Menu Sluiten

Aan alles komt een eind

Het is nog vroeg in de ochtend als we aan de reis richting Keflavik beginnen. We hebben de hele dag tijd waardoor de eerste fotostop al wordt ingelast als we nog geen kilometer van het hotel af zijn. Er is nauwelijks wind en de lichte vorst heeft ervoor gezorgd dat de plassen water niet ver van de weg een perfecte spiegeling creëren van de besneeuwde toppen van de Vatnajokull. Zelfs een hekje in het landschap wordt mede door de opkomende zon omgetoverd in een fotogeniek stukje IJsland.

Aan de randen van de plassen heeft de vorst gezorgd voor creatieve vormen in het ijs. Je kunt geen meter lopen of je ziet weer een bijzonder plaatje waarvoor je toch even op de knieën moet om het vast te leggen.

Een klein stukje verderop nemen we de afslag naar de Svinafelljökull. Wat mij betreft een van de mooiste uitlopers van de Vatnajökull. Als we aankomen komen de eerste zonnestralen net boven de bergrug uit en verlichten hiermee de randen van het ijs die daardoor bijna doorzichtig worden

De zon staat alweer een stuk hoger als we aankomen bij de Svartifoss. Twee dagen geleden was zowel de weg als het pad afgesloten vanwege de hevige regenval. 320 mm in twee dagen was te veel om te verwerken. Op beelden die ik zag in het bezoekerscentrum was duidelijk te zien dat de normaal gesproken zo rustige Svartifoss was verworden tot een heuse gletsjer waterval met bijbehorend bruin troebel water. De enige sporen die wij nog zien van deze overstroming zijn takken die her en der verspreid over de pas nieuwe brug liggen of vastgeklemd zitten tussen de peilers.

We rijden verder door een nu redelijk zonnig IJsland, en al voorspellen de wolken ver in het westen niet veel goeds, voor dit moment genieten we van het zonnetje en de korte fotostops. De Dakota die in 1973 ten zuiden van de Solheimajökull een noodlanding maakte wordt de volgende lange tussenstop. Het is even een stukje rijden vanaf de ringweg, maar je stoot dan op een surrealistisch tafereel dat je hier zeker niet zou verwachten.

Als we aankomen bij het hotel is het inmiddels gaan regenen. In het donker kijk ik vanuit mijn hotelkamer naar de vele regen die over het raam stroomt. Als ik de volgende dag ontwaak is het uitzicht niet anders. We nemen extra tijd voor het ontbijt en bereiden ons voor op een volle regendag.

We brengen een bezoek aan het skicentrum Bláfjell op het schiereiland Reykjanes. Ik ken hier één van de medewerkers, Bob uit Nederland die hier in IJsland een nieuw bestaan heeft opgebouwd. Het skigebied is voor publiek gesloten. Te weinig sneeuw en teveel regen. Deze tijd wordt besteed voor onderhoud, en wij krijgen een rondleiding. Het is leuk om eens een keer te zien wat er allemaal moet gebeuren om de pistes te onderhouden. Tegen de middag hebben we het allemaal gezien en zetten koers richting Keflavik. Als we dichter bij Grindavik komen lijken de weergoden ons goed gezind. De lucht breekt open en van tijd tot tijd weet zelfs de zon het landschap in vuur en vlam te zetten. We gaan voor een herkansing naar Gunuhver waar we vorige keer zijn weg geregend.
Er staat nog steeds een straffe wind, maar met de uit de grond ontsnappende stoom levert dat weer mooie plaatjes op. Twee spuiters sturen een stoom kolom honderden meters de lucht in. Het bijbehorende geluid is het beste te vergelijken met dat van een opstijgende straaljager.

Dan is het tijd voor een laatste bezichtiging We gaan naar de kust bij de vuurtoren Reykjanesvíti. De golven beuken woest tegen de kust. Met moeite is af en toe het 11 kilometer verderop gelegen eilandje Eldey te zien. Meeuwen krijsen in de wind, laten zich door de thermiek meevoeren, hangen af toe stil in de wind en kijken nieuwsgierig naar de twee fotografen die plat op hun buik op de grond liggen omdat het door de wind vrijwel onmogelijk is hier rechtop te blijven staan.

1 reactie

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *