuws van de Barðarbunga even naar de achtergrond verdrongen heeft. Voor slechts ISK 16,900 per paar mogen we ons de trotse eigenaar noemen van heusse Conway Gönguskór.

Tevreden over onze nieuwe wandelschoenen vervolgen we onze weg naar het hotel. Morgen weer een normale dag waar we weer met beide benen aan de grond aan zullen beginnen.

Foto´s van de reparaties beschikbaar gesteld door Steven Warmoes

Een onstuimig begin van de reis

We landen op een redelijk bewolkt IJsland. Gelukkig valt het met de regen mee, en nadat we enkele kilometers hebben gereden zie ik de lucht aan de zuidkust enigszins opklaren. Dat is voldoende aanleiding om de eerst de weg naar Grindavík en later naar Krýsuvík in te slaan.

Krýsuvík met zijn warme bronnen, modderpotten en vreemd gevormde structuren is de gelegenheid om mijn gasten een eerste glimp op te laten vangen van de unieke natuur die IJsland rijk is.

Daarna rijden we door naar ons eerste hotel, hotel Anna. Dit zal voor de komende drie dagen onze uitvalsbasis zijn. Tijdens de rit er naar toe verslechterd het weer snel. Hevige rukwinden aangevuld met hevige regenval ontnemen het zicht en maken dat we niet al te hard kunnen rijden.

Als we bij Anna aankomen regent het zo hard dat de afstand van ongeveer 10 meter tussen parkeerplaats en ingang voldoende is om helemaal nat te regenen. De koffers worden in sneltreinvaart uit de bus en in het hotel geladen. Zodra wij met z’n alle binnen staan kijk ik tevreden naar buiten waar de bus nog vervaarlijk in de wind op en neer zwiept. Het gaat zo tekeer dat een van mijn gasten zich afvraagt of de bus wel overeind blijft.

De volgende ochtend ziet er totaal anders uit. De donkere lucht begint open te breken en op plaatsen laat de zon zich al zien. De wind blijft behoorlijk, maar in het licht en zonder de regen valt er goed te rijden.

Vandaag staat de gouden cirkel op het programma. Een flinke rit, maar wel een met veel highlights van IJsland. In de bus vertel ik een en ander over IJsland, en natuurlijk bespreken we een en ander over fotografie, en de handigste manieren om een en ander mooi vast te leggen. Ik heb een heel ervaren groep fotografen in mijn gezelschap waardoor een half woord meestal voldoende is. De techniek zit in ieder geval wel goed, de rest is persoonlijke visie waarbij we veel van elkaar opsteken.

Een van de watervallen die ik wil delen met de groep is helaas door de hevige regenval van de afgelopen dagen niet bereikbaar. Zelfs met rubberlaarzen zou het nog moeilijk zijn geweest. Het pad ernaar toe lijkt nog steeds meer op een riviertje dan een pad. Het blijft natuurlijk IJsland, dus niet alles hoeft vanzelf te gaan.

Er is deze dag toch voldoende te zien, en als we vroeg in de avond weer aankomen bij het hotel heeft iedereen een tevreden gevoel over wat IJsland ons vandaag te bieden had.

De lange weg naar het westen

Op de laatste dag bezoeken we de highlights die we op de heenweg moesten missen. Door de weersomstandigheden op de heenweg waar we af en toe wel heel beperkt zicht hadden is alles op de terugweg “nieuw”.

Het verschil is de sneeuw. De wind is gebleven. Aan het strand bij Vík levert die wind spectaculaire beelden op. We blijven hier langer als gepland om te genieten van de indrukwekkende krachten van de natuur.

Op het schiereiland Reykjanes ligt nog een mooie hete bron, Gunuhver. Een onaards landschap met een enorme bron waar de stoom met zo’n grote omvang uit de grond komt dat er doorheen wandelen garant staat voor een nat pak. Zodra je een stap in de stoom zet wordt je meteen voor de anderen aan het zicht onttrokken. Net zo plots als je aan de ene kant verdwijnt kom je aan de andere zijde weer tevoorschijn.

Dat het hier weinig zin heeft om te fotograferen is snel duidelijk. Van een afstandje schieten we wat beelden.

De laatste stop voordat we gaan inchecken in hotel Berg in Keflavik is de ruige kust van Reykjanesta. Woest beuken de golven tegen de rotsen. De nevel spat meer dan 10 meter in de lucht, terwijl meeuwen krijsend beschutting zoeken op de steile rotsen.

Hier nemen we fotografisch afscheid van IJsland. Nog een korte rit naar het hotel, het afscheidsdiner en dan snel het bed opzoeken. Morgenvroeg mogen we om 04:30 al aanschuiven aan het ontbijt, en om 06:00 worden we verwacht op het vliegveld. Het was een mooie reis waarop we een klein beetje getuigen mochten zijn van de overweldigende natuurkrachten die op IJsland heersen.

Aan het Jökulsárlón

Het ijsbergenmeer Jökulsárlón blijft tot de verbeelding spreken. Niet alleen voor mij, ook voor Hollywood getuigen het aantal films dat hier in het verleden is opgenomen.

Vandaag wordt een dag met wat opklaringen verwacht. We rijden door een dik pak sneeuw waar ik ondanks 4×4 en spikes onder de banden toch wat voorzichtig in acht neem. Ook een 4×4 die gaat schuiven schuift gewoon door. Rustig rijden is dus het devies.

Het weer verbeterd met iedere kilometer die we het meer naderen. Deze dag kan dus eigenlijk bij voorbaat al niet meer stuk. Tenminste dat is wat ik dacht totdat we over de brug van de Jökulsá a Breiðamerkursandi rijden.

De vlakte aan de oostelijke kant van het strand staat vol vrachtwagens. “Pegasus” en “Closed” staat op de bordjes die ik nog net in mijn ooghoeken kan zien. Balen natuurlijk, want al van afstand zie ik de grote blauwe brokken ijs op dit stuk strand liggen.

Nou ja, het meer is groot, en aan de westzijde is ook nog een stuk strand, dus fotoplekjes zijn in voldoende mate aanwezig. We beginnen maar meteen met het fotograferen van de schotsen in het meer zelf. Een kleine wandeling over de eerste bergen brengt ons bij een flink aantal zeehonden die op een ijsschots een uiltje knappen. Voor mijn 200 mm liggen ze eigenlijk een beetje buiten bereik, maar kijken naar deze prachtige beesten is ook mooi.

Ik wandel over de brug naar de westzijde als een man met een quad komt aanrijden. Hij vraagt mij of ik naar het strand wil lopen. Als ik dat bevestig zegt hij mij dat dat niet kan, want het strand is gesloten. Ik loop naar hem toe om uitleg te vragen, maar hij geeft gas en is alweer op weg naar het strand om daar tegen iedereen te vertellen dat ze moeten maken dat ze wegkomen.

Een stuk verderop parkeert hij de quad. Ik zie dat het hem niet lukt iedereen van het strand te verwijderen. Ik besluit eens te gaan peilen wat er echt aan de hand is. Hij legt me uit dat ze de andere zijde van het strand hebben afgehuurd voor het opnemen van de BBC serie Fortitude. Deze locatie moet een stukje Spitsbergen voorstellen, en voor het shot wat ze nu willen maken filmen ze in de richting van dit stuk strand. Nu geeft hij aan dat ze aan 20 minuten genoeg hebben, als iedereen maar even het strand wil verlaten.

Ik bied hem aan te helpen de mensen van het strand te krijgen. Hij aanvaard mijn hulp, en even later hebben we het strand schoon en kan de shoot beginnen. Na 20 minuten en 2 takes is het inderdaad klaar, en hij bedankt me voor de hulp. Hij kan tevreden terug naar de set, en wij kunnen met zijn alle het strand weer “innemen”.

Het licht aan het strand is vandaag niet echt spectaculair. Ik besluit mijn geluk een stukje verderop te proberen en vind regelmatig leuke motieven om vast te leggen. De sneeuw in combinatie met de lichte lucht en de zwarte rotsen die hier en daar door de sneeuw priemen maken het landschap bijna grafisch. Met zorg zoek ik mijn composities uit en loop tevreden en breed grijnzend door dit mooie landschap.

Tijdens de terugweg naar het hotel strekken we de benen even bij het turfkerkje Hofskirkja, en bij Sandfell bij “de eenzame boom”. De sneeuw is hier nog geheel maagdelijk. Teken dat wij hier vandaag de eerste bezoekers zijn. Gezien het tijdstip waarschijnlijk ook de laatste van deze dag.

In de avond is de hemel bijna geheel helder. De noorderlicht verwachtingen zijn laag, maar dat wil niet zeggen dat je geen mooie nachtfoto’s kunt maken van de Svínafelljökull in een decor van duizenden sterren.

Met het blote oog is het noorderlicht niet waarneembaar, we zijn dan ook aangenaam verrast als we de resultaten zien van de eerste 20 seconden belichting. Het noorderlicht doorkruist de Melkweg. Het enthousiasme om te fotograferen groeit enorm. Als zo nu en dan een vallende ster de hemel overschiet wordt het enthousiasme alleen nog maar groter.

Een vallende ster is zelfs zo helder dat we eerst niet kunnen geloven dat het hier om een vallende ster gaat. Alsof de duvel ermee speelt is dit net het moment waarop mijn camera staat te rekenen om de 20 belichtingsseconden te verrekenen met de ruis op de sensor. Van alle camera’s is er slechts 1 die het fenomeen weet te vangen, maar in het enthousiasme wordt de camera aangestoten zodat deze foto niet helemaal scherp is.

Het mag de pret niet drukken. Langzaam dooft het noorderlicht nog verder uit en wij keren terug naar het hotel. Ik wil net een plek aan gaan wijzen van waaruit je het noorderlicht kunt fotograferen mocht het zich vanavond nog aandienen als een helder licht vanachter de bergen begint te schijnen. Het noorderlicht is terug. We snellen naar de plaats waar we kunnen fotograferen. Ik stel snel mijn camera in met als extra dat hij 8 opnames mag maken van ieder 30 seconden, en snel dan terug naar het hotel om iedereen van onze groep die net de warmte van de kamers heeft opgezocht weer naar buiten te krijgen. Niet veel later staan we met zijn allen te kijken naar het prachtige schouwspel dat zich hoog boven ons afspeelt.

Skaftafell

Wie Skaftafell zegt, zegt Svartifoss. De Svartifoss wordt de eerste bestemming van deze dag. Het eerste deel van de wandeling gaat erg goed, maar op de plek waar het pad naar beneden afbuigt ligt een dikke laag ijs. Voorzichtig aftastend hoe glad het is beweeg ik langzaam naar beneden. Het venijn zit hem in de staart, en bij de laatste meter ga ik onderuit. Gelukkig zijn de overige mensen van de groep geen van alle snel genoeg om dit voor mij vernederende moment vast te leggen. Nog voordat de camera’s in de aanslag zijn sta ik alweer op mijn twee benen.
Iets voorzichtiger dan ik het deed dalen de medefotografen ook af. Als we met drie man sterk onder aan de glijbaan staan lopen we eerst verder naar de waterval. Hier valt de gladheid mee. Ik laat mijn spullen achter en loop terug om te kijken of ik wat hulp kan bieden.
Een kwartiertje later staan we allemaal bij de waterval en proberen we allemaal op eigen wijze deze kleine maar bijzondere waterval middels de lens te vangen.

De weg terug gaat een stuk lastiger. Het is alsof het pad nog gladder geworden is. We moeten alle zeilen bijzetten en elkaar helpen om over het meest gladde stuk te komen. Handen, benen en statieven worden ingezet om iedereen weer boven te krijgen. Wordt een foto niet altijd een stuk mooier als je er meer moeite in hebt moeten stoppen?

De wandeling naar de Skaftafelljökull wordt ieder jaar weer wat langer maar blijft ook altijd de moeite waard. Kruiend ijs ligt aan de rand van het meer en levert een mooie voorgrond voor de imposante gletsjer.

Later die dag gaan we naar de Svínafelljökull. De eerste verrassing bij deze gletsjer is het patroon van sneeuw en ijs in het meer voor de gletsjertong. Een bijna kleurloze Mondriaan ligt aan onze voeten.

De tweede verrassing is het blauwe ijs tussen de besneeuwde bergtoppen. Een bijna grafische afbeelding van de gletsjer ligt voor ons. Je krijgt bijna de neiging het hele geheugenkaartje vol te schieten met alleen dit uitzicht.

Voorbij het onderste deel van de gletsjer ligt een imposante steile helling bestaande uit eeuwenoud ijs. Helaas is hiervan door de nevel bijna niets te zien. Af en toe wordt door de wind een deel van de nevel weggeblazen en krijgen we een vage indruk van hoe groot die wand werkelijk is.

Als fotograaf moet je natuurlijk altijd die extra inspanning leveren om tot de mooiste plaatjes te komen. Dat je daardoor zo nu en dan door een bijna 1 meter dikke laag sneeuw moet ploeteren is geen reden om te klagen, maar gewoon alledaags werk voor een goede fotograaf.

We rijden terug naar het hotel, waar enkele fotografen de warmte van de hotelkamer opzoeken en andere voor nog een extra wandeling gaan naar het meer aan de voet van de Svínafelljökull. We laten ons door de donkere dreigende lucht en de koude wind niet ontmoedigen en fotograferen er gretig op los. Het is al bijna donker als we weer terugkeren bij het hotel.

Sneeuw, heel veel sneeuw

De dag begint somber. De zon laat zich niet zien, en er staat een koude harde wind. We zijn nog maar een klein stukje op weg als het begint de sneeuwen. Tegen beter weten in neem ik de afslag naar Dyrhólæy. Het is de eerste fotostop van deze dag, maar gezien de weersomstandigheden ben ik bang dat er weinig te fotograferen valt.
Het valt niet mee om je camera stabiel te houden. Zelfs met statief is het oppassen geblazen, want iedere windstoot kan je statief zo tegen de grond gooien.
Het duurt dan ook niet lang voordat we allemaal weer in de bus zitten en verder gaan. We hoeven maar een paar kilometer te rijden, maar door de sneeuw en het wel zeer beperkte zicht komen we niet zo snel vooruit. Het zicht is vaak niet meer dan een kleine 10 meter.
Als we vlak bij Reynishverfi zijn zien we door de sneeuw een aantal paarden die dapper stand houden tegen de extreme omstandigheden. Tijd om die stoere houding van dit sterke dier op de foto vast te leggen.

Aangekomen bij het strand is de wind alleen maar toegenomen. De wind, gevangen door de Reynisfjall, blaast vanuit alle hoeken. Het zicht varieert van 1 tot soms 5o meter. De sneeuw wordt door de wind met hoge snelheden tussen de rotsen geblazen wat een surrealistisch landschap oplevert. Af en toe zie je vaag de contouren van een van onze medereizigers, maar steeds vaker zie je alleen een witte muur van sneeuw. Deze kans om op het strand te kunnen zijn laten we ons niet ontnemen.
We zijn hier op een gunstige tijd. Het water staat redelijk laag zodat de grot toegankelijk is. Het is alleen jammer dat ik van onze fotografen alleen Jan kan vinden die met mij mee naar de grot gaat. Beschut voor de wind door de grot is het redelijk fotograferen. Een enkele ijspegel siert het plafond, en heel af en toe is een van de pilaren van de Reynisdrangar zichtbaar.

Als we terug naar de bus willen gaan zie ik een krab ondersteboven in de sneeuw liggen. Ik neem aan dat hij het extreme weer niet heeft overleefd, maar als ik hem omdraai zit er toch nog beweging in zijn scharen. Als ik de bodem afspeur zien we steeds meer krabben die hun uitstapje naar deze grot waarschijnlijk niet gaan overleven

Om te tanken, de inwendige mens te versterken en de sneeuwstorm uit te zitten rijden we verder naar Vík. De sneeuwbuien worden alleen maar erger zodat ik regelmatig niet harder kan rijden dan een schamele 10 kilometer per uur. Anders gezegd, we komen terecht in een Whiteout. Een situatie van helderheid die je kunt ervaren bij een combinatie van een besneeuwde ondergrond in combinatie met een dichtte sneeuwbui waarbij alles om je heen in een gelijk helder wit veranderend waarbij de horizon verdwijnt en bodem en lucht naadloos in elkaar overgaan. Er zijn geen contouren en geen schaduwen. Je zit in een lege oneindige witte ruimte wat enorm desoriënterend werkt. Afremmen, en hopen dat als er verkeer achter je rijd ze het zelfde idee hadden.

Volgens de bediende van de benzinepomp is de situatie ongeveer 10 kilometer verderop totaal anders. Na wat te hebben gegeten en getankt gaan we dan ook vol goede moed weer op pad. Die 10 kilometer waren enigszins optimistisch weergegeven. Pas na een kleine 50 kilometer krijgen we weer een beetje zicht op het landschap.
De kleine paaltjes bij Laufskálavarða contrasteren mooi met de witte sneeuw. De gelegenheid voor een korte fotostop.

Er is weinig onderscheid te maken tussen de verschillende landschappen. Het anders mooi met groen mos bedekte Elhdraun is nu bijna aan het zicht ontrokken door een witte pak sneeuw. Het geeft wel de gelegenheid voor “andere” fotoos.

Net als we dan denken dat de volgende stop hoogstwaarschijnlijk het hotel zal worden slaat het weer enigszins om. We rijden net voorbij de waterval Þvera, en zetten de bus aan de kant. De laatste fotostop voor vandaag.